Uitgevers vrezen 'ramp' voor krantenbedeling

Dat het krantencontract voor Bpost op de helling staat, jaagt niet alleen de beleggers schrik aan. Ook de mediasector kijkt met argusogen naar de situatie. Dat veel uitgevers slechte ervaringen met verdeler PPP hebben, speelt daarbij een grote rol.

Bpost heeft al jaren in heel België het overheidscontract voor de bedeling van kranten, goed voor jaarlijks 125 miljoen euro aan subsidies om de krantenverdeling te organiseren. Maar de uitgevers zijn vrij te werken met wie ze willen. In sommige steden, zoals Brussel, Antwerpen en Gent, verzorgt PPP (een deel van) de bedeling.

Alleen is de kwaliteit van de service een weerkerend zorgenpunt. Bij de Nederlands- en de Franstalige uitgevers klinkt het al langer dat de kwaliteit van bezorging bij PPP vaak erg te wensen overlaat en dat het aantal klachten vele malen hoger ligt dan bij Bpost.

Daarin speelt mee dat Bpost met dank aan het krantencontract de ruimte heeft om mensen vast in dienst te nemen, terwijl een bedrijf als PPP uit noodzaak vaak een beroep moet doen op minder stabiele bijbaners of freelancers. Dat veroorzaakt kwaliteitsverlies, dat volgens PPP-CEO Michel D'Alessandro van de baan is als het krantencontract naar andere kandidaten verschuift. D'Alessandro wil naar eigen zeggen 1.000 mensen van Bpost overnemen als het contract zijn richting uitgaat, terwijl hij ook logistieke partners heeft klaarstaan om snel te kunnen schakelen.

Gepeperde brief

Toch is de nervositeit over PPP zo groot dat de vereniging van Franstalige uitgevers Lapresse.be zondag een gepeperde brief naar verschillende leden van de regering verstuurde om haar bezorgdheid te uiten. In die brief, die De Tijd kon inkijken, zegt de vakvereniging PPP de wacht aan.

Volgens de vakvereniging heeft het aantal klachten over PPP het voorbije jaar 'duizelingwekkende hoogtes' bereikt, met in Brussel alleen al meer dan 30.000 klachten in de voorbije twaalf maanden. Daarbij is sprake van leveringstermijnen die 'grotendeels niet worden nageleefd' of abonnees die niet worden beleverd. Ondanks een crisisvergadering met het bedrijf in oktober, blijft PPP 'een volstrekt ontoereikende service leveren', in die mate dat het bedrijf 'onze business in Brussel in gevaar brengt', schrijven de uitgevers.

De vakvereniging is dan ook verbijsterd te lezen dat PPP in staat wordt geacht de verwachte serviceniveaus in heel België te halen, 'terwijl de realiteit aantoont dat dat in Brussel niet het geval is'. In de brief vraagt ze de regering een grondige audit uit te voeren om een zicht te krijgen op het 'werkelijke vermogen van de kandidaten om de verwachte serviceniveaus te halen'. Anders dreigt een 'rampzalig' resultaat.

D'Alessandro wijst er op zijn beurt op dat PPP meerdere tariefverhogingen van de uitgevers heeft gevraagd om de wild galopperende inflatie van de voorbije jaren te compenseren. De Franstalige uitgevers weigerden die prijsverhogingen halsstarrig, in tegenstelling tot de Nederlandstalige. Dat uit zich volgens de PPP-topman in de kwaliteit van de bedeling.

Vlaamse nervositeit

Aan Nederlandstalige zijde is de reactie meer gereserveerd. De uitgevers Mediahuis en DPG Media onthouden zich grotendeels van commentaar, zolang de knoop niet officieel is doorgehakt. Al stipt Mediahuis aan dat de overgangsperiode van zes maanden erg kort is om een volledig netwerk van bezorging uit te rollen over heel België. 'We vrezen dan ook dat de kwaliteit van de krantenbezorging minstens tijdelijk zal lijden.'

Bij Mediafin, de uitgever van de kranten De Tijd en L'Echo, klinkt een gelijkaardig geluid. 'Er is wat nervositeit over kwaliteitsverlies', zegt CEO Peter Quaghebeur. 'We zien in het buitenland hoe moeilijk de verdeling van kranten wordt. Daar bleven wij door het krantencontract lang van gespaard. Dat dreigt te veranderen. Het is een beetje bang afwachten.'