Steeds minder Belgen overschrijden belastingdrempel met meerdere spaarboekjes
Vorig jaar gaven 2.969 Belgen in hun belastingaangifte de intresten op hun spaarboekje aan. Dat zijn er 6 procent minder dan in 2020, en 16 procent minder dan in 2019.
De intresten op gereglementeerde spaarboekjes zijn vrijgesteld van roerende voorheffing tot een bedrag van 980 euro (inkomsten 2022). Wie meer intresten int, betaalt op het surplus een roerende voorheffing van 15 procent. Haalt u de intresten bij dezelfde bank, dan zal de bank die roerende voorheffing aan de bron afhouden. Overschrijdt u de drempel via meerdere spaarboekjes bij verschillende banken, dan bent u verplicht daarvan aangifte te doen.
De 2.969 Belgen die deze aangifte in het aanslagjaar 2021 deden, gaven voor 3,2 miljoen euro aan intresten op, blijkt uit cijfers van de FOD Financiën die De Tijd opvroeg. In de belastingaangifte van 2020 gaven 3.166 Belgen de intresten aan, goed voor een bedrag van 3,1 miljoen euro.
Drempel
Met de ultralage rentes moeten Belgen al een stevig bedrag op hun spaarboekje(s) hebben om de belastingvrije drempel te overschrijden. Tegen een rente van 0,11 procent moet het spaarvolume al meer dan 890.909 euro zijn om meer dan 980 euro intresten op te strijken.
De dalende trend van het aantal overschrijdingen heeft mogelijk te maken met het feit dat de voorbije jaren almaar meer banken het plaatsen van grote bedragen op gereglementeerde spaarboekjes ontraadden. Op zo’n boekje zijn banken verplicht minstens 0,11 procent rente te bieden, terwijl ze zelf rente moeten betalen als ze overtollige cash bij de Europese Centrale Bank parkeren.
Dat zette sommige banken ertoe aan een plafond te bepalen voor het bedrag op een spaarrekening en strafrentes aan te rekenen. Nu de Europese Centrale Bank de komende maanden de rente zal optrekken, lieten verschillende banken zoals ING, KBC en Belfius weten af te stappen van negatieve rentes op de zichtrekeningen.