Europeanen schieten in spaarkramp

De gezinnen van de eurozone hebben in het eerste kwartaal 16,9 procent van hun inkomen gespaard. Dat is een stijging met 3,5 procentpunten tegenover het eerste kwartaal van 2019, of de grootste toename ooit.

Dat illustreert nogmaals de enorme economische impact van het nieuwe coronavirus en de lockdown die daarop volgde. Het was toen niet mogelijk geld uit te geven in niet-voedingswinkels en in de horeca.

België

De consumptie van de Europese gezinnen viel in het eerste kwartaal met 1,7 procent terug tegenover dezelfde periode een jaar eerder. Dat contrasteert met een 'normale stijging' van minstens 2 procent in de jaren daarvoor. Ook de stijging van het beschikbare inkomen met 2,4 procent droeg bij tot de hogere spaarquote.

De inwoners van Slovenië, Polen en Spanje schoten het meest in een spaarkramp, met een stijging van de spaarquote van circa 7 procentpunten. België volgt als vierde land met een toename van 6 procentpunten.

De Belgische spaardrift is vooral af te lezen op de tegoeden op gereglementeerde spaarboekjes. In de eerste helft van 2020 groeiden de spaartegoeden met liefst 9,4 miljard euro aan naar een recordhoogte van 291,6 miljard.

Zweden

In de grafiek die Eurostat vrijgaf, valt opnieuw Zweden op met de kleinste stijging van de spaarquota (+1,1 procentpunt). Zweden pakte de coronacrisis op een andere manier aan. Onder meer de scholen en de horeca bleven er open.