opinie

Heeft Bouchez een punt als hij zich verzet tegen de meerwaardebelasting die op tafel ligt?

Professor fiscaal recht (UGent) en advocaat

Professor fiscaal recht Mark Delanote evalueert de 'solidariteitsbijdrage' uit de supernota van federaal formateur Bart De Wever. 'Zonder focus op een efficiënt belastingsysteem blijven we luchtkastelen bouwen en stranden we op verkapte koterijen.'

Ik benijd ze niet, de federale onderhandelaars. Ze staan voor een loodzware saneringsopdracht, die geen ruimte biedt om allerlei lekkers uit te delen. Dat neemt niet weg dat ze elkaar voortdurend de duvel aandoen. Eerder dan aan hetzelfde zeel te trekken kiezen ze ervoor de belangen - of toch minstens de ego's - van hun eigen kiespubliek te strelen. De belangrijkste dirigenten van dat vermoeiende spektakel zijn ongetwijfeld Vooruit-voorzitter Conner Rousseau en zijn MR-collega Georges-Louis Bouchez.

Neem de discussie over de meerwaardebelasting, die op kruissnelheid 500 miljoen euro moet opbrengen. Voorlopig is die beland op een voorstel waarbij er voor de gewone belegger een ‘algemene solidariteitsbijdrage’ van 5 procent komt op de gerealiseerde meerwaarden op financiële activa, inclusief crypto, boven een bedrag van 6.000 euro. Historische meerwaarden zouden gevrijwaard zijn. Daarnaast wordt voorzien in een aftrek van minderwaarden. Het eventuele negatieve saldo is evenwel niet overdraagbaar.

Advertentie
  • De auteur
    Mark Delanote is professor fiscaal recht aan de Universiteit Gent en advocaat bij Delanote.law.
  • De kwestie
    In de supernota is sprake van een ‘algemene solidariteitsbijdrage’ op de gerealiseerde meerwaarden op financiële activa, een belangrijk twistpunt tussen Vooruit-voorzitter Conner Rousseau en zijn MR-collega Georges-Louis Bouchez.
  • De conclusie
    Deze meerwaardebelastingen zullen vooral moeten worden betaald door de middenklasse. En zonder focus op een efficiënt belastingsysteem eindigen we altijd met koterijen.

Het lijkt te gaan om een op zich staande maatregel. Die komt niet in de plaats van bestaande heffingen op het vermogen zoals de taks op de effectenrekeningen, die zelfs wordt opgekrikt van 0,15 naar 0,25 procent, wat dan weer 193 miljoen euro in het laatje moet brengen.

Een goed idee? Je kan eindeloos blijven kakelen over de zin of onzin van een meerwaardebelasting. Als het de bedoeling is een efficiënt belastingsysteem op te bouwen, waarbij je welvaartsverliezen vermijdt, dan zijn er in elk geval goede redenen om een meerwaardebelasting in te voeren. Of beter: om de vermogensinkomsten op een gelijkaardige wijze te belasten.

Advertentie
Advertentie

Dat moet dan wel onderdeel uitmaken van een bredere denkoefening. Gelet op hun eigenheid komt er voor vermogensinkomsten het best een apart en gematigd tarief, en uiteraard moet rekening worden gehouden met minderwaarden of verliezen die geleden worden. Het louter belasten van bezit of overdracht van vermogen hoort dan weer thuis in de lade van de inefficiënte heffingen.

Verkapte koterijen

Toen Bouchez nog een denker was, deelde hij die mening grotendeels. Hij heeft ooit uitgepakt met een groot fiscaal hervormingsvoorstel, waarover hij naar eigen zeggen lang had nagedacht. Hij poneerde toen dat alle inkomsten, dus ook meerwaarden, moeten worden belast, zelfs tegen progressieve tarieven. Vooruit denkt daar conceptueel niet zo heel anders over.

Toch blijft het botsen. Voor Rousseau is de meerwaardebelasting een ‘must’ om de zogenaamde sterkste schouders te laten bijdragen. Voor Bouchez is ze een ‘nieuwe belasting’, die onbespreekbaar is.

De taks zal vaak moeten worden betaald door de werkende en sparende 'schouders', die het - niet onbegrijpelijk - al een beetje hebben gehad met belastingen en heffingen allerhande.

Hoe valt dat verschil tussen theoretische meningen en publieke oneliners te verklaren? Moeilijk is dat niet. De oneliners geven uitsluitend uitdrukking aan de verschillende kijk op het overheidsbeslag en herverdeling. Een linkse partij wil die eerder maximaliseren, wat leidt tot een hogere gemiddelde belastingdruk en meer progressiviteit. Een rechtse partij wil die minimaliseren, wat leidt tot een lagere gemiddelde belastingdruk en minder progressiviteit.

De discussie kan zich met andere woorden beperken tot tarieven en tariefstructuren, waarbij minstens op termijn wordt uitgegaan van een brede belastbare basis en normale - lees: fatsoenlijke - fiscale en parafiscale tarieven, eventueel met gerichte ondersteunende vrijstellingen. Dat daarbij ook een debat over de kerntaken en het overheidsbeslag wordt gevoerd, is niet onlogisch, zolang de focus ook daar ligt op efficiëntie.

Advertentie

Zonder die focus blijven we luchtkastelen bouwen en stranden we op verkapte koterijen waarbij fragmenten van het inkomen boven op het bezit of de overdracht van vermogen worden belast.

Geen uiting van efficiëntie

Is de solidariteitsbijdrage die op tafel ligt dan een goed idee? Alles bij elkaar beschouwd denk ik van niet. Het is een koterij die menig belegger zal voelen en die boven op de bestaande vermogensheffingen komt. Geen uiting van efficiëntie dus, veeleer integendeel.

Is het dan toch een extra bijdrage opgelegd aan de sterkste schouders, zoals Rousseau pretendeert? Ook dat lijkt me relatief. De grootste sukkelaars gaan ze allicht niet moeten betalen. Dat neemt niet weg dat deze taks vaak zal moeten worden betaald door de werkende en sparende 'schouders', die het - niet onbegrijpelijk - al een beetje hebben gehad met belastingen, solidariteitsbijdragen en heffingen allerhande.

Heeft Bouchez dan een punt als hij zich ertegen verzet? Ik denk het wel, hoewel dit alles ook wel iets weg heeft van een selffulfilling prophecy. Als je de debatten niet zuiver voert, met een focus op efficiëntie, krijg je uiteraard ideologisch ingekleurde maatregelen waarmee je geen schoonheidsprijzen kan winnen.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Mijn VerbouwPremie zal vanaf 1 juli 2025 relatief sterker gericht worden op de laagste inkomens, waardoor vooral de hoogste inkomens lagere premies zullen krijgen.
Vlaanderen snijdt vooral in verbouwpremies voor hogere inkomens: dit zijn de nieuwe bedragen
Wie een hoog inkomen heeft, zal minder verbouwpremies krijgen dan de voorbije jaren. Voor de allerlaagste inkomens blijven de premies stabiel. Later wil regeringspartij Vooruit het bedrag ook afhankelijk maken van inkomsten uit dividenden en meerwaarden. Premies die niets te maken hadden met energetische renovaties, zoals voor een trap of een wc, gaan eruit.
Gesponsorde inhoud