opinie

Er is een kleinere Europese Commissie nodig

Professor Europees recht UGent

Het belang van de hoorzittingen van de nieuwe Eurocommissarissen deze week in het Europees Parlement kan niet worden onderschat. Toch dringt een fundamentelere discussie zich op, schrijft Peter Van Elsuwege, professor Europees recht aan de UGent.

De samenstelling van de nieuwe Europese Commissie verloopt niet van een leien dakje. Nadat ze deze zomer een tweede termijn als Commissievoorzitster had gekregen, kende Ursula von der Leyen enkele moeilijke momenten. De meeste lidstaten negeerden haar vraag om zowel een mannelijke als een vrouwelijke kandidaat-commissaris voor te dragen. Haar expliciet uitgesproken ambitie om opnieuw een Commissie te leiden met evenveel mannen als vrouwen mocht daardoor al snel worden opgeborgen.

  • De auteur
    Peter Van Elsuwege is professor Europees recht aan het Ghent European Law Institute (GELI) van de UGent.
  • De kwestie
    Deze week vinden in het Europees Parlement de hoorzittingen met de nieuwe commissarissen plaats. De samenstelling van de Commissie levert geen fraai beeld op.
  • De conclusie
    De koehandel rond de commissarissen en de uitbreiding van de EU zijn een gelegenheid om het principe te herzien dat elke lidstaat een commissaris moet afvaardigen.
Advertentie

Daarnaast was er de open brief van Thierry Breton, een van de zwaargewichten in de eerste Commissie-Von der Leyen. Hij maakte daarin bekend dat Von der Leyen aan de Franse president Emmanuel Macron had gevraagd een andere kandidaat voor te stellen ‘in ruil voor een invloedrijkere portfolio voor Frankrijk in de toekomstige Commissie’.

Het schetst geen fraai beeld van de Europese politiek en ondermijnt de geloofwaardigheid van de Europese Commissie. Bovendien is het schouwspel nog niet afgelopen. Alle kandidaat-commissarissen passeren tussen 4 en 12 november in het Europees Parlement om ondervraagd te worden. De verwachting leeft dat een aantal onder hen niet slaagt voor dat examen. Als het stof is neergedaald en de nieuwe Commissie aan de slag gaat, dringt zich een grondige evaluatie op. Is het niet hoog tijd om de wijze waarop de Commissie wordt samengesteld te herbekijken? Moeten we niet evolueren naar een kleinere en efficiëntere Commissie?

Onafhankelijkheid en integriteit

In het EU-verdrag staat dat de leden van de Commissie worden gekozen ‘op grond van hun algemene bekwaamheid en Europese inzet’ en daarbij ‘alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden’. Het zijn de lidstaten die, op basis van die criteria, een kandidaat-commissaris moeten voorstellen. Met alle respect voor Hadja Lahbib (MR), maar in ons land hebben niet die elementen tot haar voordracht geleid. Het was zelfs geen gemotiveerde keuze van België als lidstaat, wel niets meer of minder dan de persoonlijke, politieke keuze van een partijvoorzitter. Het gebrek aan interesse en debat daarover is schrijnend. In andere lidstaten is het helaas niet veel beter.

Er is met andere woorden een groot contrast tussen de mooie woorden in het EU-verdrag en de politieke realiteit. Dat is al helemaal het geval als het gaat over de verdeling van de verantwoordelijkheden in de Commissie. Elke lidstaat lobbyt bij de voorzitter voor een belangrijke (lees: economische) portefeuille en wil het liefst niet dat zijn kandidaat verantwoordelijk wordt voor Dierenwelzijn of Intergenerationele Solidariteit.

Advertentie
Advertentie

Na de voorgestelde taakverdeling wordt gewikt en gewogen, waarbij al te vaak wordt voorbijgegaan aan de essentie van de Europese Commissie in het Europese raderwerk. Het is een instelling waarbij ‘onafhankelijkheid’, ‘integriteit’ en het ‘algemeen Europees belang’ centraal staan. Dat staat met zoveel woorden in het EU-verdrag en de gedragscode voor commissarissen: ze mogen onder geen beding instructies ontvangen van regeringen of andere instanties.

Maar de retoriek in aanloop naar de nieuwe Commissie doet iets anders vermoeden. Zo verklaarde de Nederlandse premier Dick Schoof dat ‘de Nederlandse Eurocommissaris niet moet vergeten dat hij uit Nederland komt’.

De hoorzittingen in het Europees Parlement moeten het nodige tegengewicht leveren. De kandidaat-commissarissen worden beoordeeld op hun integriteit en deskundigheid. Het verleden leert dat dat geen vrijblijvende oefening is. Bij de samenstelling van voorgaande Commissies kreeg altijd minstens een kandidaat een onvoldoende na zijn passage in het Europees Parlement. Het belang van die ‘kwaliteitscheck’ kan niet worden onderschat. Toch dringt een meer fundamentele discussie zich op.

Cynisch machtsspel

Het cynische machtsspel, waarbij lidstaten openlijk spreken over ‘hun’ commissaris die ‘hun’ belangen moet verdedigen in Brussel, wordt in de hand gewerkt door de samenstelling waarbij de Commissie evenveel leden telt als er lidstaten zijn. Nochtans werd in het EU-verdrag ingeschreven dat de Commissie vanaf 1 november 2014 gereduceerd zou worden tot twee derde van het aantal lidstaten, waarbij een beurtsysteem op basis van gelijkheid en met respect voor de demografische en geografische diversiteit in de EU zou worden uitgewerkt.

Een krachtige Commissie die de Europese belangen onafhankelijk verdedigt, hoeft geen afgevaardigde uit elke lidstaat.

Dat was zo afgesproken na de grote uitbreiding van de EU naar het oosten in 2004, om de slagkracht van de Commissie te vergroten. Die beslissing werd niet uitgevoerd, omdat de lidstaten ook een achterpoortje in het EU-verdrag hebben ingeschreven: van de tweederdenregel kan worden afgeweken als ‘de Europese Raad met eenparigheid van stemmen besluit dit aantal te wijzigen’. Dat is precies wat gebeurde nadat Ierland bij referendum de goedkeuring van het Verdrag van Lissabon had verworpen. Als tegemoetkoming aan de bezwaren van de Ieren werd onder andere beslist het principe dat in de Commissie één onderdaan uit elke lidstaat moet zetelen te behouden.

De koehandel rond de samenstelling van Von der Leyen II en de toekomstige uitbreiding van de EU vormen de perfecte gelegenheid om dat principe te herzien. Een krachtige Commissie die de Europese belangen onafhankelijk verdedigt, hoeft geen afgevaardigde uit elke lidstaat. Dat is zeker zo als de Unie in de toekomst nog meer leden telt. Het is geen goed idee om altijd weer portfolio’s bij te creëren of de bestaande verder op te splitsen. Integendeel, een rationalisatieoefening waarbij de onafhankelijkheid en daadkracht van de Commissie worden versterkt, dringt zich op.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Alain De Laet, de eigenaar van Brouwerij Huyghe: 'Onze brouwerijen vullen elkaar aan. Delirium Tremens is een merk met een speels imago, terwijl de Gouden Carolus-bieren een klassieker imago hebben.'
Brouwer van Delirium Tremens koopt Gouden Carolus-brouwer Het Anker
Brouwerij Huyghe neemt haar sectorgenoot Het Anker over. De brouwer van Delirium Tremens krijgt er met Gouden Carolus een nieuw topmerk bij. ‘We zullen Gouden Carolus naar onze honderd exportlanden brengen’, zegt Alain De Laet van Huyghe.
Gesponsorde inhoud