Francis Alÿs tovert Belgisch paviljoen in Venetië om tot speeltuin
Van een slakkenwedstrijdje in Halle tot tikkertje in Mexico. Francis Alÿs toont in het Belgisch paviljoen op de Biënnale van Venetië opwindende films van spelende kinderen. Tijdloos, dynamisch en universeel.
Hij lijkt niet meer dan een stipje op een gigantische berg. Als de camera inzoomt, zie je een jongen een autoband, allicht van een vrachtwagen, de berg op duwen. Strakke, geconcentreerde blik in de ogen. Hij draagt een geel voetbaltruitje met nummer 10 en een rode broek. Hij duwt en duwt tot hij boven is. Dan kruipt hij in de band en laat hij zich naar beneden rollen.
Je denkt als argeloze kijker: 'Oh nee, dat loopt fout af.' Maar dat gebeurt gelukkig niet. Het is een spelletje, voor de adrenalinekick. Francis Alÿs nam de film vorig jaar op in Lubumbashi in Congo.
Het is een van de 13 films in de reeks 'Children's Game' die Alÿs samen met curator Hilde Teerlinck voor het Belgisch paviljoen op de Biënnale van Venetië presenteert. Elf zijn gloednieuw. De films - ze duren tussen 5 en 10 minuten - worden op grote of heel grote schermen getoond. De opstelling en formaatwisseling maakt van de videoschermen een imposante totaalinstallatie.
- Francis Alÿs en curator Hilde Teerlinck maakten voor het Belgisch paviljoen op de Biënnale van Venetië de expo 'The Nature of the Game'.
- Het gaat om een uitbreiding van het project 'Children's Game', waaraan Alÿs in 1999 begon.
- Voor de Biënnale draaide de kunstenaar nieuwe kortfilmpjes van spelende kinderen op verschillende continenten.
- Alÿs, architect van opleiding, woont sinds de jaren 80 in Mexico. Hij is internationaal een van de meest gerenommeerde Belgische kunstenaars.
Alÿs, geboren in Antwerpen maar in de jaren 80 geëmigreerd naar Mexico, is internationaal een van de meest gerenommeerde Belgische kunstenaars. Toch is hij er niet helemaal gerust in wat de Biënnale voor hem zal brengen.
Blind date
'Het is opwindend en beangstigend om de video's hier te tonen. We hebben tot het laatst aan het project gewerkt. Drie weken geleden waren we aan het filmen en monteren. Je maakt keuzes. Je doet dit, je doet dat. En je denkt dat je dat goed doet voor jezelf. Ik heb nog geen afstand kunnen creëren. Maar dan komt het moment dat je met de ogen van de toeschouwer naar je werk begint te kijken. Dan weet je het niet meer zeker. Het tonen van je werk is zoals een blind date. Je weet nooit van tevoren hoe het uitdraait.'
'De Biënnale van Venetië is een buitengewoon platform. Ik heb dat al eens meegemaakt in 2017, toen ik voor het paviljoen van Irak enkele schilderijen maakte. De hele wereld kijkt. Dat leidt niet tot extra druk. Het is meer een aansporing om je uiterste best te doen. Reputaties spelen hier geen rol. Wat ik vijf of tien jaar geleden deed, telt niet meer. Het gaat alleen om wat hier te zien is.'
'The Nature of the Game' is de titel van de presentatie in het Belgische paviljoen. Dat spel is erg universeel, blijkt uit filmpjes. Alÿs trok de voorbije 18 maanden de wereld rond om zijn films op te nemen: Hongkong, Halle, Congo, Zwitserland en Mexico. Eerder draaide hij gelijkaardige films in Afghanistan, Irak, Jordanië en Venezuela.
De eerste film van het project draaide hij in 1999, toen hij in Mexico een jongen zag die een fles in een steile straat naar boven trapte. Hij liet ze terug naar beneden zakken en trapte ze dan weer weg. Keer op keer. Het intrigeerde Alÿs en hij begon overal waar hij reisde spelende kinderen te observeren.
In de films gaan alle kinderen op in het spelen, alsof buiten het spel eventjes niets anders bestaat. Alÿs moet er even over nadenken, maar knikt. 'Het is ongelofelijk belangrijk dat kinderen fun hebben in het leven. Anders zijn ze niet te genieten. Ik merk dat aan mijn eigen kinderen. Sommige kinderen vonden het ook erg leuk om mij uit te lachen toen ze me zagen werken. Dat vond ik niet erg.'
Alÿs en Teerlinck werden in 2020 geselecteerd door de Vlaamse regering voor de invulling van het Belgische paviljoen. Het oorspronkelijke thema was hoe je crisissituaties toegankelijk weergeeft in kunst. Door de pandemie schoof de Biënnale een jaar op en veranderde het thema naar de kinderspellen. 'We kregen meer tijd om nieuwe films te maken door het jaar uitstel. Een groot uitgewerkt schema hadden we niet. Het ene filmpje leidde intuïtief nogal snel naar het andere', zegt hij.
'Soms kwamen we ergens aan en botsten we toevallig op spelende kinderen. Andere keren kregen we tips van lokale mensen. Zoals bij de film over de jongen die met de autoband van de mijnberg rolt.'
Reputaties tellen op de Biënnale niet. Het gaat alleen om wat hier te zien is.
De films over spelende kinderen zijn geen kinderfilms. Er schuilt een brutale dynamiek in, waarmee Alÿs voor de zoveelste keer bewijst hoe meesterlijk hij de aandacht van de kijker tot het laatste beeld vasthoudt. Ze zijn ook herkenbaar. Iedereen heeft spelletjes gespeeld. Wereldwijd zijn het vaak dezelfde, of varianten op een thema.
Schuilt in de films een politieke boodschap? 'In sommige wel, in andere niet', houdt hij de boot af. Maar de materiële omstandigheden voor een spel zijn in Congo anders dan in België. Dat zie je. Daar hoeven geen grote statements over gemaakt te worden.
Het is wat Alÿs al zijn hele carrière doet. Hij toont een microwereld in een complexe context. Zo liep hij in 2004 met een pot lekkende groene verf door Jeruzalem. Hij schilderde op de grond de scheidingslijn tussen het Israëlische en Palestijnse gebied. Poëzie en baldadigheid in de eerste oogopslag, een politiek statement als je langer nadenkt. Zo kan je ook naar de Children's Game kijken.
Postkaart
Als een aperitief op de video-installaties toont Alÿs een reeks schilderijtjes van postkaartformaat die hij de voorbije twintig jaar maakte. Spelende kinderen zijn meestal het onderwerp. 'Het is de eerste keer dat ik ze samen toon. Ze zijn nooit voor een expo gemaakt. Als ik ergens kom tijdens mijn reizen, zet ik me neer en begin ik te tekenen. Dat triggert mensen. Ze komen over mijn schouder meekijken. Dat is de bedoeling. Zo begin je met elkaar te praten en leer je de lokale cultuur snel kennen.'
Hoe zit het met Alÿs' kennis van de Belgische politiek, die de artiest voor het paviljoen aanduidt? 'Ik heb veel geleerd de voorbije dagen', antwoordt hij droog. 'Ik heb veel respect voor regionale culturen. Maar om daar een nationalistisch discours rond te bouwen is een ander verhaal. Ik beschouw mezelf als een nomadische kunstenaar, maar wel een met wortels in België. 'Children's Game' slaat ook op mijn kindertijd. Ik herinner me nog dat ik in de jaren 60 - ik was acht of negen - in Bozar een reproductie van 'Kinderspelen' van Pieter Bruegel zag. Dat schilderij heeft veel impact op mij gehad. Toen ik over de invulling van het Belgische paviljoen nadacht, was een hommage aan Bruegel een van de drijfveren. Net zoals de expo een hommage is aan mijn kindertijd.'
De Biënnale van Venetië opent zaterdag. De films van Alÿs zijn te zien op francisalys.com/category/childrens-games
Meest gelezen
- 1 Oost-Vlaming casht tientallen miljoenen op software voor 'next big thing' in bouw
- 2 Brouwer van Delirium Tremens koopt Gouden Carolus-brouwer Het Anker
- 3 Aflopende Oekraïens-Russische deal verhoogt druk op Europese gasprijzen
- 4 Karl Huts zet grote stap naar opvolging van zijn vader bij Katoen Natie
- 5 Mysterieuze familie Brenninkmeijer knipt fors in Belgische vastgoedpoot