Aperam laat oog vallen op Spaanse inoxconcurrent

De Luxemburgse inoxproducent Aperam, die in Genk zijn grootste en productiefste fabriek heeft, maakte vrijdag bekend dat hij 'zeer voorlopige gesprekken' voert met zijn Spaanse rivaal Acerinox 'over een mogelijk samengaan'. Daarmee werd een bericht van het persagentschap Bloomberg bevestigd. 'Maar er is geen overeenstemming bereikt over wat dan ook en het is evenmin zeker dat een akkoord volgt', aldus nog het bedrijf.

Een insider bij Aperam, die anoniem wil blijven, doet de toenadering af als 'een van de vele tientallen gesprekken' die de aandeelhouders - de familie Mittal heeft 40 procent in Aperam - jaarlijks met andere spelers voeren. Volgens hem is er weinig concreet. Hij wijst op de onzekere macro-economische tijden - inflatie, hoge energieprijzen, oorlog - en vraagt zich luidop af wat de reactie van Europa zal zijn op een mogelijk samengaan tussen die twee grote Europese producenten van roestvast staal.

Het in 2011 van ArcelorMittal afgesplitste Aperam wordt gewaardeerd op 3,1 miljard euro en produceert 1,2 miljoen ton inox per jaar. Het is goed voor een kwart van de markt en de nummer twee in Europa, na het Finse Outokumpu (1,4 miljoen ton). Het Spaanse Acerinox, dat behalve marktleider in de VS ook sterk aanwezig is in Zuid-Afrika en in Azië, is ongeveer 3,3 miljard euro waard en de Europese nummer vier.

Aperam telt zes fabrieken, waarvan drie in Frankrijk (Gueugnon, Isbergues, Pont-de-Roide), een in Brazilië en twee in België. Naast de vestiging in Genk is er ook een site in Châtelet, nabij Charleroi. Van de 9.400 werknemers werken er 1.100 in Genk en 750 in Châtelet. Beide spelers boekten afgelopen jaar recordcijfers.

Het samengaan van de twee zou de grootste Europese inoxproducent creëren met een productiecapaciteit van 2,3 miljoen ton en een markaandeel dat in bepaalde productsegmenten tegen de 50 procent aanleunt. Aperam/Acerinox zou mondiaal een van de grootste spelers worden. Maar eerst moeten nog enkele belangrijke hordes worden genomen. De eerste is Europa.

'Verkoop noodzakelijk'

'Het lijkt me geen voor de hand liggende fusie', zegt analist Stijn Demeester van ING. 'Als je het marktaandeel van de twee spelers samen in Europa bekijkt, dan gaat dat richting 40 procent. Dat betekent dat je in Europa van vier - het Finse Outokumpu is nu nummer een, het Italiaanse Terni nummer drie - naar drie grote spelers gaat. Ik ga ervan uit dat Europa dat met een vergrootglas zal onderzoeken. Zonder de verkoop van activa krijgt de deal volgens mij nooit een Europees fiat. Ook de grote Europese klanten - autobouwers, de bouw en de maakindustrie - zullen ongetwijfeld bezwaren uiten.'

Europa blokte in 2018 de overname door Aperam af van de Duitse producent van legeringen en roestvast staal VDM Metals. Een jaar later ging Acerinox, dat nog niet actief was in legeringen, ermee aan de haal. Dat Europa nu het samengaan van Aperam en Acerinox met VDM zou goedkeuren, lijkt volgens Demeester heel onwaarschijnlijk.

'Een mogelijk scenario is dat de nieuwe fusiegroep, als die er komt, een deel van haar activa verkoopt aan het Italiaanse Acciai Speciali Terni (een gewezen dochter van ThyssenKrupp, red.) van de staalgroep Arvedi. Die gaat 1 miljard euro in Terni investeren en de capaciteit naar 1,6 miljoen ton brengen. Als Terni extra activa bekomt, zijn er in Europa drie sterke, evenwaardige spelers en kan de competitie gewaarborgd zijn.'

Los van de mogelijke Europese bezwaren, houdt de fusie strategisch en operationeel wel steek, zegt Demeester. 'Acerinox heeft een fabriek in de VS en Aperam staat sterk in Brazilië maar heeft niets in de VS. Vanuit Brazilië zou Aperam - operationeel de sterkste van de twee - kunnen exporteren naar de VS en operationele synergieën creëren. Ook in Europa zijn er synergieën mogelijk op het vlak van de aanvoer van schroot. Aperam kocht vorig jaar de Duitse schrootrecycleerder ELG die ook levert aan Acerinox.' Inox of roestvast staal wordt voor 90 procent gemaakt van inoxschroot.

Om een fusie mogelijk te maken - vooral Aperam zou aansturen op een samenwerking - is ook de zegen nodig van de belangrijkste aandeelhouders. Bij Aperam is dat de familie Mittal, de hoofdaandeelhouder van de Luxemburgse staalgroep ArcelorMittal. Haar familiefortuin wordt op bijna 18 miljard dollar geschat.

Bij Acerinox kan niemand om de Spaanse familie March heen, met 18 procent de hoofdaandeelhouder. De Corporacion Financiera Alba van de familie is diep verstrengeld in de Spaanse economie, met belangen in onder meer het grootste Spaanse IT-bedrijf Indra, de voedingsreus Ebro en het telecombedrijf Euskaltel. Het beursvehikel van de op een na rijkste familie van Spanje beheerde in 2021 5,4 miljard euro aan activa.

'Maar voorlopig ligt geen echt fusiedossier op tafel', benadrukt een insider.