Federale regering wil tegen 2026 kwart miljard pompen in groene investeringen
De federale regering heeft 250 miljoen euro ter beschikking voor investeringen in de ecologische transitie. De FPIM, de financiële arm van de Wetstraat, beheert de enveloppe. De tijd dringt. Het geld moet vóór eind 2026 geïnvesteerd worden.
De federale ministerraad heeft begin vorig jaar een koninklijk besluit (KB) goedgekeurd om aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) de opdracht te geven te investeren in de ecologische transitie. Het geld - 250 miljoen euro - komt uit het Transformatiefonds van 750 miljoen dat de federale regering lanceerde om bedrijven door de coronacrisis te loodsen.
De FPIM wou aanvankelijk - zoals bij andere initiatieven - een privépartner aanstellen om een fonds voor ecologische transitie te beheren, maar de interesse was zo gering dat de staatsholding de investeringen rechtstreeks zal doen, weliswaar in opdracht van de federale regering. Dat lieten Laurence Bovy (voorzitster FPIM), Koen Van Loo (CEO FPIM) en hun voogdijminister Vincent Van Peteghem (CD&V) dinsdag weten.
Het geld vloeit onder meer naar bedrijven wier innovaties toelaten de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, water en bodems minder te verontreinigen en minder water te gebruiken. Of naar bedrijven die garanderen dat de industrie en particulieren minder afval produceren en verspillen.
De FPIM heeft twee jaar om het geld aan het werk te zetten. De eerste investering is al een feit. In oktober pompte de FPIM 6 miljoen euro in het Luikse ingenieursbedrijf CE+T. Het Franse Crédit Mutuel legde evenveel op tafel. CE+T ontwikkelt energieoplossingen om bedrijven draaiende te houden en energie te laten besparen.
Per dossier kan 1 tot 25 miljoen euro uitgetrokken worden. De FPIM treedt alleen op als co-investeerder. Er liggen vier investeringsdossiers op tafel. Alle dossiers samen vertegenwoordigen - als ze doorgaan - een investering van 15 à 20 miljoen.
De top van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) liet ook weten dat de centralisering van de participaties van de federale regering in het vehikel verdergaat. In mei zullen de participaties in Proximus (53,5%) en Bpost (24,13%) overgeheveld worden naar de staatsholding. Die bezit zelf al 26,91 procent van Bpost.
De eerste fase van de centralisatie van de staatsbelangen is al een tijdje achter de rug. De participaties in Ethias (31,6%) en BNP Paribas (5,3%) staan al sinds 2022 op de balans van de FPIM.
Voor de staatsbank Belfius lopen onderhandelingen met de Europese Centrale Bank (ECB), want door de overheveling van de participatie in Belfius dreigt de FPIM als een financiële holding beschouwd te worden door de toezichthouders. Daardoor zou de FPIM onder het toezicht van de Nationale Bank en dus de ECB belanden. België wil van zo'n scenario niet weten.
Indien de FPIM onder het toezicht van de Nationale Bank en de ECB komt, zou dat onder meer betekenen dat het management en de bestuurders van de FPIM zouden moeten voldoen aan alle 'fit and proper'-regels. De rapportering zou ook veel zwaarder worden en de FPIM zou moeten voldoen aan een reeks financiële criteria, met name met betrekking tot de solvabiliteit.
Meest gelezen
- 1 Verkoop e-auto's trekt aan, Tesla halveert in Europa
- 2 ‘Van 0 naar 1939 in 3 seconden’: affiches dopen Tesla om tot ‘Swasticar’
- 3 Musk botst op weerstand bij Amerikaanse ambtenaren
- 4 De Wever saneert dit jaar hooguit de helft van wat Europa vraagt
- 5 Jarenlange rechterhand van De Wever maakt comeback in Antwerpse politiek