Advertentie
interview

De toegift | De Munt-directeur Peter de Caluwe: 'Ik laat mijn toekomst niet meer afhangen van anderen'

Peter de Caluwe: 'Er zijn sterren die op één avond meer verdienen dan een medewerker van een operahuis in zes maanden. Dat is niet meer te verdedigen.' ©katrijn van giel

Peter de Caluwe was dit jaar kandidaat voor een nieuw mandaat als directeur van De Munt. Hij haalde het niet. 'Ik was niet ontgoocheld, eerder verrast. Maar diep vanbinnen wist ik wel dat het tijd was voor verandering.'

Onderweg naar het kantoor van Peter de Caluwe (60) op de vijfde verdieping van De Munt passeren we een vestiaire waar de kostuums uit 'Het sprookje van tsaar Saltan', de laatste opera van 2023, hangen. 'Een van mijn top 5-producties', zal De Caluwe wat later zeggen. Om er meteen aan toe te voegen: 'Dit is nog geen afscheidsinterview, hè. Ik ben hier nog tot juni 2025.'

Dan is het voor De Caluwe onherroepelijk gedaan bij De Munt. Op 22 juni maakte voogdijminister Hadja Lahbib bekend dat de Duitse Christina Scheppelmann vanaf 1 juli 2025 algemeen en artistiek directeur van De Munt wordt. Met haar benoeming kwam een einde aan heel wat speculaties. Begin januari 2023 verscheen de vacature in het Staatsblad. Van dan af ging geen premièrereceptie voorbij zonder dat over De Caluwes positie werd gesproken. Eerst was hij geen kandidaat, dan weer wel, en uiteindelijk wist niemand het nog zeker.

Advertentie
Profiel

Peter de Caluwe (60) is geboren in Hamme bij Dendermonde. Hij studeerde Germaanse filologie en theaterwetenschappen. In 1986 begon hij onder Gerard Mortier als dramaturg bij De Munt. Vier jaar later verhuisde hij naar de Nederlandse Opera in Amsterdam, waar hij verschillende functies bekleedde. In 2007 werd hij algemeen directeur van De Munt. Zijn derde mandaat loopt af in juni 2025.

Hoe zat het precies?

Peter de Caluwe: 'Ik was eerst geen kandidaat om mezelf op te volgen. In juni 2025 zal ik twintig jaar De Munt hebben geleid. Niet officieel, omdat ik pas in 2007 effectief als directeur aan de slag ben gegaan. Maar ik ben meteen al na de bekendmaking van mijn aanstelling in 2005 met de programmering van de volgende seizoenen begonnen.'

'Twintig jaar is lang. Op een uitzondering na in het interbellum heeft niemand zo lang De Munt geleid. Voor mij was het een mooi moment om te stoppen. Ik ben een van de laatste der Mohikanen uit het tijdperk-Mortier. Gisteren hebben we nog afscheid genomen van twee koorleden en een lid van het orkest die ook nog onder Gerard Mortier waren benoemd. Diep vanbinnen wist ik wel dat het tijd was voor verandering.'

Waarom stelde u zich toch kandidaat?

De Caluwe: 'Heel wat mensen, ook uit de politieke hoek, trokken aan mijn mouw. De boodschap was: 'Met De Munt zijn er in tegenstelling tot de andere federale culturele instellingen weinig problemen. Waarom zouden we dan van directeur wisselen?' Ik heb toen beslist het spel mee te spelen. Met een dubbel gevoel, in de zin dat ik me had voorgenomen om zonder meer te accepteren als ze voor verandering wilden kiezen. Ze hebben voor verandering gekozen. Dat is mijn lot. En ik leg me daar zonder problemen bij neer.'

U was nochtans erg ontgoocheld, wordt gezegd.

De Caluwe: 'Ik zou eerder zeggen: verrast. Het leek me logisch dat ik de fakkel zou doorgeven aan de volgende generatie. Alleen, mijn opvolgster Christina Scheppelmann is van mijn generatie. Ze zal maar één termijn van zes jaar De Munt leiden. Ik weet uit ervaring dat je meer tijd nodig hebt om je stempel te drukken. De meeste mensen kijken in de beoordeling van een cultuurhuis naar wat op het podium gebeurt. Maar er is zo veel meer dan dat. Toen ik hier begon, stond de organisatie niet op hetzelfde niveau als de artistieke kwaliteit. We hebben daarin de voorbije 18 jaar grote stappen gezet, maar dat werk is nooit af.'

Hoe bedoelt u?

De Caluwe: 'Ik merk heel hard dat de jongere generaties anders naar werken kijken dan toen ik jong was. Dit is mijn tweede passage in De Munt. Ik ben hier in 1986 begonnen als dramaturg, toen Gerard Mortier dus intendentant was. Laat ons eerlijk zijn, hij was de zonnekoning. Je deed wat hij vroeg. Als je toen voor De Munt werkte, was je job zowat het enige wat belangrijk was. In die tijd accepteerde je dat. Die manier van werken wordt nu niet meer aanvaard. Je moet je organisatie daaraan aanpassen. Er zijn zoveel parameters bijgekomen waarmee je rekening moet houden: work-life balance, persoonlijke ambities, timemanagement, enzovoort.'

Advertentie

*

De Caluwe had al eerder weg kunnen zijn bij De Munt. In 2013 was hij een van de twee overgebleven kandidaten om de prestigieuze Salzburger Festspiele te leiden. Het werd Markus Hinterhäuser. Zes jaar later verhinderde de Franse president Emmanuel Macron op het allerlaatste moment De Caluwes benoeming tot directeur van de Opera van Parijs en kreeg Alexander Neef de job.

'U wilt een vraag stellen over mijn loyauteit aan De Munt', is De Caluwe ons voor. 'Twee keer ging er een deur open en ik ben gaan kijken. Maar dat heeft mijn engagement voor De Munt nooit in de weg gestaan. De Salzburger Festspiele waren een prachtige opportuniteit, al wist ik dat ik geen kans maakte. Door het politieke spel. De raad van bestuur telt zeven leden: vijf uit Salzburg, twee uit Wenen. Ik was de kandidaat van Wenen, Markus die van Salzburg. Salzburg won uiteraard.'

En Parijs?

De Caluwe: 'Dat is een ander verhaal. Ik had de selectie eigenlijk al na een lange procedure gewonnen. Er was alleen nog een afrondend gesprek nodig met president Macron om mijn benoeming formeel te bevestigen. Dat was een goed gesprek, zij het misschien niet mijn beste. Daarna hoorde ik anderhalve maand niets meer. Tot iemand mij in de Opera van München na de première van 'Salome' zei: 'Peter, heb je het gehoord? Ze hebben Alexander Neef benoemd in Parijs.' Ik kon het amper geloven.'

Wat is er misgegaan?

De Caluwe: 'Het was opnieuw een puur politieke benoeming. Macron heeft de beslissing van twee ministers van Cultuur - er was onderweg een personeelswissel - en de benoemingscommissie naast zich neergelegd. Hij heeft een eigen kandidaat gekozen, die hij kon combineren met een ‘nummer twee’ administratief directeur van zijn keuze. Kwestie van invloed te kunnen uitoefenen, maar wel tegen de procedure in, want de door de commissie naar voren geschoven kandidaten hadden hun eigen team samengesteld. Dat werd gewoon overruled. Zulke manipulatie wordt van deze zonnekoning blijkbaar zonder meer geaccepteerd.'

In mijn wereld is geen plaats voor de excessen van het sterrendom.

Peter de Caluwe
Directeur De Munt

Wat hebt u dan verteld in dat gesprek met Macron?

De Caluwe: 'Dat kan ik niet zeggen. Ik mag de kroon niet ontbloten. Laat me het erop houden dat mijn mening over de toekomst van de opera en over de organisatie van een operahuis niet strookt met de filosofie van veel prestigieuze operahuizen.'

'In mijn wereld is geen plaats voor de excessen van het sterrendom. Er zijn sterren die op één avond meer verdienen dan een medewerker van een operahuis in een half jaar of meer. Dat is niet meer te verdedigen. Een operaproductie is teamwerk. Sommige operahuizen zien dat anders. Ze houden het sterrensysteem in stand, omdat ze er hun prestige aan te danken hebben: 'Kijk eens hoeveel we kunnen en willen betalen, we moeten dus wel top zijn.' En zo vindt men het normaal dat de Duitse tenor Jonas Kaufmann 100.000 euro voor een concert krijgt. Zijn opvolger staat al klaar: de Amerikaan Jonathan Tetelman. Ook uit zijn mond komt alleen goud blijkbaar.'

'In de Scala van Milaan ging begin december 'Don Carlo' van Giuseppe Verdi in première, met de Russische sopraan Anna Netrebko - nog zo'n vedette - in een van de hoofdrollen als Elisabetta. Ze kreeg uiteraard een open doekje van het publiek. Niet voor haar prestatie, maar voor haar naam. Want als ik haar prestatie objectief analyseer, denk ik: wat is er mis met die stem? Het antwoord was simpel: hoewel ze een paar keer schittert en met haar zangtechniek ongelooflijke dingen doet, ontroert ze op geen enkel moment. Ze kiest alleen voor het monumentale, nooit voor het breekbare, voor mij nochtans de essentie in die rol . Achteraf lees ik dan: 'Ze is de beste Elisabetta sinds Maria Callas.' Dat klopt echt niet, hoor. Wat met Freni, Price, Frittoli of vandaag Buratto? Het is puur naamsverblinding.'

Hoeveel verdienen de zangers in De Munt?

De Caluwe: 'De topfee - die we maar uitzonderlijk betalen - bedraagt 9.000 euro per avond. Reken met tien voorstellingen per productie, waarvoor een zanger gemiddeld tweeënhalve maand moet uittrekken, instuderen en repetities inbegrepen. 9.000 euro is ook niet slecht betaald, maar daar gaat veel van af, hoor. Meestal betaalt de zanger twee keer belastingen op dat bedrag: hier en in het land van domicilie. Hij of zij moet doorgaans ook nog 15 procent afstaan aan zijn agent.'

'Natuurlijk kunnen wij niet concurreren met de grote buitenlandse huizen. Maar ik ben blij dat we niet meegaan in het opbod. We hebben andere troeven. Naar Brussel komen zangers om een rol te leren, om mee creatief na te denken. Ik mag zeggen dat we de afgelopen jaren veel nieuwe mensen kansen hebben gegeven, ook regisseurs en dirigenten.'

Waarom is de politiek zo geïnteresseerd in opera?

De Caluwe: 'De politiek is niet geïnteresseerd in opera. De politiek is geïnteresseerd in machtsposities, zeker in iconische huizen. Kijk naar wat in de Scala aan het gebeuren is. In Milaan staat de Scala qua belangrijkheid op het niveau van de mode- en de meubelindustrie. En het voetbal, juist.'

'De Scala wordt geleid door de Fransman Dominique Meyer, die over twee jaar zeventig wordt. Ik sprak hem onlangs over zijn toekomst. Hij was ervan overtuigd dat de raad van bestuur met hem verder zou gaan, ook na zijn zeventigste. Maar baf, van de ene dag op de andere zijn er ineens twee andere kandidaten. Het past in de strategie van de regering-Meloni: buitenlandse intendanten vervangen door Italianen om een grotere stempel te kunnen drukken op het beleid van een cultuurhuis.'

*

De Caluwe is nooit vies van een prestigieus project. Vorig seizoen liet hij de vier Tudor-opera's van Gaetano Donizetti’ ombouwen tot twee nieuwe avondvullende producties, 'La Bastarda I & II'. Dit en volgend seizoen is er de opvoering van de vierdelige 'Der Ring des Nibelungen' van Richard Wagner, in een regie van Romeo Castellucci. Het eerste deel, 'Das Rheingold', ging in oktober in première. Deel twee, 'Die Walküre', volgt op 21 januari. Deel drie en vier zijn voor het volgende seizoen. Je zou het een afscheid in stijl en schoonheid kunnen noemen.

In hoeverre drukt u uw stempel op de regie van een productie? Had 'Das Rheingold' er anders uitgezien met een andere directeur?

De Caluwe: 'Ik wil niet arrogant overkomen, maar zonder mij had Castellucci de opdracht voor 'De ring' niet aanvaard. Ik denk zelf altijd eerst goed na over een productie. Tijdens een gesprek met hem nam ik mijn trouwring van mijn vinger. Ik zei: 'De ring kan staan voor liefde, maar hij kan ook staan voor macht, voor een zwart gat.' Daar hebben we dan lang over gesproken. Zo is bij hem het concept beginnen te rijpen. Of de concepten, want de vier opera's zijn verschillend.'

'Het is een uitdaging om met Castellucci te werken. Hij pusht het huis tegen zijn limieten en sleutelt tot het laatste moment aan een voorstelling. Op een bepaald moment moet je zeggen: 'Romeo, nu moet het echt stoppen of we halen het niet.' 'Siegfried', het derde deel, wordt dan weer een film. Nog iets wat we nooit hebben gedaan: De Munt als filmhuis.'

Mijn naam ligt goed in de markt, maar wil ik nog wel een operahuis leiden?

Peter de Caluwe
Directeur De Munt

Is de toekomst van de opera multidisciplinair?

De Caluwe: 'Ik denk dat we naar een mengvorm gaan, waarbij livezang, streaming, film, enzovoort worden verstrengeld. Maar de opera zal nooit verdwijnen. Daarvoor is de oerkracht van de muziek te sterk. Ook het theater als ontmoetingsplek zal blijven bestaan. Mensen willen samen dingen beleven. Dat is ook zo in de beeldende kunst. Je wil toch schilderijen in een museum zien, en niet alleen op het scherm van een smartphone.'

Zal er nog een publiek zijn voor opera? Sterven de liefhebbers niet uit?

De Caluwe: 'Natuurlijk niet. De gemiddelde leeftijd van ons publiek is begin vijftig. Dat is niet oud. 16 procent is jonger dan dertig. Onze doelstelling is dat percentage op te krikken tot 20 procent tegen 2025. De financiële gevolgen nemen we erbij. Onder de dertig betaal je maar de helft van de ticketprijs. Om jongeren warm te maken voor opera kijk ik in de eerste plaats naar het onderwijs. Daar moet veel meer aandacht voor cultuureducatie zijn. Wie nooit van Bach, Beethoven en Mozart heeft gehoord, krijg je moeilijk naar de opera.'

Wat brengt 2024 voor u?

De Caluwe: '2024 wordt het jaar waarin ik mijn toekomst zal vastleggen. Gezien mijn leeftijd heb ik maar één kans meer om nog iets nieuws te doen. Velen vragen me: 'Peter, heb je geen stress over de toekomst?' Op dit moment nog niet, nee. Velen zeggen ook: 'Peter, jij vindt wel een ander operahuis om te leiden.' Dat zal wel, mijn naam ligt goed in de markt. Maar de vraag is: wil ik nog een operahuis leiden?'

En? Wilt u dat nog?

De Caluwe: 'Ik weet het niet. Ik heb geen pasklaar antwoord. Het mooiste compliment van de jongste maanden was dat veel mensen willen dat ik verder doe. Ik heb dan wel geen carrières gemaakt maar een aantal wel mee vormgegeven. Misschien kan ik op een of andere manier die rol blijven spelen. Het fascineert me ook hoe kunstvormen naar elkaar toegroeien, zoals ik al zei. Misschien kan ik in die symbiose iets betekenen. Ik moet dus veel nadenken. Maar ik zal de beslissing helemaal zelf nemen. Ik laat mijn toekomst niet meer afhangen van anderen. In 2024 neem ik mijn lot in eigen handen.'

Advertentie