Eind 2014 hadden 380.000 Belgen een tweede woning voor recreatieve doeleinden. Dat blijkt uit de tweejaarlijkse rondvraag van het onderzoeksbureau WES Research & Strategy die De Tijd kon inkijken.
De groei van het aantal tweede verblijven komt al jaren vrijwel uitsluitend van de opmars van tweede verblijven in het buitenland. Dat aantal steeg van 95.000 in 2000 naar 140.000 in 2012. De voorbije twee jaar kwamen er daar nog eens 30.000 bij.
Spaanse groei
Frankrijk blijft de favoriete locatie, met een stijging van 50.000 in 2012 naar 55.000 vorig jaar. De totale groei van de voorbije twee jaar kan in belangrijke mate op rekening van Spanje worden geschreven. Het aantal verdubbelde van 15.000 naar 30.000, na bij de start van de financiële crisis eerst met zo’n 5.000 te zijn gedaald.
Italië en Nederland komen op de derde en vierde plaats. Opvallend is dat de Belg ook steeds meer voor de meest uiteenlopende landen kiest. De ‘restgroep’ is sinds 2000 verdrievoudigd tot 60.000. Dat is meer dan heel Frankrijk. Naar schatting 10.000 Belgen hebben een tweede verblijf in Turkije, maar ook oostelijk Europa, met landen als Kroatië, is in opmars. Belgen zijn ook niet langer bang voor een tweede verblijf in bijvoorbeeld Thailand.
Zeil- of motorboot
De meeste van de tweede woningen (275.000 of 72%) zijn klassieke tweede verblijven, zoals appartementen, studio’s, bungalows of villa’s. Nog eens 80.000 gezinnen verblijven in een chalet of een stacaravan met een vaste standplaats op een kampeerterrein, vooral in eigen land. Dat aantal daalt ieder jaar. Nog eens 25.000 gezinnen hebben een zeil- of motorboot waarop ze kunnen overnachten.
Het aantal Belgen met een tweede verblijf aan de kust (105.000) is al jaren vrij stabiel. De daling in de Ardennen (35.000) lijkt te zijn gestopt.
Rijkere gezinnen bezitten logischerwijze vaker een tweede verblijf. Maar ook andere factoren spelen mee. Gezinnen in het centrum van het land (Brussel en de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant) blijken vaker eigenaar te zijn van een tweede verblijf. Tweede verblijven komen meer voor bij een gezin met een gezinshoofd tussen 45 en 74 jaar.
Gunstige fiscaliteit
Jonge gezinnen lijken meer dan vroeger geneigd om een tweede verblijf in het buitenland te verwerven’, stelt Rik De Keyser, bestuurder-directeur van WES Research & Strategy
‘Jonge gezinnen lijken meer dan vroeger geneigd om een tweede verblijf in het buitenland te verwerven’, stelt Rik De Keyser, bestuurder-directeur van WES Research & Strategy vast. Het betere klimaat in het zuiden, de goedkope vluchten naar veel bestemmingen en de relatief lage vastgoedprijzen in landen als Spanje lokken veel Belgen. Net als het feit dat het spaarboekje nog nauwelijks iets opbrengt.
De relatief hoge vastgoedprijzen in eigen land en het feit dat veel kustgemeenten de belasting op tweede verblijven hebben verhoogd spelen niet onmiddellijk extra in de kaart van de Belgische kust. Onder meer Spanje probeert via een gunstige fiscaliteit Belgische investeerders te lokken.