De wonderlijke reis van de Argonauten
Argenx: in 2008 gestart in volle bankencrisis, nu 26 miljard waard. Een wonderlijke reis richting het Gulden Vlies dat de Amerikaanse farmamarkt is, met helaas te weinig Belgen onder de Argonauten.
'Niemand had gedacht dat ze levend zouden terugkomen, maar ze hebben het ondenkbare gedaan', vertelt Tim Van Hauwermeiren, CEO van Argenx, graag de Griekse mythe van de Argonauten waar het Gentse biotechbedrijf zijn naam aan dankt.
Pro memorie: de Argonauten moesten om het Gulden Vlies te bemachtigen samen met Jason de Khalkotauroi, de Colchische stieren, inspannen en hiermee een veld omploegen om drakentanden te planten, vervolgens het leger verslaan dat uit genoemde drakentanden groeide en ten slotte, excusez du peu, de altijd wakende draak overmeesteren die het vlies bewaakt.
De reis van Argenx richting 26 miljard beurswaarde en wereldtop in biotech is niet minder mythisch. Met start in 2008, in volle bankencrisis. 'Dan een biotechbedrijf lanceren, was gek', vertelde Van Hauwermeiren eind 2022 deze courant toen bleek dat de Gentenaars met goudhaantje Vyvgart het moderne equivalent van het Gulden Vlies, commercieel succes op de lucratieve Amerikaanse farmamarkt, veroverd hadden. 'Daarna waren we gek om alle studies zelf te financieren en gek om het medicijn in de hele wereld zelf te verkopen, zonder partner. Dat mythische verhaaltje vertel ik graag aan mensen die we rekruteren.'
Het beursdebuut in Brussel negen jaar geleden - 8 juli 2014 - was bepaald niet mythisch. Temidden een desinteresse van de Belgische kleine belegger die nog in shock was van de Thrombogenics-implosie - intussen als Oxurion tegen de 'Walking Dead'-koers van 0,002 euro noterend - haalde Argenx tegen de onderkant van de prijsvork 40 miljoen op. Om de beurskoers op de eerste beursdag tegenover de intekenprijs van 8,5 euro hard onderuit te zien gaan.
De Argonaut-in-Chief bleef er kenmerkend zen bij: 'We hebben het kapitaal opgehaald dat we nodig hadden om ons onderzoek verder te zetten. En we gaan van risicokapitaal naar publiek aandeelhouderschap'.
Negen jaar later tankte Argenx deze week het dertigvoud, ruim 1,1 miljard euro, tegen een vijftig keer hogere beurskoers. In hoofdzaak op Nasdaq, waar Argenx in 2017 neerstreek en sindsdien in zeven rondes een coole 4,4 miljard euro ophaalde.
Vier vijfde van de beurshandel in Argenx, dit jaar zowat de last man standing in de Bel20 (zie illustratie) en met een weging van 16 procent dé x-factor van die kwakkelende Brusselse sterrenkorf, speelt zich nu op Nasdaq af. Ook het aandeelhouderschap is zeer Angelsaksisch met fondsengiganten als T. Rowe Price, Fidelity, BlackRock en de Schotse langetermijninvesteerder par excellence Baillie Gifford, die ook een vroege en grote believer in Tesla was.
Dat is deels onvermijdelijk: het kapitaal van alle biotechgroepen kleurt zeer Amerikaans en Nasdaq is nu eenmaal dankzij pioniers als Biogen en Amgen in de jaren 80 het biotechwalhalla. Maar toch moeten we het nog eens kwijt: het is jammer dat er niet ietsje meer belgitude in het aandeelhouderschap zit.
Twee weken voor Argenx naar de Brusselse beurs trok, nam de Federale Investerings- en Participatiemaatschappij (FPIM) - de aandelenportefeuille van 11 miljoen Belgen - een belang van 4,5 procent in beurzenuitbater Euronext , nu verwaterd tot 3,2 procent. Een beurzenuitbater waar 1 procent van het personeel en 0,2 procent van de orderstroom Belgisch is.
Een investering in de Argonauten was volgens ons niet alleen veel lucratiever geweest, maar ook gewoon logischer gezien het belang van de Gentse biotech voor onze kenniseconomie. Voor alle duidelijkheid: de FPIM investeert flink in lokale biotech, maar tot nader order dus niet in hét biotechbedrijf.
Passons. Het blijft een fascinerend en zeldzaam verhaal, een Belgisch bedrijf dat het op vijftien jaar tot de wereldtop schopt. De beurswaarde van 26 miljard euro weerspiegelt de verwachting bij analisten dat na jaren cash verbranden later dit decennium de cash rijkelijk zal vloeien.
Beurshuis Barclays verwacht nu dat de cashteller tegen de eerste helft van 2024 boven nul piept en Argenx tegen 2026 1,9 miljard dollar bedrijfswinst draait op 4,4 miljard dollar omzet. De cashbuffer van nu 3 miljard euro oogt dus zéér comfortabel. 'Maar biotechbedrijven halen nu eenmaal meestal geld op als ze dat kunnen, niet noodzakelijk als ze dat moeten', schrijven Barclays-analisten Charles Pitman en Emily Field.
De analisten verhoogden hun prognoses na de sterke onderzoeksdata met Vyvgart bij de behandeling van de zenuwaandoening CIDP. En, leerde het prospectus, sterke verkoopscijfers voor Vyvgart bij de behandeling van de spierziekte myasthenia gravis (MG). In het tweede kwartaal kwam de verkoop uit op 269 miljoen dollar, 24 procent meer dan over het eerste kwartaal.
Terwijl sommige beleggers misschien Argenx als doelwit zien, zijn wij van oordeel dat significante verdere waardecreatie niet afhangt van een overname
De data sterken beleggers in hun overtuiging dat Argenx Vyvgart zal kunnen inzetten als een Zwitsers zakmes: naast MG en CIDP leert pagina 39 van het jaarverslag dat Argenx efgartigimod, de werknaam van het middel, ook nog tegen 13 (!) andere auto-immuunaandoeningen hoopt in te zetten. En dan zijn er andere kanshebbers in de pijplijn zoals wat tot voor kort gewoon 'nummerke 117' heette, maar intussen naar het mondvol empasiprubart luistert.
Pitman en Field becijferen die 'som van de delen' nu op 520 euro (zie illustratie), een koersdoel dat begin de week ruim en aan het eind van de week krap oogde. 'En terwijl sommige beleggers misschien Argenx als doelwit zien, zijn wij van oordeel dat significante verdere waardecreatie niet afhangt van een overname'.
De 26 miljard van Argenx heeft natuurlijk ook een keerzijde. Een kleine is de domper voor de aandeelhouders van het Spaanse Grifols . Die heeft nu de enige lang niet perfecte behandeling voor CIPD in huis, intraveneuze immunoglobinen (IVIg), die goed is voor ongeveer een tiende van de verkopen. Een deel van die verkopen dreigen nu door Argenx ingepikt te worden. 'We vermoeden dat sommige Argenx-beleggers Grifols gekocht hebben als indekking tegen een tegenvaller en nu weer gaan verkopen', klinkt het bij Barclays.
De vraag van 225.000 dollar
Een grotere keerzijde van het Amerikaanse Gulden Vlies zijn de oogwaterend hoge prijzen die Amerikanen moeten betalen. Volgens een vorig jaar door het ministerie van Volksgezondheid gepubliceerde studie betalen Amerikanen voor de zestig in de Verenigde Staten meest verkochte geneesmiddelen op voorschrift 4 keer meer dan Belgen. Pitman en Field stippen aan dat Vyvgart in de Verenigde Staten rond 225.000 dollar per patiënt per jaar kost.
De collega's van JPMorgan poneren zelfs dat Vyvgart voor CIDP potentieel tot 600.000 dollar zou kunnen factureren, omdat het middel daar chronisch toegediend moet worden in plaats van in vijf wekelijkse cycli. Aan zo'n overenthousiaste (cynische?) berekeningen doet Barclays niet mee. 'In onze modellen vertaalt een nog hogere prijs zich gewoon in een kleiner marktaandeel'. Zij gaan uit van een vergelijkbare kostprijs: 'maar' 225.000 dollar dus.
Hebben wij Belgen de meerwaarde op Argenx' aandeel grotendeels aan de Amerikanen moeten laten, kunnen we tenminste hopelijk van lagere prijzen voor Argenx' wereldverbeterende producten genieten. Want als patiënt wil je toch niet het Gulden Vlies van beleggers zijn.
Meest gelezen
- 1 Belgische private banken beheren voor het eerst meer dan 500 miljard euro
- 2 De Croo en Van der Straeten vangen bot in laatste rondje benoemingen
- 3 Dubai, waar drugsbazen onder elkaar vastgoed verkopen
- 4 Eerste koudeprik doet Europa ongezien fors naar gasreserves grijpen
- 5 N-VA wil roerende voorheffing en vrijstelling op spaarboekje verdubbelen