Onderwijseconoom teleurgesteld over akkoord scholen
Onderwijseconoom Kristof De Witte (KU Leuven) reageert teleurgesteld op het akkoord van het Vlaamse onderwijs. ‘Men spreekt over het openen van scholen, maar in de praktijk zal dat slechts heel gedeeltelijk kunnen. Het is allemaal heel vrijblijvend geformuleerd.’
Hoewel de kleuterscholen mogen openen zoals voor corona, blijven er voor de lagere school heel wat veiligheidsregels. Zo mogen kinderen wel bubbels tot 20 vormen (nu is dat 14), maar veel klassen zullen nog steeds ontdubbeld moeten worden. ‘Een gemiddelde klas van het vierde leerjaar bevat bijvoorbeeld 20,4 kinderen’, zegt De Witte. Daarnaast blijven dezelfde oppervlaktebeperkingen gelden, namelijk vier vierkante meter per kind. ‘Heel weinig klaslokalen zijn 80 vierkante meter groot.’
Men spreekt over het openen van scholen, maar in de praktijk zal dat slechts heel gedeeltelijk kunnen.
Bovendien mogen lagereschoolkinderen tot maximaal vier dagen per week naar school komen. ‘Dat betekent dat scholen nog steeds in opvang zullen moeten voorzien, naast afstandsonderwijs voor de kinderen die nog niet volledig naar school kunnen.’ De Witte vindt dat veel problemen vermeden hadden kunnen worden door ook het lager onderwijs volledig naar de klas te halen. ‘Er is ondertussen toch genoeg wetenschappelijke evidentie dat kinderen nauwelijks een rol spelen in de besmettingen.’
De econoom maakt zich ook zorgen over de effecten op lange termijn. ‘De leerachterstand die nu wordt opgebouwd, zal nog lang een impact hebben op de economische groei. Die kost voor de maatschappij is enorm.’