Rekruteren via LinkedIn: wie het niet goed doet, schrikt kandidaten af
De database van geen enkel rekruteringsbedrijf kan tippen aan die van LinkedIn. Onder de waterlijn vechten rekruteerders en bedrijven er een veldslag uit om de beste talenten. Zo hevig zelfs dat potentiële kandidaten hun LinkedIn-profiel verwijderen.
‘Vacatures op LinkedIn zijn honingpotten voor IT’ers uit India of Pakistan die hopen via een job naar België te migreren.’ Mic Adam, die al een LinkedIn-profiel heeft sinds 2004 en trainingen geeft aan rekruteringsbureaus, kmo’s en grotere bedrijven, moet altijd een beetje lachen als de zoveelste recruiter hem vraagt waarom nauwelijks Belgen reageren op LinkedIn-vacatures.
- Geen database is zo up-to-date als LinkedIn als het over cv's gaat. Dat maakt het de ideale tool voor recruiters.
- Toch veroorzaakt het professionele sociaal netwerk veel ergernis, vooral bij potentiële kandidaten voor een job.
- Ook andere sociale media kunnen van pas komen in de digitale rekruteringsstrategie.
Volgens Adam zijn er nog altijd veel recruiters, vooral bij hr-afdelingen van bedrijven, die denken de gouden graal te vinden door op het netwerk een vacature te plaatsen en te wachten. ‘Dat is hoe ze het geleerd hebben’, zegt Adam. ‘Als rekruteerder op LinkedIn ga je ervan uit dat iedereen latent werkzoekend is. Maar je moet proactief rekruteren en zelf mensen contacteren.’
Het LinkedIn-abonnement is mijn grootste uitgavenpost als zelfstandig recruiter en dat betaal ik met plezier.
In Vlaanderen staan 83.000 vacatures open. Ook in woelige economische tijden met piekende energiefacturen, terugvallende productie en stijgende loonkosten blijft de krapte op de arbeidsmarkt hardnekkig. De Tijd helpt die vacatures in te vullen. Met verhalen over innovatieve rekruteringsmethodes en concrete, inspirerende getuigenissen.
Herbekijk hier het webinar ‘Hoe online rekruteren?’ op tijd.be/webinar.
Julie Dhaene is zo’n recruiter, als zelfstandige. Het gros van haar tijd spendeert ze op LinkedIn. Met een LinkedIn-abonnement krijgt ze toegang tot de gesofisticeerde zoekmachine van het belangrijkste zakelijke sociaal netwerk ter wereld, dat sinds 2016 in handen is van Microsoft. In België telt LinkedIn ongeveer 4 miljoen profielen.
Technisch geschoold personeel, sales- of payrollmanagers, Dhaene concentreert zich vooral op managementprofielen in dat soort functies. Die zijn het best vertegenwoordigd op het professionele netwerk. Voor vrachtwagenchauffeurs, managementassistenten of winkelbedienden moet je niet op LinkedIn zijn. ‘Het LinkedIn-abonnement is mijn grootste uitgavenpost als zelfstandig recruiter,’ zegt Dhaene, ‘maar die betaal ik met plezier. Als je LinkedIn goed gebruikt, is het een fantastisch netwerk.’ Ze rekruteert jaarlijks ongeveer 25 profielen voor haar klanten die hun vacatures willen invullen.
Jobtitel
Voor rekruteerders biedt LinkedIn enkele pakketten aan. Hoe meer je betaalt, hoe dieper je in de database kan graven. ‘Niet-betalende gebruikers hebben toegang tot ongeveer de helft van het potentieel van het netwerk’, zegt Adam. Iedereen kan in de database profielen opzoeken op basis van naam, regio, bedrijven, industrie, school, cursussen die iemand gevolgd heeft of events die hij heeft bijgewoond. Daar weet je al veel mee.’
Professionele rekruteerders zoals Dhaene, die meer dan 9.000 connecties heeft op LinkedIn, hebben een betalend abonnement. De eerste optie kost ongeveer 160 euro per maand, de tweede 960 euro per maand. ‘Het aantal zoekmogelijkheden vergroot gradueel met die abonnementen’, zegt Adam. In de goedkoopste versie kunnen rekruteerders te weten komen op welk niveau in de organisatie een bepaald profiel zich volgens LinkedIn bevindt en hoe groot het bedrijf is waar mensen werken. Met het duurste abonnement komen rekruteerders te weten hoe lang mensen al in een bepaalde functie zitten of hoe lang ze überhaupt al werken.
‘Al die informatie is relevant om mensen gericht te contacteren’, zegt Patrick Veeckman, oprichter en CEO van Grindstone, een bureau dat is gespecialiseerd in het vinden van profielen voor de bevoorradingsketen van bedrijven. ‘De jobtitel op LinkedIn is vaak geen garantie op succes’, zegt hij. Hij geeft het voorbeeld van een warehousemanager. ‘Als dat iemand is die werkt in een magazijn van 500 vierkante meter met een paar medewerkers is dat een heel anders profiel dan iemand die een magazijn van 60.000 vierkante meter runt en 400 mensen aanstuurt.’
Ruis
Het voorbeeld van Veeckman toont volgens LinkedIn-trainer Adam aan hoeveel ruis op de data van het platform zit. Die ruis ontstaat op verschillende niveaus.
Van de 4 miljoen Belgische profielen is ongeveer 30 procent actief.
Ten eerste zijn er de LinkedIn-profielen zelf. ‘Van de 4 miljoen Belgische profielen is ongeveer 30 procent actief’, zegt Adam. ‘De meesten hebben hun profiel min of meer op orde en lezen of reageren op berichten. De kleinste groep gebruikt LinkedIn als platform om kennis te delen.’ De overige 70 procent, of 2,8 miljoen profielen, is passief of zo goed als dood. Denk aan mensen die ooit een profiel moesten maken tijdens een VDAB-opleiding, maar er later nooit meer naar omkeken. De data van zulke profielen zijn verre van up-to-date.
LinkedIn is het slachtoffer van zijn eigen succes.
Ten tweede veroorzaken werkgevers ook zelf ruis. ‘Wat in het ene bedrijf een manager genoemd wordt, is ergens anders een director. Veel bedrijven weten eigenlijk niet goed welk profiel ze nodig hebben.’ Volgens Veeckman kijken organisaties vaak niet verder dan de interne functieomschrijving. ‘Maar een job heeft ook context. Als die warehousemanager in een moeilijke sociale context moet werken, ziet zijn of haar jobinhoud er compleet anders uit. Zulke zaken kan LinkedIn je niet vertellen. Daarvoor moet je met mensen praten.’
Ergernis
Die ruis leidt onrechtstreeks tot ergernis. In de eerste plaats bij potentiële kandidaten voor jobs. ‘Ingenieurs, projectmanagers of IT’ers ontvangen op LinkedIn per dag tien tot twintig berichten van recruiters met de vraag of ze geen zin hebben in een nieuwe uitdaging’, zegt Lieven Van Nieuwenhuyze, chief digital officer bij House of HR. Een significant deel van het miljoenenbudget van de hr-groep vloeit naar LinkedIn. ‘Meestal gaat het dan nog om standaardberichten die rekruteerders naar tientallen profielen tegelijk sturen’, zegt Van Nieuwenhuyze. Zo schrik je kandidaten af in plaats van ze te triggeren.
‘LinkedIn is zo het slachtoffer van zijn eigen succes’, zegt Van Nieuwenhuyze. ‘Je hoort almaar vaker dat mensen in veelgezochte functies overwegen hun profiel te verwijderen.’ Het platform werkte na verloop van tijd zo goed dat recruiters er volgens hem te afhankelijk van geworden zijn. ‘Rekruteren op LinkedIn moet een deel zijn van je wervingsstrategie, een van de kanalen die je nodig hebt. Zoekmachinemarketing, waarbij je vacatures makkelijk vindbaar maakt, is minstens zo belangrijk.’
‘Human resources is en blijft een mensenvak’, zegt Van Nieuwenhuyze. ‘Het draait allemaal om relaties opbouwen en onderhouden, en als de opportuniteit zich voordoet mensen met elkaar linken. Dat vergt tijd. LinkedIn kan daar uitstekend bij helpen, maar het is geen surrogaat voor dat contact.’
LinkedIn is niet het enige sociale netwerk dat gebruikt wordt om te rekruteren. Bedrijven zetten almaar meer campagnes op via Instagram, Facebook en zelfs TikTok.
‘Iedereen is online aanwezig, maar daarom niet per se op LinkedIn.’ Alexander Synhaeve deed ervaring op als recruiter bij Robert Half en richtte in 2019 Tomorrow op. Dat bedrijf is gespecialiseerd in recruitment marketing, waarin de videovacature een hoofdrol opeist. ‘Afhankelijk van welke profielen je precies zoekt, delen we de videovacatures op de sociale media die zich daar het best toe lenen.’
Vandaag zijn de meeste vacatures kopieën van een en dezelfde template. Het grootste probleem met dat soort teksten is dat het onmogelijk is de cultuur van een organisatie te laten voelen. ‘Iedereen schrijft dat zijn organisatie jong en dynamisch is, maar is dat wel zo? En zoek je wel mensen die per se in een jonge en dynamische organisatie willen werken?’
Tomorrow werkte al samen met een hele rist bedrijven zoals Soubry, TotalEnergies, Alstom en Miele. Voor elke klant werkt het een videostrategie uit die moet helpen vacatures te vullen. ‘En dat is meer dan een korte video opnemen’, zegt Synhaeve. Hij benadrukt dat videomarketing niet alleen weggelegd is voor grote bedrijven. Tomorrow werkte ook al voor advocatenkantoren, notarissen en liftenbouwers.
Het werkte ook samen met het West-Vlaamse technologiebedrijf Barco, dat tientallen operatoren zocht. Tomorrow werkte een drietrapsraket uit. Een algemene video stelt Barco kort voor als bedrijf. Mensen die zo’n video bekijken, krijgen later in hun Instagram- of Facebookfeed getuigenissen van operatoren bij Barco te zien. ‘Zo krijgen potentiële kandidaten een beter beeld wat er van hen zou verwacht worden.’ De laatste stap is pure retargeting. Mensen die de getuigenissen bekijken krijgen later een beeld te zien met de duidelijke tekst: ‘Word jij operator bij Barco?’
Voor de Barco-campagne zette Tomorrow vooral in op Instagram, Facebook en TikTok. Al meer dan honderd mensen solliciteerden voor de functie. ‘We hebben op die manier ook al keukenpersoneel voor Quick gezocht. Daar bleek TikTok een ideaal kanaal.’
Tomorrow groeide sinds 2019 uit tot een bedrijf met twaalf medewerkers. Het overweegt een kapitaalverhoging om sneller te kunnen groeien.
Meest gelezen
- 1 Gentse techspeler Lighthouse haalt 350 miljoen euro op en wordt miljardenbedrijf
- 2 Belgen zijn rijker dan gezinnen elders in Europa, maar vermogen is vrij ongelijk verdeeld
- 3 'Rusland viel Oekraïne aan met intercontinentale ballistische raket'
- 4 Golf aan betaalbare e-auto’s op komst, met dank aan strenge uitstootregels
- 5 Nvidia overtreft opnieuw de verwachtingen