Wie zonnepanelen heeft en al een digitale meter geïnstalleerd kreeg, moet met zijn elektriciteitsleverancier een contract afsluiten om zijn overtollige zonnestroom te verkopen. Dat zogenaamde terugleveringscontract is voor eigenaars van zonnepanelen nieuw, want zolang ze een terugdraaiende teller hadden, werd overtollige elektriciteit zonder apart contract op het net gezet.
Met een terugdraaiende teller was ook niet uit te maken hoeveel elektriciteit ze afnamen en hoeveel ze op het net zetten. Bij afname ging de teller vooruit en bij levering achteruit. Samen resulteerde dat in één tellerstand. Met dat systeem zetten ze dus tegen dezelfde prijs elektriciteit op het net als de prijs die ze betalen om de elektriciteit eraf te halen.
De digitale meter registreert beide stroombewegingen apart, wat betekent dat ze ook apart kunnen worden verrekend. Daardoor kunnen aparte tarieven worden aangerekend voor aan- en verkoop. Die tarieven liggen een heel stuk uit elkaar.
Om elektriciteit van het net af te nemen betaalt u zo’n 25 tot 27 cent per kWh. In dat bedrag zitten niet alleen de kosten van zo’n 10 cent voor de elektriciteit zelf, maar zijn ook verschillende taksen verrekend.
Over het algemeen liggen de terugleveringstarieven vijf keer lager dan de afnametarieven. Maar sinds enkele maanden zit er wel beweging in de terugleveringstarieven.
Aantal aanbieders gestegen
Het consultancybedrijf Sia Partners stelt vast dat sinds januari het aantal elektriciteitsleveranciers dat terugleveringscontracten aanbiedt gestegen is van 8 naar 18. Daar zijn ook de grootste leveranciers bij. Tocht kunt u bij 14 leveranciers nog altijd niet voor zo’n contract terecht.
In totaal worden 67 verschillende contracten aangeboden, waarvan 38 met een vast tarief en 29 met een variabel tarief.
De verscherpte concurrentie heeft al geresulteerd in betere tarieven voor overtollige elektriciteit die particulieren te koop aanbieden. De tarieven voor terugleveringscontracten zijn tussen januari en mei gemiddeld met 22 procent gestegen. In januari lag het tarief nog tussen 3,5 en 4,6 cent per kWh. In mei was dat tussen 3,5 en 5,7 cent. ‘Tegelijk hebben we gedurende die periode een stagnatie van de afnameprijzen gezien’, zegt Alexandre Viviers van Sia Partners.
Keuzes maken
Voor een doorsnee eigenaar van zonne- panelen zijn de terug-leveringstarieven maar half zo relevant als de afnametarieven.
Een scherp geprijsd afnamecontract gaat niet altijd hand in hand met een even scherp geprijsd terugleveringscontract. Ook omgekeerd geldt dat wie naar het voordeligste terugleveringscontract op zoek gaat niet meteen bij een leverancier terechtkomt die tegelijk ook het beste afnamecontract te bieden heeft. ‘Statistisch is er een heel zwakke correlatie’, zegt Roon De Borger van Sia Partners.
De keuze voor een specifieke combinatie van terugleverings- en afnametarieven wordt bepaald door uw productie- en verbruikspatroon. Hoeveel elektriciteit neemt u van het net af? Wat is de capaciteit van uw zonnepanelen? Hoeveel elektriciteit verbruikt u onmiddellijk? Hoeveel zet u op het net? Heel wat parameters kunnen uw keuze sturen. ‘Op dit ogenblik bestaat nog geen tool die berekent welk contract in individuele gevallen het beste is’, zegt De Borger.
Als puntje bij paaltje komt zal de keuze nog altijd in ruime mate worden bepaald door de afnametarieven. ‘Voor een doorsnee eigenaar van zonnepanelen zijn de terugleveringstarieven bij de keuze van een contract maar half zo relevant als de afnametarieven’, zegt Viviers. ‘In maart was voor een doorsnee verbruiker het verschil tussen het goedkoopste en het duurste afnamecontract 35 procent, wat een besparing van 92 euro oplevert. Over dezelfde periode was het verschil tussen het slechtste en het beste terugleveringstarief 46 procent. In geld betekende dat maar 37 euro.’
