Mijn geld Het antwoord op al uw geldvragen
Advertentie

Dit verandert op het vlak van belastingen in 2020

Geen woonbonus meer, lagere registratierechten voor wie een gezinswoning koopt, en minder fiscaal voordeel voor dienstencheques. Zie hier de maatregelen die op fiscaal vlak veranderen in 2020.
Ook op fiscaal vlak veranderen er in 2020 een aantal zaken.
Ook op fiscaal vlak veranderen er in 2020 een aantal zaken. ©ImageGlobe

1. Geen woonbonus meer

Vlamingen die vanaf 1 januari 2020 lenen voor hun gezinswoning zullen in hun jaarlijkse belastingaangifte geen voordeel meer kunnen vragen voor die lening. De zogenaamde Vlaamse geïntegreerde woonbonus maakt plaats voor een lagere registratiebelasting.

Het belastingvoordeel is er wel nog voor wie in 2019 een leningsakte heeft ondertekend - zelfs al neemt u pas na nieuwjaar de lening op. Uiteraard moet de lening aan de voorwaarden voor de woonbonus voldoen. Volgens de algemene regel kan u de leningsuitgaven alleen fiscaal inbrengen als u bij de betaling in de gefinancierde woning woont, maar de stand van de bouwwerkzaamheden is een wettelijk vastgelegde uitzondering. Als u er niet kan wonen omdat de bouw of verbouwing nog niet klaar is, kunt u toch de woonbonus genieten.

Advertentie

Voor bestaande leningen - waarvoor er al een belastingvoordeel was - verandert er niets. U behoudt het belastingvoordeel. Maar wat als u die lening na nieuwjaar wijzigt?

1 Herfinanciering

De lage rente aangrijpen om uw lening te herfinancieren, blijft ook na de afschaffing van de woonbonus perfect mogelijk. Een herfinancieringslening wordt door de fiscus niet als een nieuwe lening beschouwd, maar wel als een voortzetting van de bestaande lening. De datum van de oorspronkelijke lening blijft van tel. Het maakt niet uit of u die lening bij dezelfde bank dan wel bij een andere her­financiert.

Grijpt u de herfinanciering aan om meer te lenen dan het nog openstaande saldo van de lening? Het bijkomende bedrag wordt beschouwd als een nieuwe lening en voor dat deel zal er vanaf 2020 geen belastingvoordeel meer zijn. Als u de looptijd van de lening na 2019 verlengt, zal met die verlening geen rekening worden gehouden.

2 Pandwissel

Wie al eerder leende en beslist om die gefinancierde woning in te ruilen voor een andere, kan werken met een zogenaamde pandwissel, ook wel hypotheekoverdracht of hypotheekruil genoemd. Daarbij wordt de eerste woning verkocht, maar de lening blijft bestaan. De oorspronkelijke hypothecaire inschrijving op het verkochte pand wordt overgebracht naar de andere woning. ‘Bij een hypotheekoverdracht kan je kiezen tussen de voortzetting van de Vlaamse woonbonus of het regime van het federale langetermijnsparen’, zegt Jef Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer. ‘Doorgaans is de keuze voor de Vlaamse woonbonus het voordeligst.’

3 Looptijdverlenging

Het heeft geen zin om de looptijd van een bestaande lening te verlengen om zo langer het belastingvoordeel te genieten. Looptijdwijzigingen vanaf 1 januari 2020 worden geneutraliseerd. De resterende looptijd van de lening die geldt op 31 december 2019 wordt als het ware bevroren. Betalingen na die initiële looptijd zullen geen Vlaams belastingvoordeel meer opleveren.

Advertentie

4 Wederopname

Hebt u een paar jaar geleden geleend en al een stuk van uw lening afbetaald? Of hebt u uw lening al terugbetaald, maar rust er nog altijd een hypotheek op uw woning? Het is mogelijk om een deel van het afgeloste kapitaal opnieuw te ontlenen. Zo’n wederopname zal altijd als een nieuw krediet worden beschouwd, waardoor er vanaf 1 januari 2020 geen belastingvoordeel meer is voor een wederopname.

2. Lagere registratierechten bij aankoop gezinswoning

In ruil voor de afschaffing van de woonbonus komt er vanaf 1 januari 2020 een verlaging van de Vlaamse registratiebelasting. Het tarief daalt van 7 naar 6 procent voor de aankoop van de enige gezinswoning en van 6 naar 5 procent voor wie een ingrijpende energetische renovatie uitvoert. De verlaagde tarieven zijn sowieso van toepassing voor koopovereenkomsten die afgesloten worden na nieuwjaar.

6
procent
Wie volgend jaar een gezinswoning koopt in Vlaanderen, zal nog maar 6 procent registratierechten betalen. Nu is dat nog 7 procent.

Sloot u de koopovereenkomst - het ‘compromis’ in de volksmond - nog voor de jaarwisseling, maar wordt de koopakte pas na nieuwjaar bij de notaris verleden, dan zal de datum van de authentieke koopakte aanvaard worden om het verlaagde tarief te genieten.

Let wel, aan de voorwaarden voor de verminderde registratiebelasting is niets veranderd. De lagere tarieven zijn er alleen voor wie geen eigenaar is van een andere woning of bouwgrond. Enige uitzondering is als u dat vastgoed binnen het jaar verkoopt. Om de verlaagde registratiebelasting te behouden, moet u zich bovendien tijdig domiciliëren op het adres. Bij toepassing van het 6 procenttarief moet u er binnen twee jaar na de aankoop­akte wonen, voor het 5 procenttarief binnen vijf jaar.

3. Nieuwe belastingvermindering voor rechtsbijstandsverzekering

In uw belastingaangifte van volgend jaar zal u voor het eerst een belasting­vermindering voor een rechtsbijstandsverzekering kunnen vragen. Zo’n verzekering neemt de kosten van allerhande juridische geschillen op zich. Het gaat onder meer om bouwgeschillen, echtscheidingen, geschillen met de fiscus of een werkgever. Het belastingvoordeel is er voor premies betaald vanaf ­1 september 2019.

Voor beta­lingen gedaan in 2019 kunt u tot 310 euro fiscaal inbrengen. Dat geeft recht op een belastingvermindering van 40 procent, waardoor het maximale jaarvoordeel 124 euro bedraagt.

124
euro
Het maximale jaarvoordeel bedraagt 124 euro.

Als u al langer zo’n rechtsbijstandsverzekering hebt, betekent dat niet automatisch dat u aanspraak zal maken op het belastingvoordeel. ‘Het belastingvoordeel is er alleen voor rechtsbijstandsverzekeringen die aan een aantal wettelijke polisvoorwaarden voldoen. Bestaande polissen moeten in de praktijk meestal worden aangepast als u aanspraak wil maken op de belastingvermindering’, zegt Jef Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer.

Zo somt de wet de rechtsdomeinen op waarvoor er verplicht een waarborg moet worden gegeven. Daarbij zijn bouwgeschillen en echtscheidingen waarborgen die in het verleden nooit verzekerd waren. De verzekeraars kunnen hun tegemoetkoming voor een geschil plafonneren, maar moeten wel altijd een minimumwaarborg voorstellen.

Wachttijd

Om te vermijden dat u nog snel een bijstandsverzekering aangaat als u in een juridisch geschil verzeild raakt, geldt er voor sommige aangelegenheden een wachttijd. Voor echtscheidingen en wettelijke samenwoning mag er bijvoorbeeld een termijn van maximaal drie jaar zijn, voor bouwgeschillen maximaal vijf jaar. U kan vrij uw raadsman kiezen. ‘Maar de kosten en erelonen van een advocaat die een verzekeraar moet vergoeden, zijn geplafonneerd. Als u een duurdere advocaat in de arm neemt, zal u dat surplus in principe zelf moeten dragen’, zegt Wellens.

Behalve de kosten en erelonen van advocaten zijn ook de kosten en erelonen verzekerd van gerechtsdeurwaarders, deskundigen, be­mid­delaars… en de kosten van (buiten-)gerechtelijke procedures zoals de rechtsplegingsvergoeding en de kosten van de tenuitvoerlegging.

4. Minder belastingvoordeelvoor diensten- en wijk-werkcheques

Dienstencheques zijn een populaire formule om huishoudhulp te betalen. Met wijk-werkcheques - de vroegere PWA-cheques - kunnen langdurig werkzoekenden enkele uren per week klussen uitvoeren.

Vanaf 1 januari 2020 worden de cheques de facto duurder. De aankoopprijs blijft onveranderd, maar de Vlaamse regering heeft beslist om de belastingvermindering te verlagen van 30 naar 20 procent. Dat brengt de werkelijke kostprijs van een dienstencheque die u koopt voor 9 euro na de belastingvermindering op 7,20 euro, in plaats van 6,30 euro.

Het aantal diensten- én wijk-werkcheques dat u fiscaal kan inbrengen, is geplafonneerd. Voor de uitgaven gedaan in 2019 ligt de grens op 1.500 euro samen. 

5. Hogere vrijstelling van dividenden

In de belastingaangifte van 2019 konden beleggers voor het eerst een deel van de betaalde roerende voorheffing op dividenden terugvorderen. Dat kon voor een maximum van 640 euro dividenden. Voor de belastingaangifte die u volgend jaar moet invullen, ligt het plafond op 800 euro.

800
euro
In de belastingaangifte die u volgend jaar moet invullen, kan u de roerende voorheffing terugvorderen tot 800 euro aan dividenden.

Het belastingvoordeel geldt voor alle dividenden, zowel Belgische als buitenlandse. Maar er is geen vrijstelling voor dividenden van beleggingsfondsen of juridische constructies (zoals stichtingen en trusts).

‘Voor deze vrijstelling krijgt u geen fiscaal attest, maar mogelijk wel een overzichtsdocument van uw bank’, zegt Jef Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer. ‘U zal dat document of andere stukken ter beschikking moeten houden van de fiscus, met daarop de naam, het brutobedrag, land, tarief en bedrag van de roerende voorheffing, de datum van betaling en inning.’

6. Fiscaal voordelig extra pensioenkapitaal opbouwen

In de belastingaangifte die u in 2020 moet invullen, zal u voor het eerst een belastingvoordeel voor het vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW) kunnen vragen. Met die formule kunnen werknemers in loondienst sinds eind maart vrijwillig en op eigen initiatief via hun werkgever een aanvullend pensioen opbouwen. Tot dan lag het initiatief bij de werkgever en kon er alleen een pensioenkapitaal worden opgebouwd als uw werkgever een pensioenplan (groepsverzekering, pensioenfonds...) aanbood.

De maximumbijdrage die een werknemer via looninhouding kan laten doorstorten aan zijn pensioeninstelling bedraagt 3 procent van zijn referentiebezoldiging.

Jef Wellens
Fiscalist Wolters Kluwer

Bij het VAPW fungeert de werkgever als doorgeefluik en heeft hij een zuiver administratieve rol. Hij stort maandelijks een deel van het nettoloon aan de verzekeraar of de pen­sioeninstelling die de werknemer heeft gekozen. Een werknemer bepaalt vrij hoeveel hij spaart in welke formule, maar er is wel een bovengrens

‘De maximumbijdrage die een werknemer via looninhouding kan laten doorstorten aan zijn pensioeninstelling bedraagt 3 procent van zijn referentiebezoldiging. Met een minimum van 1.600 euro per jaar wanneer de referentiebezoldiging 53.333 euro of minder bedraagt, zegt Jef Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer.

De referentiebezoldiging is het brutojaarsalaris dat aan socialezekerheidsbijdragen is onderworpen. Voor de stortingen gedaan in 2019 wordt er dus naar het brutoloon van 2017 gekeken. ‘Heeft een werknemer al een pensioenreserve in de tweede pijler opgebouwd via de werkgever, dan wordt de reserveaangroei tijdens het referentiejaar - zonder rekening te houden met het normale rendement - in mindering gebracht van het toegelaten bedrag’, zegt Wellens.

Belastingvermindering

De stortingen geven recht op een belastingvermindering van 30 procent. Dat brengt het belastingvoordeel voor wie het minimumbedrag van 1.600 euro spaart op 480 euro per jaar. Daartegenover staan wel enkele taksen. Op de gestorte premies wordt een premietaks van 4,4 procent ingehouden. Bij de uitbetaling van het kapitaal op pensioenleeftijd moeten een RIZIV-bijdrage van 3,55 procent en een solidariteitsbijdrage van 0 tot 2 procent worden betaald. Bij een uitbetaling op normale pensioenleeftijd of bij overlijden wordt nog een belasting op het kapitaal van ­­10 procent ingehouden.

‘Door al die parafiscale lasten heeft het weinig zin om een VAPW-plan aan te gaan als je bijvoorbeeld nog geen bijdrage betaalt in het gewone pen­sioensparen’, zegt Wellens.

7. Lagere kostenaftrek voor auto’s

De aftrek van autokosten in de personenbelasting en in de vennootschapsbelasting wordt gelijkgeschakeld. ‘De wijziging zal tot gevolg hebben dat voor veel firmawagens de aftrek een stuk lager is dan voorheen’, zegt Dirk Wijns, directeur bij de hr-dienstverlener Acerta.

Voor vervuilende auto’s met een CO2-uitstoot van 200 gram per kilometer of meer wordt de aftrek beperkt tot 40 procent. Voor andere auto’s wordt de aftrek berekend volgens een formule: 120% - (0,5% x coëfficiënt x CO2 per kilometer). Daarbij is de coëfficiënt 1 voor een dieselwagen, 0,9 voor wagens op aardgas met een beperkt aantal pk en 0,95 voor andere wagens. Het tarief van de aftrek kan niet lager zijn dan 50 procent en niet hoger dan 100 procent.

Voor de te gebruiken CO2-uitstoot geldt er een overgangsregeling. Tot eind 2020 mag de gunstigere NEDC-waarde worden gebruikt op voorwaarde dat die op het gelijkvormigheidsattest staat. Nadien geldt de nieuwe - minder gunstige - WLTP-verbruiksnorm.

Dirk Wijns
Directeur Acerta

Voor auto’s die vóór 2018 zijn gekocht, mag dat tarief in de personenbelasting niet lager liggen dan 75 procent. ‘Voor de te gebruiken CO2-uitstoot geldt er een overgangsregeling. Tot eind 2020 mag de gunstigere NEDC-waarde worden gebruikt op voorwaarde dat die op het gelijkvormigheidsattest staat. Nadien geldt de nieuwe - minder gunstige - WLTP-verbruiksnorm’, zegt Wijns.

Tegelijk wordt het aftrekpercentage voor een elektrische auto van 120 naar 100 procent gebracht. Voor de ‘valse’ plug-in-hybrides zal naar analogie van de berekening van het belastbare voordeel gewerkt worden met de CO2-uitstoot van het overeenkomstige niet-hybride voertuig met dezelfde brandstof.  ‘Ook aan de aftrek van bedrijfsfietsen in de vennootschapsbelasting wordt gesleuteld’, zegt Wijns. ‘De aftrek voor een bedrijfsfiets die een werkgever koopt en ter beschikking stelt van een werknemer voor onder meer het woon-werkverkeer daalt van 120 naar 100 procent.’ 

8. Duolegaat afgeschaft

In de loop van volgend jaar - een exacte datum is er nog niet - wordt het duolegaat afgeschaft. Die erfenisconstructie was populair bij mensen die geen of alleen verre familie hebben. Met zo’n testament wordt niet alleen een vriend of ver familielid als erfgenaam aangeduid, maar ook een goed doel. Dat goede doel erft een deel, maar moet alle erfbelasting betalen, ook die op het deel bestemd voor het verre familielid of de vriend.

Het verre familielid of de vriend krijgt zijn deel vrij van erfbelasting, waardoor hij netto meer kan overhouden dan zonder duolegaat. De besparing zit in het erfbelastingtarief op het deel voor de vzw of organisatie: 8,5 procent in het Vlaams Gewest. Dat laatste tarief zou worden verlaagd.

Uw geld in 2020

50 nieuwigheden die uw portemonnee raken.

Bekijk hier de PDF van het magazine

Advertentie
Lees verder
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud