ECB-bestuurder: 'ECB mag rente niet te hoog laten oplopen'

Met zijn inval in Oekraïne heeft de Russische president, Vladimir Poetin, niet alleen het bloedigste gewapende conflict op Europese bodem sinds de Tweede Wereldoorlog ontketend. De 'speciale militaire operatie' had ook flink wat economische neveneffecten.

Omdat het Kremlin, als reactie op een resem westerse sancties, naar het energiewapen greep, werd het leven in Europa een pak duurder. Galopperende gasprijzen stuwden de inflatie in alle lidstaten van de Europese Unie pijlsnel omhoog in 2022.

Disinflatie

In een poging die klim te beteugelen trok de Europese Centrale Bank de rente de voorbije maanden enkele keren op. Begin deze maand krikte de instelling met hoofdzetel in Frankfurt haar nog eens met 50 basispunten op, tot 2,5 procent. Wellicht gaat de rente volgende maand nog eens 50 basispunten hoger.

'Disinflatie is vandaag heel duidelijk nodig', zei Ignazio Visco, de gouverneur van de Italiaanse centrale bank en bestuurslid van de ECB, zaterdag op de Warwick Economics Summit. 'Maar als we kijken naar het niveau van de privé- en de overheidsschuld in de eurozone, moeten we ons ervoor hoeden geen onnodige en buitensporige verhogingen door te voeren', klonk het.

Of de ECB na maart de rente blijft optrekken, laat de instelling voorlopig in het midden. Sinds de piek in oktober is de Europese inflatie met 2 procentpunten gezakt. Een verdere daling is niet uitgesloten omdat de gasprijzen ook teruggevallen zijn.

Investeerders en economen gaan ervan uit dat de depositorente dit jaar nog tot 3,25 of 3,5 procent stijgt. Dat zou erop neerkomen dat de ECB de rente na maart nog een of twee keer optilt.

Spierballen

Of die inschatting juist is, wilde Visco zaterdag niet kwijt. 'We weten niet hoe hoog de rente zal gaan. Maar ik ben ervan overtuigd dat onze acties geloofwaardig blijven als we voortdurend wijsheid en evenwicht aan de dag leggen, we bereiken dat niet door met de spierballen te rollen', luidde het.

Het beleid van de ECB wordt in Visco's vaderland met grote aandacht gevolgd. Italiaanse politici zijn bezorgd over de impact van de stijgende rente. Onlogisch is dat niet. De derde economie van de eurozone torst een schuldenberg van zowat 150 procent van het bruto binnenlands product (bbp).