column

Weg met aandelenanalisten!

Assistant Professor of Finance, KU Leuven

Waar moeten we dringend van af? Aandelenanalisten, schrijft Gertjan Verdickt, professor financiële economie aan de KU Leuven. Die focussen op de verkeerde cijfers, vindt hij.

De job van aandelenanalisten is eenvoudig uit te leggen, maar moeilijk om te doen. Een analist doorspit dag na dag de balans en jaarrekening van een bedrijf, bestudeert de sector en stelt de moeilijke vragen aan het management. Hij maakt een schatting van alle kasstromen die het bedrijf de komende jaren kan genereren. De waarde daarvan wordt teruggerekend naar vandaag met behulp van een coëfficiënt, om zo het koersdoel te bekomen. Dat is de prijs waartegen het aandeel zou moeten noteren.

De prullenmand

Wat gooien we met plezier in de prullenmand? Waar moeten we dringend van af? Onze opiniemakers ontdoen zich deze zomer van wat hen ergert of overbodig lijkt. Soms ernstig, soms niet, maar altijd oprecht.

Bij de formule die de analist hanteert, zijn dus twee cijfers belangrijk: de toekomstige kasstromen en de terugrekencoëfficiënt. Analisten steken het gros van hun tijd in het opstellen van verwachtingen voor de kasstromen. Als ze optimistischer zijn en hogere kasstromen verwachten, stijgt hun koersdoel. Als de verwachte waarde hoger is dan de huidige aandelenprijs, geeft de analist een koopadvies. Buy, buy, buy! In het omgekeerde scenario - als het koersdoel onder de prijs ligt - volgt een verkoopadvies.

Advertentie

Naar het tweede cijfer in de formule, de terugrekencoëfficiënt, gaat veel minder aandacht. Analisten nemen daarvoor altijd dezelfde risicopremie, de compensatie voor het risico dat een belegger loopt bij het aanhouden van aandelen. Nochtans spelen bij dat risico veel factoren een rol: het algemene economische klimaat, evoluties van markten en sectoren, politieke en geopolitieke gebeurtenissen...

Bijna al het rendement heeft te maken met een verandering in de risicopremie. In de Verenigde Staten wordt zelfs 100 procent van de bewegingen van het aandelenrendement verklaard door veranderingen in de risicopremie. Ook op kleine aandelenbeurzen is die goed voor meer dan de helft van het aandelenrendement.

Wie alleen aandelen met koopadviezen koopt, is na een jaar gemiddeld veel slechter af dan wie hetzelfde bedrag had geïnvesteerd in een tracker die de algemene beursindex volgt.

Met andere woorden: analisten die altijd hetzelfde cijfer nemen om toekomstige kasstromen terug te rekenen naar vandaag slaan de bal mis. Analisten moeten niet zozeer bezig zijn met de toekomstige kasstromen, maar vooral met het voorspellen van hoe rendementen kunnen veranderen onder invloed van bijvoorbeeld geopolitieke onzekerheid.

Een ander probleem is dat analisten goed zijn in het voorspellen van de kasstromen op de korte termijn, maar veel minder op de langere termijn. Tussen de verwachte en de gerealiseerde kasstroom over één jaar is een enorme correlatie: in meer dan 80 procent van de gevallen hadden de analisten het juist. Over vijf jaar is slechts 20 procent correct. Hoe verder in de toekomst, hoe slechter de voorspellingen.

Hebben de aanbevelingen van analisten dan wel zin?

Advertentie

Wie alleen aandelen met koopadviezen koopt, is na een jaar gemiddeld veel slechter af dan wie hetzelfde bedrag had geïnvesteerd in een tracker die de algemene beursindex volgt (zelfs zonder rekening te houden met transactiekosten). In de koopadviezen zit dus geen waarde.

Dat komt enerzijds door de twee aangehaalde problemen. Anderzijds zijn analisten nu eenmaal geneigd tot optimisme. Analisten die zich negatief uitlaten over een bedrijf krijgen daar minder toegang toe en lopen veel minder kans gekozen te worden voor andere diensten zoals een kapitaalverhoging. Hoeft het dan te verwonderen dat de adviezen naar boven bijgesteld worden?

Moeten analisten dan van job veranderen? Nee. Als iedereen alleen maar trackers zou kopen, dan heeft aandelenanalyse wel weer zin. Maar de waarde daarvan moeten we ook niet overschatten. Aandelenanalyse maakt dat de beurzen niet totaal inefficiënt zijn, maar levert ook niet het ander uiterste op: marktefficiëntie, waarin alle relevante informatie in de koers verrekend is.

Advertentie