Vorig jaar kostte een huis in Vlaanderen gemiddeld 306.629 euro, of 6,7 procent meer dan het jaar voordien. Voor een appartement moest u 6,5 procent meer neertellen dan in 2019, tot gemiddeld 247.562 euro, blijkt uit cijfers van de notarissen.
Ook in de Vlaamse provinciehoofdsteden werden woningen een pak duurder vorig jaar. Leuven spande daarbij de kroon. In de studentenstad steeg de gemiddelde verkoopprijs voor een huis met 9,1 procent tot 404.149 euro. De goedkoopste provinciehoofdstad voor huizen is Hasselt, met een gemiddeld prijs van 292.160 (+6,2%).
Gent is dan weer de duurste provinciehoofdstad om een appartement te kopen. Gemiddeld kostte een flat er 288.184 euro, 6,3 procent meer dan in 2019. In Antwerpen zijn appartementen het goedkoopst, met een gemiddelde prijs van 223.764 euro (+6,8%).
Minder jonge kopers
Opvallend is dat er vorig jaar minder jonge kopers waren op de woningmarkt. In de vijf Vlaamse provinciehoofdsteden (Antwerpen, Brugge, Leuven, Gent en Hasselt) was gemiddeld 27,9 procent van de kopers jonger dan 30, terwijl dat het jaar voordien nog 30,1 procent was.
De toenemende vastgoedprijzen maken het voor jongeren almaar moeilijker om zich een eigen stek te kunnen veroorloven. Op 5 jaar tijd zijn huizen en appartementen in Vlaanderen respectievelijk gemiddeld 17,9 en 15,6 procent duurder geworden.
Groter en groener
Dat de vastgoedprijzen vorig jaar nog gestegen zijn, is onder meer te verklaren door de inhaalbeweging die de vastgoedmarkt vorig jaar maakte, na de eerste lockdown. Toen kwam een grote concentratie kopers op de markt, en dat dreef de prijzen op.
Daarnaast veranderde door de coronacrisis ook ons koopgedrag. De lockdown heeft immers het belang van veel ruimte aangetoond, zowel binnen als buiten. Huizen met met tuin en appartementen met drie slaapkamers waren dan ook gegeerd.