Europa staat nog niet op de kaart
Een jaar geleden zetten Ursula von der Leyen en Charles Michel een ‘geopolitiek’ Europa in de markt. Het blijft echter wachten op een Unie die zich assertief weer kroont tot een volwaardige speler op het wereldtoneel.
Wie heeft vorige week aan de verjaardag van Ursula von der Leyen en Charles Michel gedacht? De voorzitters van de Europese Commissie en de Europese Raad zaten exact een jaar in het zadel - op 1 december 2019 begon hun respectievelijke mandaat - maar veel enthousiasme heeft dat niet losgeweekt. Zelf deden ze nochtans hun best met een fotoreportage en een overzichtsfilmpje van hun talrijke prestaties. Dat corona en de vele andere crisissen waarmee de EU worstelt alle aandacht opeist, is niet erg verwonderlijk. Zorgwekkender is wellicht dat van hun geopolitieke ambities voorlopig nog maar weinig in huis is gekomen.
Eind vorig jaar doopte von der Leyen haar team tot de ‘geopolitieke’ Commissie. Europa zou op tal van domeinen de rug rechten en opnieuw een volwaardige speler worden op het wereldtoneel, om weerwerk te bieden aan een steeds assertiever China en als alternatief voor de Verenigde Staten, die onder Donald Trump schitterden door afwezigheid en regelrechte obstructie.
Door hoog in te zetten op een multilaterale agenda - de strijd tegen de klimaatopwarming, een pleidooi voor internationale handel en meer Europese autonomie voor defensie en veiligheid - sloot Michel zich daar volmondig bij aan, hoewel zijn taak er in de eerste plaats in bestaat de EU-lidstaten op één lijn te krijgen.
Macron
De sfeer zat echter opmerkelijk goed die dagen, want even voordien had de Franse president Emmanuel Macron in een sterk becommentarieerd interview met The Economist niet alleen de NAVO hersendood verklaard, maar ook de term ‘strategische autonomie’ gelanceerd. Versta: het werd hoog tijd dat Europa in een sterk vijandige wereld opnieuw op eigen benen zou staan.
Het blijft hoe dan ook pijnlijk voor de EU dat ze er niet in slaagt tijdig een akkoord af te sluiten met haar tweede belangrijkste handelspartner.
Wat is er van die ambitieuze agenda gekomen? Laten we dicht bij huis beginnen. De finale onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk zitten in het slop. Afgezien van de vraag wie daarvoor de grootste verantwoordelijkheid draagt, blijft het pijnlijk voor de EU dat ze er niet in slaagt tijdig een akkoord af te sluiten met haar tweede belangrijkste handelspartner. Een no-deal is uiteraard nog desastreuzer, ook en vooral voor de beeldvorming in de rest van de wereld. Bovendien belooft dit weinig goeds voor de toekomstige internationale samenwerking met de Britten.
Met de lancering van de Green Deal zit de Commissie voor de strijd tegen de klimaatverandering wel grotendeels op koers. Bovendien zijn de vooruitzichten redelijk positief, zeker nu door de overwinning van Joe Biden steun uit Washington op komst is. De nieuwe Amerikaanse president is van plan op dag één van zijn ambtstermijn opnieuw toe te treden tot het klimaatakkoord van Parijs.
Veto
Maar ook hier zijn kapers op de kust, met name in de EU. Als Boedapest en Warschau het been stijf houden en hun veto stellen tegen de Europese meerjarenbegroting en het Herstelfonds, komt er niets in huis van de financiële compensaties. Uitgerekend Hongarije en Polen zitten te wachten op centen van het Just Transition Fund om werk te maken van hun omschakeling naar een koolstofarme economie. Als ze het geld niet krijgen, dreigen ze ook hun veto uit te spreken tegen de aangescherpte ambities die Michel op tafel heeft gelegd: een reductie van de CO2-uitstoot met 55 procent tegen 2030. Als ook die blokkering er komt, wordt het voor de EU een pak lastiger andere landen te overtuigen van de noodzaak om de strijd tegen de klimaatverandering op te voeren. Europa kan dan onmogelijk zichzelf als lichtend voorbeeld presenteren aan de rest van de wereld.
De EU kan een diplomatiek succes goed gebruiken. Dat net zoals de Verenigde Staten een van de meest ontwikkelde delen van de wereld er niet in geslaagd is de tweede golf van de coronacrisis te voorkomen en afdoende te beheersen is een regelrechte blamage.
Nochtans kan de EU een diplomatiek succes gebruiken. Dat net zoals de Verenigde Staten een van de meest ontwikkelde delen van de wereld er niet in geslaagd is de tweede golf van de coronacrisis te voorkomen en afdoende te beheersen is een regelrechte blamage. De reputatieschade is navenant, met name in Azië. Bovendien heeft de Commissie zich tijdens de eerste golf op de borst geklopt door het voortouw te nemen in een mondiaal pleidooi voor de eerlijke verdeling van vaccins tegen Covid-19. Alle online donorconferenties en retoriek à la ‘leaving no country behind’ ten spijt dreigt het massaal opkopen van beschikbare vaccins uit te draaien op een grootschalige ‘eigen volk eerst’-operatie, vooral ten bate van het rijke Westen.
Gelukkig hebben Michel en von der Leyen nog enkele jaren om hun ambities waar te maken. Per slot van rekening worden de prijzen pas aan de meet uitgereikt. Wel is duidelijk dat een agenda opstellen één zaak is, die volgens plan kunnen uitvoeren iets anders. Voor de EU komt het erop aan de eigen doelstellingen niet uit het oog te verliezen, ondanks de talrijke koerswijzigingen. De geopolitieke realiteit is weerbarstig en laat zich nu eenmaal niet gemakkelijk kneden.
Steven Van Hecke
Hoofddocent Europese en vergelijkende politiek, KU Leuven
Meest gelezen
- 1 Fabien Pinckaers, de man achter miljardenbedrijf Odoo: ‘Ons grote geluk is dat de concurrentie shit is’
- 2 De must-reads van het weekend
- 3 Ghelamco-eigenaar Paul Gheysens verkoopt duurste penthouse van België
- 4 Belgische olie-invoer spekt Russische oorlogskas en Poetins paleis
- 5 Chinees gepoker met grondstoffen kan Europa zuur opbreken