U moet sinds begin dit jaar extra alert zijn als in uw buurt een bouwproject wordt gepland en de plannen van de opdrachtgever u niet zinnen. Eind vorig jaar verscheen in het Staatsblad de zogenaamde Codextrein. De publicatie zet in het Vlaams Gewest een rist nieuwe regels op het spoor. En ze beknot uw mogelijkheden om tegen een verleende bouw- of milieuvergunning in beroep te gaan. We mogen eigenlijk niet meer van een bouw- of milieuvergunning spreken. Beide begrippen zijn begin dit jaar herdoopt in ‘omgevingsvergunning’.
De beperking van de mogelijkheid om beroep aan te tekenen komt niet uit de lucht vallen. Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) wil de misbruiken een halt toe roepen.
De voorbije jaren werd vaak misbruik gemaakt van het recht om beroep aan te tekenen tegen een bouwvergunning, niet het minst door allerhande actiecomités. Dat leidt tot stilstand en rechtsonzekerheid voor de bouwheer. Want met al die hangende procedures - juridische geschillen kunnen jaren aanslepen - kan of wil de opdrachtgever geen spade in de grond steken.
Niet altijd misbruik
Maar de bezwaren komen lang niet altijd neer op misbruik, merkt Stijn Verbist op, professor rechtsbescherming aan de UHasselt en specialist ruimtelijke ordening. Daarom moet het voor de burger mogelijk blijven om opmerkingen bij of bezwaren tegen een bouwproject kenbaar te maken. Het is best mogelijk dat het voorgenomen project de privacy van de buren aantast, dat het nieuwe gebouw absoluut niet past in het straatbeeld, of dat een nieuw kantorencomplex de mobiliteit in de buurt in het gedrang brengt.
Wie zijn opmerkingen of bezwaren wil formuleren, moet dat voortaan doen in het begin van de procedure. Meer precies tijdens het openbaar onderzoek dat 30 dagen loopt en dat precies wordt gevoerd om na te gaan of er geen bezwaren zijn. Doet u dat niet, dan kunt u geen beroep meer aantekenen tegen de verleende vergunning. Zo kan de overheid meteen ook bekijken of uw bezwaren gegrond zijn en kan ze met kennis van zaken beslissen.
Het wordt cruciaal om de periode van het openbaar onderzoek niet te laten verstrijken. Hoe wordt u daarvan op de hoogte gebracht?
- Bent u een aanpalende eigenaar, dan wordt u schriftelijk van de bouwaanvraag én van het openbaar onderzoek op de hoogte gebracht voor dat begint.
- Voor andere buurtbewoners geldt het gele aanplakbiljet als kennisgeving. Dat biljet vermeldt wie de bouwaanvraag heeft ingediend, het voorwerp van de aanvraag en tot wanneer het openbaar onderzoek loopt.
De plannen kunnen altijd worden ingekeken op de bevoegde diensten van uw gemeente of stad. U dient uw opmerkingen schriftelijk mee te delen. Omdat het technisch soms complexe materies betreft, kan het aangewezen zijn u te laten bijstaan door een advocaat.
Let wel, de overheid - meestal het college van burgemeester en schepenen - is niet verplicht met uw opmerkingen rekening te houden. Maar als ze dat niet doet, moet ze wel uitleggen waarom ze uw meest pertinente argumenten naast zich neerlegt.
Zijn uw bezwaren gegrond, dan heeft de overheid twee opties. Ofwel weigert ze de aangevraagde vergunning. Ofwel verleent ze de vergunning, maar knoopt ze daar voorwaarden aan vast.
Beroep beperkt
Wat als de verleende omgevingsvergunning niet aan uw opmerkingen tegemoetkomt? Dan kunt u een administratief beroep instellen op voorwaarde dat u uw stem al tijdens het openbaar onderzoek hebt laten horen.
Als u dat niet hebt gedaan, is beroep alleen nog mogelijk in bepaalde omstandigheden. Bijvoorbeeld als er een wijziging wordt aangebracht aan de vergunningsaanvraag na het openbaar onderzoek. Of ‘als u aantoont dat u door specifieke omstandigheden in de onmogelijkheid was om een standpunt, opmerking of bezwaar in te dienen tijdens het openbaar onderzoek’. Het loutere argument dat u het gele aanplakbiljet niet hebt opgemerkt, volstaat niet. ‘Ius vigilantibus’, besluit Verbist. ‘Het recht is voor de rappen. Wie er niet op tijd bij is, ziet zijn mogelijkheden in rook opgaan.’