opinie

Parlement plaveit weg voor rechterlijk activisme

Advocaat grondwettelijk recht en praktijkassistent KU Leuven

Haalt de bescherming van het dierenwelzijn de grondwet? Daarover spreekt de Kamer zich de komende weken uit. Maar ze lijkt daarbij de weg te plaveien voor het rechterlijk activisme dat ze zo graag bekritiseert.

Het federaal parlement is al sinds maart vorig jaar bezig met het voorstel om 'het welzijn van de dieren als wezens met gevoel' op te nemen in de Belgische grondwet en het onderzoek naar de gevolgen daarvan. Centraal staat de vraag of een zogenaamde grondwettelijke standstillverplichting voor het dierenwelzijn zal gelden. Zo’n standstill betekent dat de overheid het niveau van dierenbescherming nooit meer mag verlagen, tenzij daar een dwingende reden van algemeen belang voor bestaat.

Zo'n standstill bestaat al voor sociale, economische en culturele rechten in het beruchte artikel 23 van de grondwet. Maar de standstillverplichting ligt politiek steeds meer onder vuur, want op grond van dat beginsel werden onder meer de verstrengde toegang tot de Vlaamse sociale bescherming, de versnelling van vergunningsprocedures en de hervorming van de persoonsvolgende budgetten voor personen met een handicap vernietigd.

Advertentie
  • De auteur
    Quinten Jacobs is advocaat grondwettelijk recht en praktijkassistent aan de KU Leuven.
  • De kwestie
    De Kamer spreekt zich binnenkort uit over de opname van de bescherming van het dierenwelzijn in de grondwet.
  • De conclusie
    De parlementsleden lijken te vergeten dat de juridische gevolgen van een grondwettelijke bescherming zijn vooral van henzelf afhangen.

Een nieuwe grondwettelijke standstill voor dierenwelzijn is daarom verre van evident. Ze legt de lat voor de toekomst erg hoog en kan bijvoorbeeld leiden tot vergunningsproblemen voor landbouwers en andere ondernemers met een impact op dieren. Mede daarom organiseerde de Senaat hoorzittingen met juridisch experts en werd een handvol juridische analyses besteld.

Hoewel het toe te juichen is dat het parlement zich laat informeren vooraleer nieuwe bepalingen in de grondwet te schrijven, verliezen de parlementsleden de essentie uit het oog. De juridische gevolgen van de grondwettelijke bescherming van dierenwelzijn hangen vooral van henzelf af.

Als rechters straks moeten beoordelen of een decreet of vergunning disproportioneel afbreuk doet aan het dierenwelzijn, zullen zij in de eerste plaats naar de parlementaire voorbereiding - en dus naar de uitspraken van de parlementsleden - kijken. Als blijkt dat twee derde van de parlementsleden voor- of tegenstander van zo’n standstill was en in die interpretatie over het artikel heeft gestemd, zullen rechters niet anders kunnen dan diezelfde conclusie trekken.

Advertentie

Nogal merkwaardig

Als dat niet duidelijk uit de voorbereiding blijkt, laten politici de keuze om een standstillverplichting in de bescherming van het dierenwelzijn te lezen over aan rechters. Dat riskeert vervolgens een nieuwe lawine aan verwijten over rechterlijk activisme op gang te brengen van politici die het niet eens zijn met het oordeel van die rechters.

In die zin was de bespreking van het voorstel in de grondwetscommissie in het parlement, twee weken geleden, nogal merkwaardig. Alle parlementsleden benadrukten er het belang van dierenwelzijn, maar de meesten slaagden er niet in zich uit te spreken over welke juridische gevolgen zij met dat voorstel voor ogen hebben. Het juridisch advies dat het parlement zelf had ingewonnen, riep daartoe nochtans uitdrukkelijk op.

Uitgerekend de partijen die constant tegen het rechterlijke activisme tekeergaan, verplichten rechters om politieke keuzes te maken.

De Kamerleden Sander Loones (N-VA) en Patrick Dewael (Open VLD) begrepen hoe de vork in de steel zit en probeerden hun collega-parlementsleden meermaals aan te sporen om een standpunt in te nemen. Maar geen van hen durfde daarop in te gaan. Integendeel, Joris De Vriendt (Vlaams Belang) sprak over 'een vertragingsmanoeuvre' toen Dewael een kort uitstel suggereerde om de fracties de kans te geven om alsnog hun standpunt te verduidelijken.

Ook Loones kreeg niet over zijn lippen of hij nu voor of tegen een standstillverplichting voor dierenwelzijn is. Uitgerekend de partijen die constant tegen het rechterlijke activisme tekeergaan, verplichten rechters om politieke keuzes te maken.

Zo dreigt de grondwettelijke bescherming van het dierenwelzijn een nieuw front in de machtsstrijd tussen rechters en politici te worden. Dat heeft de politiek dit keer helemaal aan zichzelf te danken. De enige manier om dat alsnog te vermijden is dat politici vóór de laatste stemming van het voorstel in de plenaire vergadering van de Kamer de moed vinden en uitspreken of zij een standstillverplichting steunen. Als dat niet gebeurt, is latere kritiek op activistische rechters totaal ongeloofwaardig.

Advertentie
Gesponsorde inhoud