Wat eerder al het geval was in de ons omringende landen, is nu ook een feit in België. Puilaetco Dewaay is de eerste Belgische bank die beleggers laat betalen op hun spaargeld. De bank rekent vanaf 1 december een negatieve rente aan van 0,5 procent aan niet-discretionaire klanten die meer dan 5 miljoen euro in cash parkeren.
Vorige week meldde de Nederlandse onlinebroker Degiro, die duizenden Belgische klanten telt, dat hij vanaf 15 november een negatieve rente toepast op cashposities boven 2.500 euro. In België werden tot nu alleen sommige ondernemingen of andere niet-particuliere klanten geconfronteerd met een negatieve rente. Daar komt stilaan verandering in.
Banken kreunen onder de negatieve rentes die de Europese Centrale Bank (ECB) hanteert. De ECB verlaagde op 12 september de depositorente van -0,4 procent naar -0,5 procent. Het ziet er niet naar uit dat die negatieve renteniveaus snel zullen verdwijnen. De markt verwacht dat de ECB in de komende maanden de depositorente nogmaals verlaagt en dat die rente nog verscheidene jaren onder nul blijft.
Minimumrente
Terwijl zichtrekeningen en beleggersrekeningen niet gebonden zijn aan wettelijke minima, is dat voor gereglementeerde spaarboekjes wel het geval. De wettelijke minimumrente bedraagt 0,11 procent. Steeds minder banken bieden meer dan dat minimum. Marktleider BNP Paribas Fortis verlaagde in september de rente op al zijn spaarboekjes tot het minimum. De voorbije weken verlaagden nog andere banken de rente, waaronder Belfius, Beobank en Keytrade Bank.
Enkele prijsbrekers die overblijven zijn onder meer Banco Santander (totale rente van 0,60% vanaf 1 november), en Bpost, MeDirect en Aion - voorheen Banca Monte Paschi Belgio met een totale rente van 0,55%, al hangen aan die rekeningen vaak voorwaarden.
Dat zelfs de spaarboekjes van de prijsbrekers nog amper iets opleveren, doet spaarders uitkijken naar alternatieven. Het spaargeld voor langere tijd parkeren is een manier om de rentevergoeding op te krikken. Maar vandaag biedt dat nauwelijks soelaas. Een gemiddelde termijnrekening met een looptijd van 8 jaar levert 0,3 procent per jaar op.
Spaarverzekering
Een tak21- of spaarverzekering is een ander alternatief voor wie toch beslist zijn geld voor 8 jaar op een veilige manier weg te zetten en de flexibiliteit van het spaarboekje op te geven. Die contracten zijn vrijgesteld van roerende voorheffing als hun looptijd langer is dan 8 jaar of als er een overlijdensdekking is van 130 procent. Er geldt wel een premietaks bij instap van 2 procent.
Tak21-producten bieden een gegarandeerde rente bij elke storting. Die geldt voor de hele looptijd van het contract. Stort u vandaag 1.000 euro in een spaarverzekering met een gegarandeerde rente van 0,6 procent, dan levert die storting de komende 8 jaar minstens 0,6 procent per jaar op. Beslist u volgend jaar een nieuwe storting te doen in hetzelfde contract, dan kan een nieuwe gegarandeerde rente op die storting van toepassing zijn. Het is belangrijk te weten dat die gegarandeerde rente kan dalen en voor toekomstige stortingen lager kan liggen.
De tabel geeft een selectie van de tak21-verzekeringen die vandaag de hoogste gegarandeerde rendementen bieden. Het betreft niet-fiscale contracten. Het zijn verzekeringen die niet gekoppeld zijn aan het fiscaal pensioensparen of langetermijnsparen.
Een gemiddelde termijnrekening met een looptijd van 8 jaar levert 0,3 procent per jaar op.
Fidea en Patronale spannen de kroon met een gegarandeerde rente van 1 procent. Die blijft op huidige stortingen van kracht tot het einde van het contract bij Fidea, en voor 8 jaar bij Patronale. Argenta volgt met een gegarandeerde rente van 0,85 procent, die loopt tot 31 december van het achtste jaar volgend op het jaar van de storting.
Naast de gegarandeerde rente bieden spaarverzekeringen ook uitzicht op een winstdeelname. Die hangt af van de onderliggende beleggingen van de verzekeraar. In 2018 liep de totale nettorente van de spaarverzekeringen daardoor op tot 2 procent. De winstdeelname, gecombineerd met het kapitaalbehoud, leidt ertoe dat tak21-verzekeringen in het huidige renteklimaat standhouden. ‘De interesse in tak23-verzekeringen, die in fondsen beleggen, neemt toe, maar de vraag naar tak21 blijft groot’, luidt het bij AG Insurance. Ook Argenta en Integrale geven aan dat veel conservatieve klanten voor tak21 blijven kiezen.
Belfius merkt een duidelijke shift naar tak44-contracten, een combinatie van een risicoloze tak21- en een risicovollere tak23-verzekering. ‘Die producten bieden een hoger potentieel rendement, meer diversificatiemogelijkheden en een uitgebreider aanbod aan beleggingsoplossingen. Het risico kan al dan niet worden beperkt naargelang het profiel van de klant.’
Geen tak21
KBC biedt de niet-fiscale spaarverzekeringen tijdelijk niet meer aan wegens de lage rente. ‘In het huidige klimaat raadt KBC zijn klanten aan te beleggen in tak23-beleggingsverzekeringen. Uit veel marktstudies blijkt dat beleggen op lange termijn via tak23 altijd een betere keuze is dan het spaarboekje’, luidt het.
Intussen bouwt AXA, met zijn Crest-producten in het verleden een belangrijke speler in de tak21-markt, zijn portefeuille verder af. Begin oktober lanceerde het een uitkoopbod voor klanten die vóór 1 februari 2002 een Crest20-contract hebben geopend. Op dat kapitaal geldt voor sommige stortingen nog een gegarandeerde rente van 4,75 procent. ‘Het gaat om een kleine 8.000 contracten met een reserve van 622 miljoen euro’, zegt Gianni De Muynck, woordvoerder bij AXA.
Houders die hun portefeuille verkopen krijgen een premie van 30 procent op het opgebouwde kapitaal. Voor de andere AXA-producten, zoals Crest40, loopt geen afkoopactie.