Google wint rechtszaak tegen Europese boete van 1,5 miljard euro

Alphabet, het moederbedrijf van Google, heeft een rechtszaak gewonnen over een Europese boete van 1,5 miljard euro wegens het belemmeren van concurrentie op het gebied van onlineadvertenties.

Het Europees Gerecht in Luxemburg steunde woensdag de bezwaren van Alphabet tegen de boete. Het oordeelde dat de Europese toezichthouders fouten hadden gemaakt in hun onderzoek. De toezichthouders beweerden dat Google als dominante online advertentiebroker illegaal rivalen, zoals Yahoo en Microsoft, had verhinderd advertenties te plaatsen op websites van derden. Het vonnis kan nog worden aangevochten bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

De Europese Commissie gaf Google de boete in 2019 na een onderzoek naar AdSense for Search. Via die dienst regelt Google de advertentieruimte naast de Google-zoekrobot op sites die niet de zijne zijn, zoals nieuwssites of blogs die een Google-zoekfunctie gebruiken. Via AdSense for Search biedt Google gepaste advertenties naast de zoekresultaten. Het is zo een broker voor advertenties door adverteerders en sites met advertentieruimte aan elkaar te koppelen. Maar het zou daarbij misbruik gemaakt hebben van zijn overheersende marktpositie.

De uitspraak van het Gerecht volgt op twee recente juridische overwinningen van de Europese Commissaris voor Mededinging Margrethe Vestager in haar strijd tegen de macht van grote techbedrijven. Vorige week boekte Vestager successen in zaken tegen Google en Apple, met boetes van respectievelijk 2,4 miljard en 13 miljard euro. Google kreeg de boete in een zaak over misbruik van zijn monopoliepositie.

Het Europees Gerecht bevestigde woensdag wel een antitrustboete die door de Commissie was opgelegd aan de Amerikaanse chipmaker Qualcomm. De boete werd wel licht naar beneden bijgesteld, van 242 naar 238,7 miljoen euro.  De Europese Commissie had de boete in 2019 opgelegd omdat Qualcomm zijn chips tussen 2009 en 2011 onder de kostprijs had verkocht. Ook  Qualcomm kan nog in beroep gaan bij het Hof van Justitie.