column

De Prullenmand | Weg met exclusief wonen

Ontwikkelaar en gastprofessor KU Leuven

Ook deze zomer ontdoen onze opiniemakers zich van wat hen ergert of overbodig lijkt. In de eerste aflevering van De Prullenmand maakt ontwikkelaar en gastprofessor aan de KU Leuven Lorenzo Van Tornhaut komaf met exclusief wonen. 'Echte exclusiviteit in de zin van luxe hoeft niet zo expliciet benoemd te worden.'

De vastgoedsector staat bekend voor zijn hyperbolisch taalgebruik. De ‘charmante karaktervolle starterswoning’ is een uitgeleefde bouwval met renovatieverplichting, en er is geen toiletvenster dat niet als ‘raampartij’ versleten wordt. Naast locatie, locatie, locatie draait het in het vastgoed minstens even vaak om perceptie, perceptie, perceptie. Vastgoed kopen is voor velen geen rationele weloverwogen technocratische beslissing, maar het zich laten meeslepen door het droombeeld dat de makelaar-romanschrijver weet te schetsen. Zeker bij nog te realiseren bouwprojecten - wanneer nog geen sodemieter op elkaar gestapeld is en het enige tastbare bestaat uit een maquette en een afgedrukt compromis - zijn dat beeld, het vertrouwen in de verkopende partij en de bijbehorende emotie fundamenteel.

Daarbij wordt steevast een heel arsenaal aan adjectieven ingezet. Een van de beschrijvingen die maar al te vaak terugkeert, is ‘exclusief wonen’. Bij die uitdrukking zou elk rechtschapen burger al eens de wenkbrauwen moeten fronsen.

Advertentie

Uitsluiting

De prullenmand

Wat gooien we met plezier in de prullenmand? Waar moeten we dringend van af? Onze opiniemakers ontdoen zich ook deze zomer van wat hen ergert of overbodig lijkt. Soms ernstig, soms niet, maar altijd oprecht.

We weten allemaal dat ermee bedoeld wordt dat het woonproject in kwestie van uitzonderlijke en zeldzame kwaliteit is, maar wees dan een gentleman en gebruik ‘uitzonderlijk’ of ‘uniek’. ‘Exclusief’ draagt een meer negatieve en op uitsluiting gebaseerde connotatie in zich, die niet thuishoort op een woonmarkt. Het expliciet niet toegankelijk zijn voor de goegemeente is een vreemd verkoopargument. Voor zoiets fundamenteels als wonen - een recht dat is opgenomen in de grondwet - is pronken met exclusiviteit in een uitermate krappe woonmarkt adding insult to injury. Bovendien hoeft echte exclusiviteit in de zin van luxe niet zo expliciet benoemd te worden. Sinds de HBO-reeks 'Succession' kennen we met zijn allen het begrip ‘stealth wealth’.

Wonen an sich is in Vlaanderen al exclusief genoeg. Woonarmoede neemt hand over hand toe, wachtlijsten voor sociale woningen zijn gezellig druk en het aantal vergunningen voor nieuwe woningen daalt voor het zevende jaar op rij. ‘Exclusief wonen’ probeert te communiceren dat er een uniek karakter is in een zee aan opties, maar in realiteit zijn die opties er voor veel jongeren, starters of alleenstaanden niet of amper. Zeker in de Vlaamse steden, waar de noden het hoogst zijn, is de krapte het grootst.

Echte exclusiviteit in de zin van luxe hoeft niet zo expliciet benoemd te worden.

De opdracht moet er dan eerder uit bestaan expliciet te werken aan inclusief wonen, door het opdrijven van alle mogelijke opties. Voorlopig houdt men het bij het opdrijven van de randvoorwaarden waarin die tot stand moeten komen.

In krappe markten werkt het gebruik van de term ‘exclusief wonen’ zelfs contraproductief. Het ondergraaft het draagvlak voor nieuwe initiatieven, omdat de term omwonenden het gevoel geeft dat die niet voor hen bedoeld zijn, met protest en principieel verzet tot gevolg. Besturen van links tot rechts worden aangespoord om in te grijpen - of toch tenminste te doen alsof - en gefaalde experimenten te blijven herhalen, van subsidies voor wonen in eigen streek tot huurbarema’s, waardoor de exclusiviteit verder toeneemt.

Nee, het gebruik van ‘exclusief wonen’ heeft geen toegevoegde waarde en mag stante pede de prullenbak in. Het viert cynische troeven, zet aan tot contraproductief beleid en ondermijnt de license to operate van de hele vastgoedsector.

Advertentie
Advertentie