Advertentie
reportage

Tilburg plukt vruchten van boomende (Belgische) e-commerce

©jonas roosens

De pakjes die we met een paar muisklikken aan huis laten leveren, komen zo goed als allemaal uit Zuid-Nederland. Vlak over de Belgische grens strijken grote distributiecentra neer. Vooral de stad Tilburg vaart wel bij het succes van de e-commerce. ‘Een vijfde van de jobs zit in de logistiek.’

Tesla, de Amerikaanse productent van elektrische auto’s, bouwt zijn distributiecentrum voor heel Europa in Tilburg. Een tweede vestiging staat gepland. De populaire webwinkel CoolBlue, die meer dan 330 Nederlandse en Vlaamse webshops verenigt, gaat er prat op dat een pakje dat besteld is voor middernacht, de dag nadien ook wordt geleverd. Die pakjes komen, ook voor de Belgische markt, uit Tilburg. Het snel groeiende e-commercebedrijf is zelfs al bezig aan de bouw van een nóg groter magazijn. De grootwarenhuisketen Albert Heijn wil kost wat kost de 28 Belgische winkels vanuit Tilburg blijven bevoorraden. Ook de Nederlandse schoenenketen Sacha, met winkels in veertien Belgische steden en een uitgebreide Belgische webshop, vult in Tilburg vrachtwagens om nadien de Belgische grens over te steken.

Tilburg heeft een jonge en groeiende bevolking, met een laag tot gemiddeld scholingsniveau. Ideale profielen voor de logistiek.

DAVID CHAPMAN
Woordvoerder stad TILBURG

Talloze ronkende namen kiezen ervoor om vanuit de Noord-Brabantse stad hun producten naar de hele Benelux of nog verder te laten vertrekken. Maar liefst 1.100 hectare bedrijfsterreinen, voor een stad van 200.000 inwoners waarvan ruim een vijfde van de beroepsbevolking ‘in de logistiek’ werkt.

Advertentie

Hoe is Tilburg kunnen uitgroeien tot ‘Logistics Valley’, zoals de inwoners hun stad soms al lachend noemen? En dat op amper dertig kilometer van de Belgische grens, een extra pijnlijke vaststelling voor België dat toch het logistieke hart van Europa pretendeert te zijn.

©Mediafin

Eerste vaststelling: Tilburg is verdraaid goed gelegen. Op de as tussen de wereldhavens Rotterdam en Antwerpen waar goederen binnenkomen en het exportland Duitsland. Tot daar geen verschil met veel plaatsen in Vlaanderen.

Maar bij de tweede vaststelling moeten we al in het zand bijten. Tilburg heeft ook verdraaid goed nagedacht over de infrastructuur. Een nagelnieuwe ring van bijna veertig kilometer gaat helemaal rond de stad, over de hele lengte ligt een tweevaksbaan zo vlak als een biljarttafel. Het vrachtverkeer kan de bedrijventerreinen vlot bereiken en is in een wip weer de A65 op richting Breda of richting Eindhoven.

Zo belanden we vlot bij het Huis van de Logistiek in het hart van Vossenberg, het grootste bedrijventerrein van Tilburg. Daar staat de Dacia van Arie Schouwenaars al te draaien. Schouwenaars, die al vijftien jaar namens de stad Tilburg relatiebeheerder is voor de distributiecentra, zal ons meenemen op safari doorheen Logistics Valley. ‘In het begin was ik alleen, nu heb ik al vier collega’s, zo snel gaat het hier vooruit’, zegt Schouwenaars, die de terreinen kent als zijn broekzak.

©Wim Kempenaers (WKB)

Mannetje uit Tilburg

Dat Tilburg niet alleen over de weg heel vlot bereikbaar is, maar ook over het water en het spoor, heeft de stad te danken aan de visionaire ondernemer Wim Versteijnen. Versteijnen heeft in Tilburg verschillende opslagplaatsen, zit in de verpakkingsindustrie en met zijn transportfirma levert hij over heel Europa, maar had al snel door dat het goederenvervoer steeds meer per boot en per trein zou gebeuren.

Advertentie

‘Toen Versteynen daarvoor naar Rotterdam trok, lachten ze smalend met dat mannetje uit Tilburg’, zegt Schouwenaars, die zijn bewondering niet onder stoelen of banken steekt. ‘Nu rollen ze daar bij wijze van spreken de rode loper voor hem uit. Inmiddels wordt het kanaal verbreed en verdiept zodat er grotere schepen doorkunnen. Op dezelfde manier zorgde Versteijnen ervoor dat hier goederentreinen kunnen stoppen. We zijn nu rechtstreeks verbonden met Bratislava. Hij baat zowel de scheep- als de treinterminal uit.’

©Mediafin

Schouwenaars stopt aan een groot braakliggend terrein van 13 hectare, dat al verkocht blijkt. Hij weet ook aan wie, maar mag niets zeggen. ‘Wij surfen mee op het succes van de e-commerce, die nood heeft aan heel grote oppervlakten. Hier wordt gevochten om zulke stukken grond.’

Het bedrijfsadvisbureau Stec Groep berekende dat de gemiddelde oppervlakte sinds 2000 gestegen is van 21.000 vierkante meter naar 27.000 vierkante meter bedrijfsvloeroppervlak. Dat kan niet iedereen bieden, maar Tilburg wel. ‘Desnoods voegen we verschillende kavels samen.’

De Tilburgenaar wijst met grote trots naar de nieuwe hal van Tesla. De Amerikaanse autofabrikant heeft al een distributiecentrum en eindassemblagefabriek in Tilburg en de nieuwe hal, die in de eerste helft van dit jaar in gebruik wordt genomen, beslaat maar liefst 43.000 vierkante meter. ‘Een trend die we steeds vaker zien, is dat bedrijven in het distributiecentrum nog een minimaal aantal assemblageverrichtingen laat uitvoeren. Dat is fiscaal gunstig. Zo weet Nederland natuurlijk ook een pak multinationals aan te trekken.’

Studentenstad

Met de goede ligging, de puike infrastructuur, de grote kavels en het fiscaal gunstig regime weet Tilburg duidelijk te charmeren. Maar niet voldoende om Venlo, al jaren dé logistieke hotspot van Nederland, naar de kroon te steken. De regio Venlo-Venray is nog beter gelegen, vlak aan de Duitse grens, en de stad staat ook alles in het werk om het de bedrijven naar hun zin te maken.

©jonas roosens

Toch heeft Tilburg een troef die Venlo niet heeft: haar universiteit. En dan vooral haar studenten, van wie er velen een bijbaantje zoeken. In tegenstelling tot in België, is Nederlandse studentenarbeid soepel geregeld.

Op het kabinet van Eric de Ridder, wethouder van Economie van de stad Tilburg, krijgen we meer uitleg. ‘Tilburg is een stad met een heel jonge en nog steeds groeiende bevolking’, zegt David Chapman, woordvoerder van de Ridder. ‘Enerzijds studenten, anderzijds mensen met een laag tot gemiddeld opleidingsniveau. Precies die profielen zijn gegeerd in de logistiek. Daarom zetten we als stad zo sterk in op logistiek. In het Huis van de Logistiek komen ondernemers, overheid en onderwijs samen. We zorgen dat bedrijven vlot hun administratie in orde krijgen, bieden laaggeschoolde werknemers opleidingen aan die aansluiten op de logistiek en de ondernemers vinden snel arbeidskrachten.’

De grote verrassing

Die dynamiek is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Het vakblad Logistiek.nl noemt Tilburg in zijn jongste verkiezing ‘de grote verrassing’. Jarenlang ging de strijd in de verkiezing tot de Nederlandse logistieke hotspot tussen Venlo-Venray en Midden-Brabant. Maar vorig jaar schoot de regio Tilburg-Waalwijk naar de tweede plaats. Precies door die uitstekende scores voor de inzetbaarheid en motivatie van werknemers en de beschikbaarheid van personeel en opleidingen, criteria waarmee ze zelfs Venlo overklassen.

Op het Tilburgse stadhuis is de wethouder van Economie meer dan tevreden over de evolutie van zijn Logistics Valley. Nog deze ambtstermijn wil Eric de Ridder de nummer één van de logistieke hotspots worden, en zo de jarenlange hegemonie van het naburige Venlo doorbreken. Dat wordt duidelijk in het distributiestencentrum van de warenhuisketen Albert Heijn, die vanuit Tilburg zijn Zuid-Nederlandse winkels én 28 Belgische winkels bevoorraadt. De grootgrutter werkt met vijfhonderd vaste medewerkers, maar ook de pool van 350 uitzendkrachten en 150 studenten is onmisbaar. ‘Goed verdienen als orderpicker bij distributiecentrum Albert Heijn in Tilburg?’, staat in een vacature specifiek gericht op studenten. ‘We zijn op zoek naar kandidaten die op vrijdagnacht van 23.00 tot zaterdagochtend 7.00 uur beschikbaar zijn om te werken.’

Vanuit het magazijn, dat 35.000 vierkante meter groot is, vertrekken elke dag ongeveer 350 vrachtwagens. In het weekend loopt dat gemiddelde zelfs op naar zo’n 450 vrachtwagens. Van die trucks gaan er dagelijks 56 naar de Belgische winkels. Elke Albert Heijn wordt elke dag beleverd door één vrachtwagen met houdbare producten en één vrachtwagen met verse producten. Grotere winkels krijgen nog extra beleveringen.

Niet naar België

Hoewel Albert Heijn fors aan het uitbreiden is in België, is de keten niet van plan om een distributiecentrum te bouwen in België. ‘Dit centrum kan nog heel wat extra Belgische winkels aan’, zegt Arjan Duquesnoy, de operationele manager Productie van het depot. Sinds Albert Heijn in 2011 actief werd in België, is het distributiecentrum niet uitgebreid. ‘Maar het afzetgebied van dit centrum is wel verzuidelijkt’, zegt Duquesnoy. ‘Een deel van onze meer noordelijke winkels hebben we afgestaan aan de drie andere distributiecentra van Albert Heijn. Daarvan wordt er binnenkort nog meer gemechaniseerd, waardoor er in dezelfde ruimte meer capaciteit wordt gecreëerd. Wanneer er meer Belgische winkels bijkomen, kunnen we dus nog meer verzuidelijken.’

Ik ken een Belgische ondernemer die zijn hele boeltje naar Nederland wil verhuizen. Hij heeft het echt gehad met de vakbonden.

ARIE SCHOUWENAARS
relatiebeheerder bedrijfsterreinen

Toch heeft het distributiecentrum zich moeten aanpassen aan de Belgische winkels. Daar hebben verschillende eetgewoonten tussen de Belgen en de Nederlanders alles mee te maken. De Belgische winkels bieden de producten aan die in Nederland worden aangeboden, maar ook enkele specifiek Belgische producten. Die worden in een aparte hal opgeslagen. Dat geldt bijvoorbeeld voor pickles-chips, Leo-koeken en Rombouts-koffie. Drank in petflessen is nog zo’n eigen verhaal. ‘In Nederland is er statiegeld voor leggen petflessen, in België niet. We willen vermijden dat Belgische petflessen in Nederland terecht komen en omgekeerd’, zegt Duquesnoy.

Bij Albert Heijn zijn ze er niet happig op om de gunstige arbeidsvoorwaarden aan te stippen als reden om de Belgische markt vanuit Tilburg te blijven bevoorraden. Tom van Dinter, die de logistiek naar België coördineert, wijst vooral naar de goede weginfrastructuur als de reden waarom Albert Heijn al 44 jaar een distributiecentrum in Tilburg heeft.

Flexibele studenten

Ook in het distributiecentrum van de webshop Coolblue, actief in Nederland en België, fietsen ze rond onze vragen omtrent de loonkosten en arbeidsvoorwaarden. Ongetwijfeld zit de kritiek op de werkomstandigheden bij de Amazons en Zalando’s van deze wereld daar voor iets tussen. Jeroen Van Camp, manager bezorging bij Coolblue, benadrukt dat het bij hen anders is. ‘We kiezen er heel bewust voor om met eigen, vaste personeelsleden te werken’, zegt Van Camp. ‘Op die manier kunnen we er heel nauw op toezien dat ze tevreden blijven, want dat is onze grootste troef. Wie reclame maakt met ‘voor middernacht besteld, morgen gratis thuis geleverd, zeven dagen op zeven’, die moet gemotiveerd en flexibel personeel hebben. Uiteraard zijn er naast de ongeveer 100 werknemers studenten die een centje willen bijverdienen. We hebben een heel flexibel inzetbare pool aan studenten.’

350
Vanuit het distributiecentrum van Albert Heijn in Tilburg vertrekken elke dag 350 vrachtwagens. In het weekend zelfs 450.

Dat Coolblue het naar zijn zin heeft in Tilburg, is duidelijk. Nog maar in 2013 nam het zijn intrek in het huidige magazijn, maar even verderop staat al een veel groter in de steigers. Dat is 22.000 vierkante meter groot, met mogelijkheid om uit te breiden. In juli wil Coolblue, dat in 2014 de omzet met 45 procent zag stijgen tot 360 miljoen euro, het nieuwe gebouw in gebruik nemen.

Coolblue heeft een aparte strategie. De keten kiest voor twee Nederlandse distributiecentra om de Nederlandse én Belgische klanten te bevoorraden, maar de logica achter de twee locaties is niet geografisch. Vanuit het distributiecentrum in Tilburg vertrekken grotere stukken zoals wasmachines, ijskasten en elektrische zaagmachines. Vanuit Capelle aan de IJssel in de buurt van Rotterdam verzendt Coolblue kleinere producten zoals laptops, smartphones en elektrische tandenborstels.

In het magazijn staat efficiëntie voorop. Tot in het kleinste detail is alles in het werk gesteld om zo weinig mogelijk tijd te verliezen. ‘Vorige week nog hebben we de karren van richting veranderd zodat het quasi onmogelijk is om pakjes op de verkeerde kar te leggen’, zegt Van Camp enthousiast. ‘Zo zijn we voortdurend bezig met kleine aanpassingen.’ Op grote borden her en der in het magazijn kunnen de personeelsleden zelf voorstellen doen om zaken efficiënter aan te pakken. Aan de vele gele post-its te zien, is de gedrevenheid groot.

©Wim Kempenaers (WKB)

‘Er zit maar een kwartier tussen de bestelling thuis en het moment dat een pakket op de vrachtwagen kan’, zegt Van Camp trots. ‘Dat moet wel, als je om 23.59 uur een bestelling binnenkrijgt en die bestelling nog de dag nadien bij de klant thuis wil krijgen.’ Vrachtwagens van Post NL halen alles op voor de Nederlandse markt, BPost vervoert alles wat de Belgische klanten hebben besteld.

Van die flexibiliteit kunnen Belgische handelaars alleen maar dromen. Tussen 20 uur ‘s avonds en 6 uur ‘s morgens mogen ze niet werken. Luc Van Mol, de CEO van de Belgische kledingketen ZEB, denkt precies om die reden hardop na om zijn activiteiten voor e-commerce naar Nederland te verhuizen. ‘Wij kunnen de snelheid van de populaire Nederlandse webwinkels niet leveren, door de onflexibele Belgische arbeidswetgeving. Bovendien liggen de loonkosten in België nog eens 20 tot 25 procent hoger.’

Terug in de auto bij Arie Schouwenaars. ‘Jullie wilden toch weten waarom Nederland zo’n populaire bestemming is voor de logistiek? Het feit dat Nederlandse vakbonden hier eerst aan tafel gaan zitten als er een probleem is. Jullie in België staken direct en gooien zo de deur dicht. Ik chargeer een beetje, maar je begrijpt wel wat ik bedoel. Zo ken ik een Belgische ondernemer die net over de Belgische grens zijn distributiecentrum heeft, maar nu in gesprek is met een Nederlandse investeerder om zijn boeltje naar hier te verhuizen. Hij zei me dat hij het echt gehad heeft met de vakbonden, hij is het zat.’

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
In Vlaanderen is veel grond met pfas vervuild.
Vlaanderen herbekijkt strengere pfas-regels voor bouwwerven
De Vlaamse regering laat onderzoeken of de geplande regels rond pfas op bouwwerven aangepast moeten worden, omdat ze te grote kosten zouden veroorzaken. De bouwsector, die de normen onhaalbaar acht, juicht de heroverweging toe.
Gesponsorde inhoud