Ontwikkelingshulp komt ook via het 4G-netwerk
Kunnen digitale start-ups ook ontwikkelingswerkers zijn? En moeten hulporganisaties meer ondernemers worden? Een Belgische delegatie ging op zoek naar antwoorden in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. ‘Meer ondernemerschap is nodig, maar het is niet de enige oplossing.’
Hoe bouw je in een ‘achtergebleven’ continent als Afrika een basisinfrastructuur uit die bij ons vele decennia tijd en tientallen miljarden euro’s gekost heeft? Het lijkt een onmogelijke opgave, zelfs als je de vele oorlogen, de klimaatopwarming en andere rampspoed buiten beschouwing laat.
Maar misschien is dat een te westerse manier om naar de wereld te kijken. De jongste jaren wordt steeds duidelijker dat de economische ontwikkeling van het zuiden niet volgens de klassieke patronen hoeft te verlopen. De digitale technologie laat er toe om grote sprongen vooruit te maken, of zelfs totaal andere wegen in te slaan.
Game changer
Mobiele netwerken vormen zo een onzichtbare ruggengraat van een gedecentraliseerde infrastructuur die in heel Afrika uit de grond schiet.
Dé game changer van de voorbije decennia was de opkomst van mobiele datanetwerken. De meest afgelegen gebieden kregen in vrij korte tijd toegang tot het internet, voor een fractie van de verbindingskost van vaste netwerken en satellieten.
Mobiele netwerken vormen zo een onzichtbare ruggengraat van een gedecentraliseerde infrastructuur die in heel Afrika uit de grond schiet. Het Oost-Afrikaanse land Kenia en zijn hoofdstad Nairobi zijn op verschillende vlakken een voorloper in die revolutie.
Het symbool bij uitstek is M-Pesa, een eenvoudige app die voor tientallen miljoenen Kenianen dienstdoet als veilige digitale portemonnee, geldtransfersysteem en kredietlijn. De app draait op een sim-kaartje en kan daardoor ook gebruikt worden op eenvoudige gsm’s, die zeker door de armste inwoners nog veel gebruikt worden.
Silicon Savannah
M-Pesa maakte de Kenianen minder afhankelijk van cash geld en fysieke bankkantoren. Maar rond het betaalsysteem groeiden ook andere innovaties die op maat gemaakt zijn van een land in ontwikkeling. In Nairobi ontstond een rijk digitaal ecosysteem dat bekendstaat als ‘Silicon Savannah’.
Niet alleen in Kenia, maar ook in bijvoorbeeld Nigeria, Senegal of Lagos ontstaan nieuwe technologische hotspots als hefboom voor de economische ontwikkeling. Maar er zijn nog enkele structurele hinderpalen. Corruptie en een onvolmaakt marktsysteem blijven een belangrijke rem op de Afrikaanse groei. De Keniaanse techsector heeft veel te danken aan de telecomoperator Safaricom, die een innovatie als M-Pesa mogelijk maakte. Maar net die twee bedrijven krijgen nu kritiek op hun monopoliepositie en de hoge tarieven die ze aanrekenen.
Een ander probleem is het gebrek aan ervaring van Afrikaanse techondernemers.
Ook het gebrek aan lokaal kapitaal is een probleem. Buitenlanders kunnen een deel van de behoefte invullen, maar dat geeft vaak conflicten en misverstanden. Vooral Amerikaanse investeerders maken de fout om Afrika als een nieuw Silicon Valley te beschouwen.
Het bedrijf M-Kopa Solar bijvoorbeeld ontwikkelt units op zonne-energie die enkele uren per dag wat licht en elektrische stroom opleveren. Omdat ze voor de meeste Kenianen te duur zijn om aan te kopen, worden ze aan de man gebracht in een soort leasingmodel met dagelijkse mobiele microbetalingen van ongeveer 0,5 dollar.
‘We maken zo niet alleen de aanleg van dure stroomcentrales en -netwerken overbodig, we vervangen ook de handel in vervuilende kerosine en batterijen die de Kenianen traditioneel gebruikten als energiebron’, zegt Jesse Moore, de Canadese medeoprichter en CEO. Hij exporteerde het concept intussen ook naar de buurlanden Oeganda en Tanzania.
Geconnecteerde gasflessen
Kleinere lokale start-ups proberen dat model van gedecentraliseerde nutsvoorzieningen te kopiëren. In het ‘maakcentrum’ Gearbox, een gedeelde werkplaats in Nairobi waar startende bedrijfjes prototypes kunnen ontwikkelen, maken we kennis met PayGo Energy.
Het bedrijfje, mee opgericht door de Nederlandse onderneemster Laura Talsma, bedacht een dienst met ‘geconnecteerde gasflessen’: de gasflessen worden gratis geleverd en weer opgehaald als ze leeg zijn. De klant betaalt telkens het gas dat hij effectief gebruikt. Zo hoopt het bedrijf komaf te maken met onveilige en niet-duurzame brandstoffen, zoals kerosine of hout.
Opleidingen
Ook het Keniaanse onderwijs krijgt een boost door de opkomst van mobiele communicatie. Schoolboeken zijn in het land schaars, duur en hopeloos verouderd. De start-up Kytabu (‘boek’) probeert ze daarom te vervangen door tablets met inhoud die regelmatig wordt geactualiseerd.
De Afrikaanse start-up Andela kwam wereldwijd in het nieuws toen de stichting van Facebook-topman Mark Zuckerberg in het bedrijf stapte.
Eén van de meest succesvolle Afrikaanse start-ups, Andela, bouwde dan weer een zakenmodel rond hoogwaardige digitale opleidingen. Het bedrijf selecteert de allerbeste talenten, leidt hen op tot topprogrammeurs en ‘verhuurt’ hen daarna aan grote, vaak buitenlandse, klanten. Andela kwam wereldwijd in het nieuws toen de stichting van Facebook-topman Mark Zuckerberg in het bedrijf stapte, en haalde onlangs nog eens 40 miljoen dollar op om in andere Afrikaanse landen uit te breiden.
Belgische interesse
De digitale kansen in Afrika wekken ook bij ons de interesse van start-ups, hulporganisaties en de overheid. Voor vicepremier Alexander De Croo (Open VLD) vormt het thema een perfecte combinatie van zijn twee ministerportefeuilles Digitale Agenda en Ontwikkelingssamenwerking. Hij riep vorig jaar een platform in het leven om digitale ondernemers en hulporganisaties meer te doen samenwerken. Dat resulteerde in een missie van een 40-tal start-ups en ontwikkelingswerkers naar Nairoibi, bijeengebracht door Startups.be en de ngo Close The Gap.
Leverde de Kenia-reis ook iets op? Voor een eindbalans is het te vroeg, maar de eerste indrukken zijn veelbelovend. ‘Ik heb veel zinvolle interacties gezien tussen de Belgische en lokale start-ups en de ngo’s. Het samenbrengen van die twee groepen is wat mij betreft een geslaagd experiment waar we nog concrete resultaten van zullen zien’, zegt Frederik Tibau van Startups.be.
3D-printen
Filip Lammens van VIA Don Bosco, een ngo die onderwijs- en tewerkstellingsprojecten in Afrika en Latijns-Amerika ondersteunt, ziet bijvoorbeeld mogelijkheden in 3D-printtechnologie. ‘Ik zag hier een bedrijfje dat een toestel ontwikkelde waarmee boeren hun land efficiënter kunnen inzaaien. In een klassiek model zouden we die dingen vanuit Kenia moeten transporteren naar Kameroen. Maar met een 3D-printer kunnen we de stukken ter plekke printen en moeten we ze alleen nog doorverkopen.’
Dankzij mobiele betaalsystemen kan je bijvoorbeeld de verdeling van noodhulp goederen vervangen door transfers van cash geld. Dat geeft meer keuzevrijheid.
Tiene Lievens, verantwoordelijk voor internationale samenwerking bij het Rode Kruis, wil via de mobiele schoolboeken van Kytabu eerstehulpcursussen geven aan Keniaanse scholen. Maar ze ziet op termijn nog veel meer mogelijkheden. ‘Dankzij mobiele betaalsystemen kan je bijvoorbeeld de verdeling van noodhulpgoederen vervangen door transfers van cash geld. Dat geeft meer keuzevrijheid, en heeft een positief effect op de lokale economie. Bovendien verloopt die hulp sneller en kan je beter checken of ze bij de juiste mensen terechtkomt.’
Ook enkele Belgische start-ups zien opportuniteiten in Afrika. Het Brusselse Ewala wil het mogelijk maken om vanuit Europa goedkoop geld over te maken naar mobiele portemonnees. Dat kan veel goedkoper dan met de bestaande cashtransfers via bedrijven als Western Union. En het Gentse geomappingbedrijf Geckomatics vond in Nairobi een lokale partner om het land beter in kaart te brengen.
Handel en hulp
Ngo’s waarschuwen wel voor een scenario waarin ontwikkelingshulp alleen nog mogelijk wordt in een commercieel model. Lammens: ‘Onderwijs zal dan bijvoorbeeld bijna geen financiering meer krijgen omdat er geen onmiddellijke economische return is. We hebben nochtans geschoold personeel nodig als we de ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties willen halen. Ngo’s mogen niet ingezet worden als hefboom voor de private sector.’
Ngo’s waarschuwen wel voor een scenario waarin ontwikkelingshulp alleen nog mogelijk wordt in een commercieel model.
Lievens gelooft in de combinatie van handel en hulp. ‘Handel kan een boost geven aan innovatie, zeker als die de noden van de lokale bevolking vervult. Maar soms gaat dat niet, bijvoorbeeld in landen met politieke en sociale instabiliteit. Bovendien riskeer je de meest kwetsbaren niet te bereiken omdat ze geen voldoende aantrekkelijke markt vormen. In die gevallen moet er plaats blijven voor hulp.’
Meest gelezen
- 1 Tienduizenden zieken zitten onterecht thuis
- 2 Trumps vete met Zelensky scheurt westerse alliantie uiteen
- 3 Gesprek Trump en Zelensky ontaardt in scheldpartij: 'Jij flirt met derde wereldoorlog'
- 4 De must-reads van het weekend
- 5 De middenstand regeert het land niét, zegt econoom Johan Lambrecht: 'Managers zijn geen ondernemers, maar ze kapen wel het debat'
Fondsen in Software / Hardware / Technologie
- Pictet - Robotics P EUR
- Econopolis Funds Econopolis Exponential Technologies A EUR
- Belfius Equities Robotics & Innovative Technology C
- Pictet - Digital P EUR