Erfenissen komen te laat. Zeker nu we met zijn allen ouder worden. Gepensioneerden die erven van een 90-jarige ouder hebben die erfenis vaak zelf niet meer volledig nodig, terwijl hun kinderen- de kleinkinderen van de overledene - wel een duwtje in de rug kunnen gebruiken, bijvoorbeeld om een eigen woning te kopen of te renoveren.
Belastingvrij
Om de erfenissen van grootouders vroeger in de handen van de kleinkinderen te laten komen, voerde Vlaanderen in september 2018 de doorgeefschenking in. Daarmee kan iemand zijn erfenis volledig of gedeeltelijk schenken aan zijn eigen afstammelingen. Dat moet binnen het jaar na het ontvangen van de erfenis gebeuren. Omdat de al betaalde erfbelasting afgetrokken mag worden van de te betalen schenkbelasting, kan die doorgeefschenking meestal belastingvrij gebeuren.
Die techniek valt in de smaak, blijkt uit cijfers die CD&V opvroeg bij Vlaams minister van Financiën Mathias Diependaele (N-VA). Het voorbije jaar registreerden notarissen dagelijks twee doorgeefschenkingen, wat de teller sinds september 2018 op 650 brengt. Op die manier gaven ouders al voor 150 miljoen euro geërfde goederen van de grootouders door aan de klein- en achterkleinkinderen.
Niet voor elke erfenis
In twee van de drie doorgeefschenkingen zit vastgoed. De schenkers zijn gemiddeld 70 jaar, de begunstigden gemiddeld 39 jaar. Notaris Carol Bohyn: ‘Niet elke erfenis leent zich tot een doorgeefschenking. Ten eerste zijn de kleinkinderen waaraan de ervende ouder schenkt best al volwassen. De erfenis moet ook groot genoeg zijn. Want naast het deel dat de erfgenaam zelf wil behouden, moet er ook nog een deel overblijven om door te geven’.
'Gemiddeld wordt per doorgeefschenking ongeveer 250.000 euro uit de erfenis doorgesluisd. Al 1.200 klein- en achterkleinkinderen ontvingen zo gemiddeld elk 125.000 euro uit de erfenis van hun (over)grootouders belastingvrij. Ons opzet is dus geslaagd. Ik verwacht in de toekomst dan ook alleen maar meer doorgeefschenkingen’, zegt Diependaele.
De appetijt voor de doorgeefschenking staat in contrast tot de erfenissprong die al sinds 2003 mogelijk is. Bij een erfenissprong verwerpen ouders hun erfenis ten voordele van hun eigen kinderen. Omdat slechts één keer erfbelastingen betaald moeten worden, komt de erfenis van de grootouders zo fiscaal voordelig rechtstreeks in de handen van de kleinkinderen. ‘Die erfenissprong bleef dode letter omdat het een 'alles-of-niets'-verhaal is’, zegt Vlaams Parlementslid Stijn De Roo (CD&V). 'Met een doorgeefschenking daarentegen kunnen de ouders een deel van de erfenis zelf houden, als nuttig appeltje voor de dorst, en een ander deel binnen het jaar doorsluizen naar een of meerdere (klein)kinderen.'