Advertentie
interview

Kunstenares Sofie Muller: 'Ik woon in mijn eigen paradijs'

'Mijn eigen plek en mijn allenigheid. Meer heb ik niet nodig.' ©katrijn van giel

Paddenstoelen als penissen zo groot, kwetsbare hoofden in albast en schimmeldraden als kunstzinnige olieverfminiatuurtjes. Uiteenlopend in vorm en taal, als een levenshouding. ‘De goesting om te experimenteren verdwijnt nooit’, zegt kunstenares Sofie Muller.

De grote inkomhal van het huis annex atelier van Sofie Muller in Gent is indrukwekkend. Eigen sculpturen worden stijlvol afgewisseld met antieke beelden. Het verraadt de afkomst van de kunstenares. ‘Ik stam uit een geslacht van antiquairs. Mijn grootmoeder en mijn ouders hadden een antiekwinkel. Ik heb daar ook voor gewerkt en mijn broer heeft de zaak overgenomen. Die achtergrond speelt zeker een rol in mijn kunst, die een klassieke component heeft. Ik hou er ook niet van dat oude en hedendaagse kunst strikt worden gescheiden. Voor mij vormen ze een organisch geheel.’

Wat ze daarmee bedoelt, is te zien in de expo ‘Albast’ in Museum M in Leuven. Die brengt een overzicht van albasten kunstwerken tussen de 14de en de 17de eeuw, aangevuld met verweerde hoofden in albast van Muller. Het is een moeilijk materiaal voor hedendaagse kunstenaars. ‘Hoe vaak heb ik niet moeten horen: albast is een flutsteen. Iets voor hobbyisten, niet voor echte kunstenaars. Dat klopt natuurlijk niet. Ik heb vroeger in de zaak van mijn ouders enkele albasten beelden gezien. Sommige zaten vol barsten en scheuren. Vaak waren ze slecht gerestaureerd. Dat maakte ze net expressief.’

Advertentie
Sofie Muller (48)
  • Geboren in 1974 in Sint-Niklaas.
  • Studeerde schilderkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Daarna volgde ze in Gent een opleiding grafiek en beeldhouwkunst.
  • Gaf lang les aan Sint-Lucas in Gent.
  • Wordt in België al 17 jaar lang vertegenwoordigd door de Antwerpse galerie Geukens & De Vil. Internationaal werkt ze onder meer samen met Gallery Fox Jensen uit Sydney en Nieuw-Zeeland.

‘Albast’ is een van de drie institutionele tentoonstellingen met werk van Muller die te bezoeken zijn. ‘Het is toevallig zo gekomen door de coronapandemie, waardoor schema’s door elkaar werden gegooid.’ Ze is er blij mee, want terwijl ze al vaker tentoonstelde in buitenlandse musea gebeurde dat hier niet. 'En al helemaal niet in musea voor hedendaagse kunst.’

Ze aarzelt om haar betoog af te maken. Het ligt gevoelig. ‘Ik ben niet de enige die zich vragen stelt bij de keuzes die sommige museumdirecteuren maken. We zijn in Vlaanderen niet chauvinistisch genoeg. In Frankrijk is dat anders, hoor. De musea en de kunstenfestivals puilen uit van de Franse kunstenaars. Voor de Vlaamse musea moet je vooral uit het buitenland komen, lijkt het soms. Het is dus wel een kleine frustatie, ja. Ze leeft bij nogal wat mid-career kunstenaars.’

Kwetsbaarheid

Muller volgde een klassieke schildersopleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. ‘Mijn ouders zagen in mij eerder een verpleegster, maar daar paste ik voor. Ik was daarvoor veel te creatief. Uiteindelijk stemden ze in met de kunstopleiding. Kunstenaar worden was voor hen niet meteen een optie. Te onzeker. Mijn ouders waren zakenmensen. Die houden van zekerheden.’

Het duurde nog jaren voor Muller voluit voor de kunst koos. ‘Ik ben meteen gaan lesgeven aan Sint-Lucas in Gent. Na een aantal jaar voelde ik dat ik mijn creativiteit nergens kwijt kon. Mijn studiegenoten van Antwerpen maakten snel carrière en ik zat muurvast. Ik ben toen beeldhouwkunst en grafiek gaan bijstuderen. Het was een moeilijke periode, maar niet noodzakelijk slecht. Het dwingt je om voor jezelf duidelijke keuzes te maken.’

Advertentie

Muller stopte 17 jaar geleden met lesgeven en timmert sindsdien eigenzinnig aan haar carrière. De klemtoon ligt op beeldhouwkunst, maar ze maakt ook veel werk op papier. Haar beelden tonen veel kwetsbaarheid en herinnering.

Muller zegt over zichzelf dat ze introvert is. Maar in haar kunst is ze een meester in het creëren van een dialoog met de toeschouwer.

In de ogen van haar hoofden schijnt nooit licht. ‘De blik is naar binnen gekeerd, niet naar buiten’, zegt ze. Soms worden haar beelden met rook bewerkt, andere keren schildert ze met bloed. Muller maakt geen kunst uit het niets, maar geeft aan de traditie een persoonlijke en hedendaagse invulling. Ze zegt over zichzelf dat ze introvert is. Maar in haar kunst is ze een meester in het creëren van een dialoog met de toeschouwer.

Phallus impudicus

Het 18de-eeuwse huis van Muller, ooit bewoond door de neogotische architect Jean-Baptiste Charles de Bethune, de stichter van Sint-Lucas in Gent, oogt als een minimuseum. Kamers vol mooie kunst, van haar en van andere kunstenaars. ‘Ik woon in mijn eigen paradijs’, zegt ze.

Marjan Doom, de conservator van het Gent Universiteitsmuseum (GUM), kwam er op het idee voor de tentoonstelling ‘Phallus’. Muller verzamelt al lang paddenstoelmodellen die erg lijken op mannelijke geslachtsorganen. ‘Marjan zag in mijn atelier enkele van die modellen staan. Ze vroeg of ik daar verder op wilde werken. Uiteraard wilde ik dat.’ Verscholen tussen planten en bomen plaatste Muller 14 kastjes met kleine modellen in de serres van de plantentuin van het GUM. Het oog valt eerst op de ‘Phallus impudicus’, een uitvergroot beeld van een weinig aan de verbeelding overlatende 'schaamteloze' paddenstoel.

‘Toen ik daaraan begon, vroeg ik links en rechts wat advies. Vrouwen zeiden: hou het maar klein en bescheiden. Mannen zeiden: het kan niet groot genoeg zijn.  Dat vond ik wel grappig.’

Mullers interesse in paddenstoelen en zwammen is nauw verbonden met haar zoektocht naar de bouwstenen van het leven. Dat toont ze op de groepsexpo 'Finis Terrae' in Antwerpen. In het Museum Plantin-Moretus toont ze anatomische afbeeldingen van paddenstoelen en schimmeldraden, stuk voor stuk knap geschilderde miniatuurtjes. ‘Schimmeldraden vormen al miljarden jaren een netwerk dat aan de basis ligt van alle leven op aarde’, vertelt ze.

De zoektocht naar kennis is een constante. ‘Ik voel me als de eeuwige student. Op mijn 80ste zal ik nog willen bijleren. Ik neem daar bewust tijd voor. Kunst maken, betekent voor mij een nooit eindigende ontdekkingstocht. De komende twee maanden ga ik me verdiepen in het schilderen met olieverf. Ik ben de voeling daarmee ergens onderweg kwijtgeraakt.’

Monumentaal

2023 wordt voor Muller het jaar van de openbare opdrachten. ‘Voor het nieuwe ziekenhuis ZNA in Antwerpen heb ik een monumentale installatie ontworpen. Ik mag daar nog niet veel over zeggen, maar ik ben er wel heel blij mee. Het werk moet in maart 2023 volledig geplaatst zijn en in september wordt het ingehuldigd. Voor Alexianen Tienen, een psychiatrisch centrum voor jongeren, heb ik twee sculpturen gemaakt. Ze zijn een vervolg op de reeks bronzen beelden uit 2011. Ik vind openbare opdrachten belangrijk. Mensen die zelden met kunst in contact komen, doen dat daar wel.’

‘Mijn dochter van 16 jaar houdt me met de voeten op de grond’, zegt Muller nog. ‘Maar verder herken ik veel van mezelf in haar. Ze is erg creatief, ook al volgt ze wetenschappen-wiskunde. Of ze kunstenares mag worden? Ze mag worden wat ze wil. Maar je kunt niet beslissen kunstenaar te worden, dat zit in je genen. Ik geloof wel hard in het nut van een kunstopleiding, ook al doe je daar later professioneel niets mee. Een kunstopleiding verruimt de blik op de wereld.’

Ik vraag haar nog of ze het gevoel heeft of het beste nog moet komen in haar carrière. ‘Ik heb op mijn 48ste niet meer de energie van tien jaar geleden. Maar ik ga veel bewuster en selectiever om met wat ik wil doen. We zien wel hoe het verder loopt. Ik heb niet zoveel verplichtingen aan andere mensen. Ik run geen studio met meerdere mensen die voor mij werken. Mijn eigen plek en mijn allenigheid. Meer heb ik niet nodig.’

‘Albast’ in M Leuven en ‘Finis Terrae’ in Antwerpen lopen tot 26 februari. ‘Phallus’ loopt tot 16 april in GUM, Gent.

Advertentie
Gesponsorde inhoud