Advertentie

‘Kritiek op Turkije is een uiting van liefde'

Mesut Arslan verhuisde op zijn twintigste van Izmir naar Hemiksem voor de liefde. ©Saskia Vanderstichele

Zijn nee-stem in het Turkse referendum is uitgebracht. En straks debuteert Mesut Arslan op het grote podium van de KVS met een oer-Vlaams stuk over ingehouden communicatie. Portret van een Turks theatertalent.

De grote houten kuip waarin we met Mesut Arslan (44) in de repetitieruimte van de KVS in Brussel staan, heeft iets van een ijshockeypiste. De theatermaker schuift een elektrische drilboor over een van de reusachtige tollen die in de kuip liggen. Het ding begint te stuiteren en komt vlak naast ons ten val. We schrikken. De regisseur grijnst.

De kuip, een installatie van beeldend kunstenaar Lawrence Malstaf, wordt de arena voor Arslans openingsregie in het Brusselse stadstheater. Voor zijn eerste grote zaalproductie koos de Turkse Belg voor een stuk van een van zijn Vlaamse theaterhelden, de betreurde Eric De Volder. ‘Nachtelijk symposium’ toont een problematische bijeenkomst van een Vlaamse familie, die met een aantal verwanten een gesprek voert over de vader des huizes. Zelf is die niet aanwezig, maar uit wat allemaal op tafel wordt gegooid, blijkt dat hij het doen en laten van de aanwezigen beheerst.

Advertentie
Mesut Arslan

Mesut Arslan (44) is een Turks-Belgische theatermaker. Hij groeide op in Izmir, een miljoenenstad in het westen van Turkije. Op zijn twintigste verhuisde hij naar België. Vandaag woont hij in Antwerpen en maakt hij theaterstukken met zijn kunstenorganisatie 0090. Voor zijn eerste grote zaalproductie in het Brusselse stadstheater KVS bewerkte hij ‘Nachtelijk symposium’ van Eric De Volder.

Arslan bewonderde De Volder voor de manier waarop hij op de scène theater aan beeldende kunst vastklikte. Inhoudelijk koos hij voor ‘Nachtelijk symposium’ omdat het zo’n oer-Vlaams stuk is. ‘Iedereen praat, maar niemand zegt wat hij denkt. Omdat de waarheid kan kwetsen en iedereen zo lang heeft gezwegen dat ze boos zijn op elkaar. Dat is typisch Vlaams. Hoe noem je die mentaliteit? (zoekt het juiste woord) Binnenvetters, dat zijn jullie.’

‘In het zuiden van Europa of Turkije zijn de mensen minder ingehouden. Hun vel is dunner. Je ziet vanop afstand wat iemand bedoelt. Roepen is meestal helderder dan de waarheid uit de weg gaan of zwijgen. In ‘hoe is ’t? goed’ zegt de ‘goed’ niets. Tenzij: ‘Je hoeft niet te weten hoe het echt met me gaat.’’

Lineaire levens

Arslan spoelde in 1993 in België aan. In het begin had hij moeite met dat ingehoudene. ‘Ik kwam uit een klassiek stadstheater in Turkije. Dan kom je hier en zie je topnamen als Anne Teresa De Keersmaeker, Jan Fabre en Guy Cassiers. Ik vertelde de grote theaterhuizen wat ik van jullie theater vond en wat ik met het mijne wilde bereiken. Daar keken ze me aan zoals jij me nu aankijkt: zwijgend, luisterend en lief. Na elke meeting dacht ik: ‘Dat komt hier in orde!’ (lacht) Na weken wachten kreeg ik dan een mail: ‘Het was een fijn gesprek, maar niet met ons.’’

Over dat tussen de regels communiceren gaat ‘Nachtelijk symposium’. Arslan noemt het een gevolg van onze manier van leven en denken. ‘Hier plannen de mensen hun leven erg lineair, een gevolg van de industriële bewegingen, denk ik. Door de grote welvaartssprongen denken we in het Westen almaar vooruit, en gaan we harder werken om meer te bereiken. We zijn allemaal barcodes geworden. Daardoor zetten mensen hun eigen wil, emoties en instincten opzij. Dat zijn net circulaire gevoelens.’

Roepen is meestal helderder dan de waarheid uit de weg gaan of zwijgen.

Mesut Arslan
Theatermaker

‘De mens heeft zowel het lineaire als het circulaire in zich, maar in het Westen zijn we de balans kwijt. België staat aan het uiterste van dat lineaire denken. Dat valt me op als jullie een barbecue plannen. Mooi weer of niet, jullie leggen weken op voorhand een datum vast. Als het dan toch regent, gaan jullie allemaal onder een partytent van vier meter op vier staan. Want ja, we gingen toch barbecueën vandaag?’

Eigen vlees eerst

Soms spreekt hij over ‘jullie’, dan weer over ‘wij’. Na 24 jaar is Arslan als halve Belg ook bezweken voor het lineaire denken, bekent hij. Nochtans verhuisde hij destijds om een circulaire reden naar België: de liefde. ‘Ik had een relatie met een meisje uit Antwerpen. Op een dag stond ze met een vliegtuigticket voor mijn deur in Turkije. Tot ik haar kende, wist ik België niet eens liggen.’

Advertentie

Verhuizen zat in de genen. ‘Ik kom uit een familie van nomaden. Mijn ouders emigreerden in de jaren zestig uit oud-Joegoslavië naar Izmir. Mijn vader was twintig toen hij in Turkije binnenkwam, zo oud als ik toen ik er vertrok. Waar woont mijn dochter binnen 17 jaar?’

©Saskia Vanderstichele

Als jonge Turk belandde Arslan in Hemiksem. Hoe was dat, als nieuwkomer in een vreemd land toekomen? ‘De mensen, de gebouwen, alles was grijs. Ik kende de taal niet, (lachje) een behoorlijke handicap voor iemand die teksttheater wilde maken. Want die ambitie bleef overeind. Mijn vader was een van de eerste barmannen van Turkije. De eigenaar van het café in Izmir waar hij werkte, runde de grootste televisiegroep van Turkije. Die man organiseerde theatervoorstellingen en expo’s in de stad. ’s Avonds stroomde het café vol met kunstenaars. Ik heb me altijd thuis gevoeld in dat milieu.’

Het duurde nog even voor hij hier zijn weg vond in het theater. Na drie jaar Hemiksem verhuisde hij naar Antwerpen, waar hij - o cliché - een kebabzaak opende. Bijna had die Het Lams Blok geheten. Arslan grinnikt. ‘Eigen vlees eerst. Maar mijn zakenpartner was tegen die naam. Het was de tijd van de steile opmars van het Vlaams Blok. Hij wilde niet nodeloos provoceren.’ Of hij destijds veel met racisme te maken kreeg? ‘Subtiel racisme van de politie, ja. En omgekeerd racisme, van Belgische vrienden. ‘Mesut, met jouw lange haar en oorbel zie je er niet uit als een typische Turk.’ (lacht) Alsof wij Turken allemaal op Ali Baba lijken.’

Arslan werkte ook elf jaar als schoonmaker in de nachtploeg van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Tijdens zijn werk in de ziekenhuisgangen en operatiezalen had hij tijd en ruimte om na te denken over de verhalen die hij wilde vertellen als theatermaker. In 2004 stichtte hij zijn eerste compagnie, een jaar later het kunstenfestival 0090, genoemd naar de landencode van Turkije.

Bliksemafleiders

Arslan is nog altijd directeur van 0090. Lang gebruikte hij de autoriteit die bij die functie hoorde om zich te roeren in het maatschappelijk debat over Turkije. Tegenwoordig houdt hij zich meer op de vlakte. Hij zag bevriende kunstenaars in de gevangenis belanden nadat ze het hadden gewaagd kritiek te spuien op de Turkse president. Op de vraag of Recep Tayyip Erdogan een dictator is, antwoordt hij dan ook ontwijkend: ‘Dat is de kwestie niet. Het gaat niet om personen, of ze nu Erdogan of Trump heten. Ze zijn producten van een politiek systeem, bliksemafleiders om het systeem niet ter discussie te moeten stellen.’

Vlamingen denken erg lineair. Een barbecue ligt weken op voorhand vast en als het dan toch regent kruipen jullie allemaal onder een partytent.

Mesut Arslan
Theatermaker

Maar hij gelooft in de democratie. Dus ging hij al naar de Turkse ambassade om te stemmen voor het volksreferendum dat zich volgende zondag buigt over de vraag over Erdogan meer macht moet krijgen. Hij heeft nee gestemd. ‘Je kan het in deze tijden niet maken om alle politieke macht aan één persoon te geven.’

Van de 240.000 Turken in België overweegt zo’n 60 procent voor een presidentiële machtsuitbreiding te stemmen. Waarom zijn zoveel Belgische Turken pro-Erdogan, denkt hij? ‘Omdat de diaspora-Turken net iets gevoeliger zijn voor Erdogans nationalisme. Het is zoals in de liefde: hoe verder ik van mijn geliefde verwijderd ben, hoe groter mijn hunkering naar haar. Waarom is ‘Romeo en Julia’ zo’n tijdloos verhaal geworden?’

‘Ik hou ook van mijn geboorteland, maar bij mij is de hardste kritiek evengoed een uiting van liefde. Veel Turken zien kritiek als een gebrek aan trots. Als landverraad. Het zit diepgeworteld in de Turkse cultuur om hiërarchie en leiderschap haast onvoorwaardelijk te aanvaarden.’

Tussen de Turken onderling, tussen Erdogan en almaar meer politieke leiders, tussen de Turken en de Europeanen: de verdeeldheid zit diep. De spanningen en het geweld, zoals onlangs in Rotterdam of aan de ambassade in Brussel, doen hem pijn. Het had allemaal niet zo ver hoeven te komen, zegt hij. ‘Turkije vraagt al vijftig jaar aansluiting bij Europa. Als de EU Turkije de hand had gereikt, zaten we nu in een andere situatie. De flirt heeft te lang geduurd, beide partijen zijn uit elkaar gegroeid. Doodjammer.’

‘Nachtelijk symposium’ is vanaf 19 april te zien in de KVS in Brussel.

Advertentie
Gesponsorde inhoud