De tijden veranderen, ook voor de ouderenzorg
Het Ouderenbeleidsplan van de Vlaamse regering schiet ruim tekort als het een antwoord wil bieden op de uitdagingen waarmee de babyboomers, de nieuwe generatie ouderen, de maatschappij de komende decennia zullen confronteren.
‘And you better start swimmin' or you'll sink like a stone. For the times they are a-changin.’ Bijna alle westerse babyboomers kunnen dit iconische nummer van Bob Dylan uit 1964 meeneuriën of zingen. Weinig nummers vatten de geest van de jaren 60 beter. Een nieuwe generatie kwam aan de maatschappelijke deur kloppen, met de blik op verandering.
- De auteur
- Johan Staes is gedelegeerd bestuurder van het Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk (VLOZO).
- De kwestie
- Met de babyboomers zal een nieuwe generatie aankloppen bij de ouderenzorg. Zij hebben andere noden en eisen dan vorige generaties ouderen en dat stelt de maatschappij voor een uitdaging.
- De conclusie
- Het Ouderenbeleidsplan van de Vlaamse regering schiet ruim tekort als antwoord op die uitdaging.
We zijn 60 jaar later en de babyboomers kloppen nog steeds aan, dit keer aan de deur van de ouderenzorg. En wat waar was in de tiener- of studentenkamers in 1964, zal ook waar zijn voor de thuiszorg- en ouderenzorgvoorzieningen in 2024. ‘The times they are-a changin.’
Deze nieuwe generatie ouderen is fundamenteel anders dan de generatie waar we langzaamaan definitief afscheid van nemen. De babyboomers zijn zelfbewuster, beter opgeleid, welvarender, individualistischer en meer seculier. Zij verwachten en eisen dan ook een aanbod en een omkadering die inspelen op die eigenschappen.
Het is vandaag Internationale Ouderendag, en ik stel vast dat we als samenleving onvoldoende voorbereid zijn op deze nieuwe generatie ouderen die talrijker is en - gelukkig maar - langer onder ons zal zijn.
Puzzelstukken
De Vlaamse regering heeft weliswaar het nieuwe Vlaamse Ouderenbeleidsplan (2020-2025) in de steigers staan. Dat plan moet een antwoord bieden op de uitdagingen waarmee de nieuwe generatie ouderen onze samenleving de komende decennia zal confronteren. Maar dat plan is ruim onvoldoende. De noodzakelijke puzzelstukken zijn er, maar het document mist een allesomvattende visie die verder gaat dan de gebruikelijke clichés. Ik mis een ‘sense of urgency’ en concrete budgettaire engagementen.
Ik lees in het plan vooral een ongeïnspireerde inventaris van afzonderlijke reeds lopende acties en aangekondigde onderzoeken.
Ik lees vooral een ongeïnspireerde inventaris van afzonderlijke reeds lopende acties en aangekondigde onderzoeken, die zonder onderlinge coördinatie genomen of aangekondigd werden door afzonderlijke Vlaamse ministers. Met dit plan zullen we onvermijdelijk achter de feiten aanhollen van zodra de babyboomers massaal een beroep doen op de aanwezige ouderenzorgvoorzieningen. Het aanbod zal niet voldoende en tijdig afgestemd zijn op de veranderende vraag.
Op het terrein is de wil om het aanbod af te stemmen op de veranderende vraag van (toekomstige) gebruikers van ouderenzorgvoorzieningen wel aanwezig. Zorgondernemers die Vlaamse woon-zorgcentra uitbaten, experimenteren nu al op allerlei vlakken in hun tehuizen om maximaal tegemoet te komen aan de vragen en noden van de bewoners. Op die manier wordt de bewoner elke dag meer en meer koning in het woon-zorgcentrum.
Ik roep de Vlaamse Regering op om zo snel mogelijk werk te maken van een coherent, afgestemd plan rond het ouderenbeleid dat snel kan worden toegepast. Hoe gaan wij de komende decennia de omkadering en de zorg voor onze ouderen organiseren en financieren? De zorgondernemers in de Vlaamse (semi-)residentiële ouderenzorg zijn meer dan bereid om mee na te denken over zo’n plan. Zij reiken de Vlaamse regering dan ook de hand. Laat ons de uitdagingen samen het hoofd bieden.
Hokjes
Wat VLOZO, de koepelorganisatie van zorgondernemers in de Vlaamse (semi-)residentiële ouderenzorg, betreft, moet een Vlaams Ouderenbeleidsplan, in de luiken die de ouderenzorg behandelen, steunen op een aantal fundamentele uitgangspunten.
Het speelveld moet voor alle uitbaters gelijk zijn, zeker als het betrekking heeft op de financiering van de zorg.
Zoals ik eerder aanhaalde, is de gebruiker of bewoner koning, en is de kwaliteit van de zorg van primordiaal belang. Het speelveld moet voor alle uitbaters gelijk zijn, zeker als het betrekking heeft op de financiering van de zorg. De hokjesmentaliteit in onze sector is dringend aan versoepeling toe. De overheid voorziet best ruimte en middelen voor innovatie in alle mogelijke vormen. Er is nood aan maximale efficiëntie en flexibiliteit bij het inzetten van personeel. Er is zeker geen nood aan overdreven regeldrift vanuit de overheid. En tennslotte moet duidelijk worden welke rol de lokale overheden spelen in de ouderenzorg. Zijn zij de regisseur van het lokale sociale beleid of zijn zij hierin een speler?
Indien deze uitgangspunten niet snel concreet uitgewerkt worden, dring ik er bij de Vlaamse overheid op aan dat uitbaters zoals de zorgondernemers in de Vlaamse (semi-)residentiële ouderenzorg op zijn minst voldoende vrijheid krijgen om zelf te handelen op basis van de realiteit op het terrein. Zo kunnen zij een aanbod op maat ontwikkelen voor een groeiende groep zelfbewuste ouderen die weten wat ze willen, en met minder geen genoegen zullen nemen.
Meest gelezen
- 1 Ghelamco-eigenaar Paul Gheysens verkoopt duurste penthouse van België
- 2 'Rusland zet Jemenitische strijders in aan front Oekraïne'
- 3 Toch akkoord op klimaattop: ontwikkelingslanden krijgen 300 miljard dollar per jaar
- 4 Brusselse beurs hoopt op boost door alle beleggers te ontmaskeren
- 5 De gewaagde strategie van bitcoingigant MicroStrategy