opinie

Europa moet e-automakers en batterijbedrijven als Umicore beschermen

Directeur KU Leuven Instituut voor Duurzame Metalen en Mineralen (SIM²)

Europa heeft het moeilijk in de race rond cleantech, technologie zoals batterijen en elektrische voertuigen. 'Het heeft geen zin een open handelsbeleid te blijven promoten dat gesubsidieerde producten uit het buitenland op onze markten toelaat, terwijl we thuis overdreven streng zijn voor staatssteun', schrijft Peter Tom Jones.

De afgelopen weken werden we geconfronteerd met verontrustend nieuws over de gezondheid van cleantechiconen zoals de Zweedse batterijproducent Northvolt en het Belgische Umicore. Dat bedrijf maakt materialen voor NMC-batterijen (nikkel, mangaan en kobalt) voor elektrische auto's en kan zulke batterijen veilig en zonder overheidssteun recycleren. Dat is een markante evolutie. Nog niet zo lang geleden ging het debat over twee andere aspecten in de waardeketen van mijn tot elektrisch voertuig.

  • De auteur
    Peter Tom Jones is directeur van het KU Leuven Instituut voor Duurzame Metalen en Mineralen (SIM² KU Leuven).
  • De kwestie
    Europese autobouwers kiezen steeds meer voor goedkope Chinese LFP-batterijen. Daardoor komen Europese spelers als Northvolt en Umicore, betrokken bij de ontwikkeling van efficiëntere NMC-batterijen, in de problemen.
  • De conclusie
    Europa moet zijn eigen keten van batterijen en elektrische wagens beschermen. Dat kan onder meer met handelsverdedigingsmechanismes, stabiele en lagere energieprijzen, en meer strategische afstemming.
Advertentie

Probleem nummer één was dat Europa overspoeld dreigde te worden door veel goedkopere (zwaar gesubsidieerde) elektrische voertuigen uit China. Probleem nummer twee was en is de gebrekkige bevoorradingszekerheid van de inputmaterialen voor de Europese auto- en batterijbedrijven. De dominantie van China in de raffinage van kritieke grondstoffen is verpletterend. Dat voedde de vrees dat de toevoer van voldoende lithium, nikkel, kobalt en grafiet voor Europa’s batterijproducenten (en andere cleantechfabrieken) in gevaar zou komen.

Het leidde er onder andere toe dat de nieuwe Critical Raw Materials Act (CRMA) oplegt dat Europa nieuwe mijnen en raffinagefabrieken voor energietransitiemetalen op eigen bodem opent. Daarvoor zijn grote investeringen nodig.

Verwoestende gevolgen

Dat batterijspelers als Northvolt en Umicore nu in de problemen komen, toont aan dat Europa in een nog diepere malaise zit dan een dik jaar geleden. Europese autobouwers kiezen namelijk ook deels voor (Chinese) LFP-batterijen, ten nadele van de efficiëntere en intrinsiek recycleerbare NMC-batterijen. LFP-batterijen bestaan vooral uit het volop aanwezige en daardoor goedkope ijzer en fosfaat.

Europa is uitermate kwetsbaar omdat de schakels in de toeleveringsketen voor cleantech als losse, op de korte termijn gerichte silo’s opereren. Het opbouwen van een robuuste, duurzame toeleveringsketen voor elektrische voertuigen met een NMC-batterij vereist een intense afstemming tussen Europese mijnen, raffinagefabrieken, batterijcelproducenten, batterijassemblagefabrieken en producenten van elektrische auto's.

Advertentie
Advertentie

Als die producenten plots besluiten over te schakelen van NMC naar LFP - waardoor de Chinese producenten van elektrische wagens de facto de technologische keuzes dicteren - heeft dat verwoestende gevolgen voor alle andere schakels. Het is dan ook niet verrassend dat eerder aangekondigde investeringen in nieuwe batterijbedrijven én batterijrecyclagefabrieken een voor een in de koelkast worden gestoken.

Overdreven strenge staatssteun

Wat nu? Vooreerst moeten we beseffen dat we niet meer in de jaren 80 leven. Zoals helder beschreven door de invloedrijke Ann Mettler, vicevoorzitster van de organisatie Breakthrough Energy, heeft het geen zin om een open handelsbeleid te blijven promoten dat gesubsidieerde producten zoals elektrische auto's en batterijen uit het buitenland op onze markten toelaat, terwijl we thuis overdreven streng zijn over staatssteun. We leven nu in een ‘postwesterse wereld’ waar protectionisme en grondstoffennationalisme legio zijn, terwijl de rechtsstaat en de liberale democratie onder druk staan.

De nieuwe Europese Commissie zal het over een andere boeg moeten gooien. Met de aangekondigde Clean Industrial Deal is er hoop op beterschap. Maar die moet dan wel gericht zijn op het stimuleren van de (minstens gedeeltelijke) Europese productie van elektrische voertuigen en cleantech, inclusief toekomstige recycling.

Dat vereist een langetermijnstrategie, aangestuurd door technologische keuzes die slim omgaan met materialen, van wieg tot graf. Dat is het geval bij NMC-gebaseerde elektrische wagens die voldoende intrinsieke waarde hebben om in een circulair economisch model te floreren.

Om 'made in Europe'-ketens te ondersteunen hebben we maatregelen nodig. Denk aan een minimumgehalte van materialen die in Europa gemaakt of gerecycleerd zijn. Of verdedigingsmechanismen tegen de import van metalen, batterijen en elektrische voertuigen die op een klimaatonvriendelijke of sociaal onwenselijke manier werden geproduceerd. Er is ook nood aan stabiele en lagere energieprijzen, snellere en voorspelbare vergunningsprocedures, groene openbare aanbestedingen, fiscale gunsttarieven voor leasingwagens en sociale leasingformules voor het bredere publiek.

Los van dit alles is er vooral behoefte aan meer strategische afstemming tussen de spelers in de waardeketen. Het silodenken moet op de schop ten voordele van een langetermijnstrategie. Dat vereist een mentaliteitsverandering bij de overheid, de bedrijven én de investeerders. Een zeiler weet in welke richting hij moet zeilen om zijn doel te bereiken, los van de snel van kant veranderende wind en de hoge golven.

Advertentie
Gesponsorde inhoud