opinie

Geert Noels | Moet het echt zo draconisch als het plan-Draghi?

Econoom en stichter Econopolis

Zonder een big bang is Europa verloren, is de teneur van het rapport-Draghi. Misschien moet Europa het anders aanpakken. Meer doen met minder middelen. En zijn sterktes uitspelen, in plaats van de grootmachten te kopiëren.

Mario Draghi, de voormalige voorzitter van de Europese Centrale Bank en de voormalige premier van Italië, heeft deze week zijn langverwachte rapport over de Europese concurrentiekracht voorgesteld. Het rapport, waaraan een jaar werd gewerkt, is niet alleen een grondige analyse die de bekende problemen bevestigt, het geeft ook een inkijk in hoe Europa werkt. Het spaart het gevoerde beleid voldoende, en in de bijna 200 aanbevelingen kan iedereen wel een paar eigen prioriteiten vinden.

  • De auteur
    Geert Noels is econoom en oprichter van Econopolis.
  • De kwestie
    Mario Draghi vraagt in een EU-rapport 800 miljard euro per jaar om de concurrentiekracht van Europa op te krikken.
  • De conclusie
    Minder bureaucratie, een betere infrastructuur, duurzame energie, en excellent onderzoek en onderwijs kosten minder en brengen ons al ver. Maar vooral een mentaliteitswijziging is nodig.
Advertentie
Advertentie

Ondanks de vele aanbevelingen ademt het rapport geen hoop uit, eerder fatalisme. Tussen Europa en de VS en China is een gigantische kloof in competitiviteit gegroeid. Zonder draconische inspanningen - de fameuze 800 miljard euro per jaar (4,5% van het bruto binnenlands product van de Europese Unie) - kan die niet gedicht worden. Dat vereist massale gezamenlijke schulduitgiftes en het verder afstaan van nationale bevoegdheden aan Brussel. Die combinatie lijkt onrealistisch, zeker op korte termijn, waardoor het rapport veel kracht verliest.

De Verenigde Staten van Europa, moet dat?

Had het niet beter geweest enkele haalbare kleinere stappen te definiëren? Moet de EU echt de Verenigde Staten van Europa worden - en wil ze dat? - om zich te meten met China en de VS? Want dat is de weg die Draghi voorstelt om alle geschetste problemen op te lossen.

Het blijkt ook uit de voorstellen om het beleid van de Europese commissaris voor Concurrentie Margrethe Vestager volledig om te gooien en meer fusies en overnames toe te laten. Gigantisme, ja. Niet de interne markt telt, maar de wereldmarkt. Het rapport haalt daarbij expliciet het voorbeeld van Airbus aan.

Advertentie

Maar de meeste markten zijn helemaal anders, en de sectoren waar het rapport-Draghi problemen ziet (telecommunicatie, banken...) hebben niet alleen te lijden onder nationale fragmentatie, maar vooral onder de regel- en taxatiedrift van alle overheden. Zo zijn de banken na de financiële crisis verzwakt vergeleken met de Amerikaanse, maar in Europa blijven we ze belasten alsof ze CO2 uitstoten of tabak produceren.

Advertentie

Het rapport stelt verder dat Europa veel start-ups telt, maar weinig scale-ups. Grote door de overheid gesponsorde fondsen moeten dat veranderen. Maar als een derde van de Europese unicorns (start-ups met een miljardenwaardering) die in de afgelopen 16 jaar werden gesticht naar de VS is verhuisd, ligt dat alweer vooral aan de regelgeving en het ondernemingsklimaat. Het rapport-Draghi onderstreept ook het belang van artificiële intelligentie (AI), en zegt voorzichtig dat de recente Europese AI-act beter kan. Nauwkeurig zou zijn: die regelgeving heeft alle AI-initiatieven gekortwiekt en een nieuwe braindrain veroorzaakt.

De cultuur in Europa is er een van doorgeslagen herverdeling, wantrouwen tegen ondernemers, een voluntaristische groene visie en big state. Het plan van Draghi gaat dat niet ten gronde veranderen.

Honderden miljarden volstaan niet om een nefast beleid te compenseren. De cultuur in Europa is er een van doorgeslagen herverdeling, wantrouwen tegen ondernemers, een voluntaristische groene visie en big state. Het plan van Draghi gaat dat niet ten gronde veranderen. Om nog te zwijgen van de in opmars zijnde degrowth-filosofie die Brussel omklemt en die welig tiert op universiteiten en mediaredacties.

Het plan-Draghi is te groot en vereist te veel institutionele hervormingen van de EU om snel en krachtdadig te zijn. Het komt er ook op een moment dat Duitsland in een existentiële crisis zit. De industrie heeft er deze week haar eigen plan voorgesteld, dat ook miljarden euro’s vereist.

Op de achtergrond van dergelijke EU-plannen spelen altijd de belangen van de grote lidstaten: Frankrijk en Duitsland, maar ook andere. De enorme covidrelancefondsen kwamen voor 50 procent terecht bij Spanje en Italië, terwijl ze voor België en Duitsland neerkwamen op transfers, niet op een verhoogde concurrentiekracht of groei. Het hele rapport ruikt sterk naar een nieuwe ‘Whatever it takes’, het zinnetje waarmee Draghi als ECB-voorzitter in 2012 de eurocrisis bezwoer, waarbij de vraag nog altijd is of hij de euro dan wel vooral Italië redde.

Bureaucratie

Misschien moet Draghi het anders aanpakken en vertrekken van de sterktes in de EU. We zijn zwak in digitale technologie, maar sterk in green technologies. We hebben veel diversiteit en sterke nicheondernemingen. Met enkele gerichte ingrepen kunnen we al ver raken. Dat hoeft niet altijd nieuwe middelen te vereisen. In plaats van 200 zet hij beter deze vier aanbevelingen uit het rapport in de verf:

  1. Verminder de bureaucratie. Maak ook een einde aan 'goldplating', waarbij EU-regelgeving bij de omzetting in nationale wetgeving nog strenger wordt. Vereenvoudig de regelgeving en pak corruptie aan. Dat verlaagt de lasten en stimuleert het ondernemerschap.
  2. Verbeter de infrastructuur. Zoals de Europese autosnelwegen dat waren, is een eengemaakt elektriciteitsnet, spoorwegennet of digitaal netwerk een voordeel voor alle landen, niet alleen de grote.
  3. Denk strategisch na over duurzame energie. Het rapport spreekt over het belang van moderne kernenergie en de uitdaging van kritieke (batterij)grondstoffen. Een gemeenschappelijke energievisie maakt alle landen concurrentiëler.
  4. Gemeenschappelijke onderzoeksprojecten en excellent onderwijs. Alle Europese landen worstelen met een dalende kwaliteit van onderwijs en vooral een gebrek aan STEM-profielen.

Ik geloof niet in ‘Whatever-it-takes’-plannen, wel in projecten waarmee Europa in het verleden het verschil heeft gemaakt. Er is een draagvlak te vinden om die in een modern kleedje te herhalen.

Maar het belangrijkste is een cultuurwijziging. Die kost niets en brengt enorm veel op. We moeten meer vertrouwen hebben in ondernemers, innovatie en vooruitgang. En vooral veel minder in degrowth, staatsinterventie en overdreven regelgeving.

Advertentie
Gesponsorde inhoud