Bioplasticdroom Avantium staat voor grote test
Het Belgisch-Nederlandse Avantium zet fors in op de langverwachte doorbraak van zijn plantaardig plastic. Op wereldschaal blijft het aandeel ‘olievrij’ plastic echter nog erg bescheiden. ‘Het viel veel duurder uit dan wat bedrijven wilden betalen.’
Plastic geldt al ettelijke decennia als een ongezien industrieel succes. Vandaag produceren we er jaarlijks wereldwijd 380 miljoen ton van. Het enige probleem: het materiaal is gemaakt van fossiele - en dus eindige - grondstoffen. Het belangrijkste ingrediënt is een derivaat van ruwe olie en aardgas, wat plastic moeilijk afbreekbaar maakt.
- Het Belgisch-Nederlandse Avantium wil met zijn plantaardig plastic PEF zijn langverwachte bioplasticdroom realiseren.
- Experts zien er een nichetoepassing in, bijvoorbeeld voor een bepaald type petflessen.
- Na ruim 30 jaar blijft de wereldjaarproductie van bioplastic erg bescheiden.
Het Belgisch-Nederlandse Avantium gaat er prat op dat het een van de oplossingen kan aanreiken. Het chemiebedrijf klopt momenteel bij de belegger aan om 45 miljoen euro op te halen, met het oog op de bouw van de eerste fabriek ter wereld die op commerciële schaal FDCA kan maken, een grondstof voor PEF, een afbreekbaar, plantaardig plastic. In België kunnen alleen bestaande kleine beleggers deelnemen, en dat nog tot komende woensdag. Om juridische redenen zijn nieuwe kleine Belgische beleggers uitgesloten.
Avantium werkt al jaren aan manieren om straks ‘olievrij’ plastic, ook bioplastic genoemd, op commerciële schaal te produceren. PEF heeft eigenschappen die het interessant maken voor bepaalde drankverpakkingen. Het laat minder CO2 en minder zuurstof door dan bijvoorbeeld pet. Dat betekent dat frisdranken hun bubbels langer bewaren en dat bier of fruitsap minder snel bederft.
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat het Belgische Resilux, een producent van voorvormen voor petflessen, mee op de Avantium-kar springt. Het sloot vorig jaar al een akkoord met het chemiebedrijf om de komende jaren bioplastic in zijn petflessen te verwerken.
‘We zien er toegevoegde waarde in voor een klein percentage petflessen’, tempert Resilux-topman Dirk De Cuyper al te hoge verwachtingen. ‘Voor bepaalde dranken bouwen we in onze petflessen barrières in, om zuurstof tegen te houden of bijvoorbeeld CO2 in de fles te houden. Dat is een soort middenlaag, die bestaat uit een andere kunststof. Die zouden we kunnen vervangen door PEF in hoogwaardige waters, wijnen, bieren, fruitsappen en speciale koolzuurhoudende frisdranken.’
PEF zal enkel gebruikt worden waar het echt een toegevoegde waarde kan bieden.
Maar Resilux is allerminst van plan om snel volledig van pet naar PEF over te schakelen. ‘Het is een duur materiaal en het is nog te vroeg om over volumes te spreken’, zegt De Cuyper, die in plantaardig plastic op korte termijn ook geen ‘petfleskiller’ ziet. ‘We zien PEF als een nicheproduct. De kostprijs is op korte termijn een probleem, omdat de productie nog van start moet gaan.’
‘Petproductie is al lang een heel mature markt en het materiaal wordt al in bijna alle landen gerecycleerd. PEF zal enkel gebruikt worden waar het echt een toegevoegde waarde kan bieden.’
Avantium erkende al dat PEF vooralsnog een stuk duurder is dan pet, dat van olie en aardgas is gemaakt. Het wil zijn fabriek die het bouwt in het Nederlandse Delfzijl, nabij Groningen, tegen eind 2023 operationeel hebben en er vanaf 2024 produceren. Het bedrijf mikt in eerste instantie op een productie van 5.000 ton per jaar, ofwel 100 keer minder dan een normale petfabriek.
‘Dan heb je niet dezelfde schaalvoordelen, waardoor de prijs van PEF nog zo’n viermaal hoger ligt dan de petprijs’, zei Avantium-CEO Tom van Aken eerder in De Tijd. Op termijn denkt Van Aken dat PEF wél goed zal kunnen concurreren met pet.
De volgende fabriek, die licentiehouders van Avantium moeten bouwen, zou er een van 100.000 ton kunnen worden, waardoor de prijs zakt met een factor twee en PEF even duur is als glas en aluminiumblikjes.
‘Klanten willen Avantium straks misschien een meerprijs van 10 à 20 procent betalen voor PEF, maar zeker niet het dubbele of meer dan voor pet, dat met een productie van 80 miljoen ton per jaar 's werelds meest geproduceerde en goedkoopste polyester is’, meent de Belg Stefaan De Wildeman. In 2014 richtte hij het Limburgse B4Plastics op, om ook bioplastic te maken met biogrondstoffen.
‘Avantium heeft hoog gemikt en maakte het zichzelf vrij moeilijk door zich met PEF te positioneren tegenover zo’n goedkope grondstof als pet. In Azië alleen al heb je al 15 jaar fabrieken die een miljoen ton pet per jaar produceren.’
Beperkt tot niches
De Wildeman, die in een vorig leven ruim een decennium voor de Nederlandse speciaalchemiegroep DSM heeft gewerkt, stelt vast dat er al meer dan 30 jaar bioplastic wordt geproduceerd, maar dat vele spelers met ontwrichtende plannen hun tanden stukbeten op de gevestigde plasticindustrie.
‘De grote doorbraak is er nog niet gekomen. Dat komt omdat al die bioplastic van de voorbije decennia, en dan gaat het toch om tientallen soorten, te weinig meerwaarde bood en vooral vele malen duurder uitviel dan wat bedrijven ervoor wilden betalen. Dan heb ik het dus niet over 10 à 20 procent duurder, maar over maal twee, drie of vier.’
Wereldwijd wordt jaarlijks 350 à 400 miljoen ton plastic geproduceerd. De totale jaarproductie van alle soorten bioplastic bedraagt 2 à 3 miljoen ton.
‘Daardoor blijft het gebruik van bioplastic beperkt tot niches, hoewel er al sinds de jaren 80 veel animo rond wordt gecreëerd’, zegt De Wildeman. ‘Ik herinner me de anekdote dat een fabrikant van luxewagens per se bioplastic verkoos voor de afdekking van de motorkap. Hij wilde er zelfs veel meer voor betalen omdat die plastic na duizenden kilometers veel meer blonk dan de klassieke.’
Een ander type bioplastic, PLA, dat ook op suiker gebaseerd is maar andere eigenschappen heeft dan PEF, wordt wel al langer commercieel gebruikt, maar op beperkte schaal. ‘Bijvoorbeeld als verpakking van slaatjes of wegwerpbestek’, zegt Wim Hoste, die als analist van KBC Securities de chemiesector van nabij volgt.
‘Terwijl de commerciële PEF-productie nog op gang moet komen, heb je wel al verschillende PLA-producenten. Het Nederlandse Corbion, bijvoorbeeld, dat al in 2016 een joint venture oprichtte met de Franse energiereus TotalEnergies, produceert al 75.000 ton per jaar. Het Amerikaanse NatureWorks produceert jaarlijks 150.000 ton.’
Toch blijft de totale bioplasticproductie - na meer dan drie decennia van ronkende verklaringen en verwoede productiepogingen - tot dusver zeer bescheiden. ‘Om je een idee te geven: wereldwijd wordt jaarlijks 350 à 400 miljoen ton plastic geproduceerd’, zegt Hoste. ‘De totale jaarproductie van alle soorten bioplastic samen bedraagt momenteel 2 à 3 miljoen ton.’
Speciaalchemie
Dat de uitrol van bioplasticproductie op commerciële schaal een moeilijk verhaal is, blijkt ook uit het hobbelige parcours dat Avantium, opgericht in 2000, de voorbije jaren heeft afgehaspeld.
Het had jaren geleden een deal met de Duitse chemiereus BASF, waarbij ze samen in Antwerpen een fabriek voor PEF-flessen zouden bouwen. Maar Avantium moest begin 2019 alleen verder omdat het water tussen beide partijen toch te diep bleek.
De komende jaren moet blijken of het verlieslatende bedrijf - Avantium boekte vorig jaar een nettoverlies van ruim 24 miljoen euro - alsnog zijn langverwachte bioplasticdroom kan waarmaken.
‘Als Europese speler kan je het verschil maken met bioplastic voor speciaalchemie- of nichetoepassingen’, meent De Wildeman. Met B4Plastics draaide hij vorig jaar een omzet van 1 miljoen euro. Het bedrijf komt stilaan in de opschaalfase, met een productiecapaciteit tot enkele tientallen tonnen biomateriaal per maand. ‘Dan heb je het weliswaar over veel kleinere volumes, van een paar duizend ton per jaar, maar daar zijn de marges veel hoger en kan je je onderscheiden van de rest.’
‘We ontwikkelden bijvoorbeeld een trimdraad van bioplastic voor bosmaaiers, die volledig bioafbreekbaar is’, zegt De Wildeman. ‘Het is een innovatie waarvoor we ruim drie jaar nodig hadden en waar ’s werelds grootste speler nu mee zijn schouders onder zet.'
'Je kan in de bioplasticindustrie beter geduldig beginnen met kleinere toepassingen die meer toegevoegde waarde bieden dan meteen grote afzetmarkten te willen aanpakken.’
Meest gelezen
- 1 Ghelamco-eigenaar Paul Gheysens verkoopt duurste penthouse van België
- 2 Fabien Pinckaers, de man achter miljardenbedrijf Odoo: ‘Ons grote geluk is dat de concurrentie shit is’
- 3 De must-reads van het weekend
- 4 De Croo en De Wever schuiven hete aardappel van budget ziekteverzekering naar elkaar door
- 5 Belgische olie-invoer spekt Russische oorlogskas en Poetins paleis