De beweging om de energieprestaties van woningen te verbeteren is al meer dan een jaar geleden ingezet. Sinds 1 januari 2023 moet u in Vlaanderen binnen vijf jaar de nodige renovaties doen als u een energieverslindend huis met epc-label E of F koopt. Het doel is ervoor te zorgen dat uw woning minstens een epc-label D opgeplakt krijgt.
- Vijf data om in het oog te houden op weg naar de totale vergroening
- Kan het elektriciteitsnet meer zonnepanelen en e-auto’s aan?
- Hoe interessant is het om zonnepanelen (bij) te plaatsen?
- Hoeveel levert een terugleveringscontract voor mijn zonnestroom op?
- Steeds minder redenen om niet elektrisch te rijden
- Waarom warmtepompen een must worden
- Hoe nuttig is een energiemanagementsysteem?
- Waarom u verplicht bent uw pas aangekochte woning te renoveren
- Hoe ga ik met mijn woning van energielabel F naar A?
- Welke premies kan ik krijgen om te renoveren?
- Lenen om te verbouwen: dit zijn uw opties
- Aan welke eisen moet uw nieuwbouwwoning voldoen?
Deze renovatieverplichting geldt alleen bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen van een opstalrecht of het vestigen van een erfpacht. In alle andere gevallen, zoals de overdracht van aandelen of bij een erfenis, is de renovatieverplichting niet van toepassing.
Ool als u een huis wilt verhuren, zult u moeten renoveren om de vereiste epc-labels te halen. Tegen 2030 moet u voor open en halfopen woningen uitkomen op E. Vanaf 2035 is een D-label verplicht en vanaf 2040 een C-label. Vanaf 2030 moeten rijwoningen minstens een epc-label D behalen, en vanaf 2035 is minstens een epc-label C vereist.
Als een woning deze scores niet behaalt, mag ze niet langer verhuurd worden. Deze energienorm vult eigenlijk de reeds bestaande minimale normen aan voor dakisolatie en dubbele beglazing, die al onderdeel zijn van de vereisten voor minimale woningkwaliteit.
Epc is de afkorting van energieprestatiecertificaat. Een epc toont aan hoe energiezuinig een gebouw is. Op dat certificaat staat een energielabel dat kan gaan van F tot A+, met andere woorden van heel slecht tot heel goed. Het getal dat op het epc staat vermeld, is een energiescore die aangeeft hoeveel het primaire energieverbruik per vierkante meter vloeroppervlak (kW/m²) bedraagt. Hoe lager de energiescore, hoe minder energie er nodig is om de woning te verwarmen. Een lagere energiescore betekent dus een betere energieprestatie.
Voor de berekening van de energiescore van uw woning worden verschillende parameters gebruikt. Wat mee in rekening wordt genomen: het type woning, het beschermde volume, isolatie, ramen en deuren, het verwarmingssysteem en het warmwatersysteem, de ventilatie en de zonnepanelen. Al deze gegevens worden in een softwarepakket ingevoerd dat beheerd wordt door het Vlaams Energieagentschap.
Hoe slecht is een E- of F-label?
Huizen met een E- of F-label hebben geen isolatie in de muren, de vloeren en het dak, hebben ramen met enkele beglazing of verouderde dubbele beglazing, hebben geen ventilatiesysteem en worden verwarmd met een verouderde stookinstallatie.
Ook een epc-label D is nog altijd geen schitterende score, maar de Vlaamse overheid ziet het als een startpunt. Tegen 2050 zouden alle woningen over een A-label moeten beschikken. Met andere woorden: de komende 25 jaar zullen bij heel wat huiseigenaars in het teken staan van energetische renovatie.
Hoe ga ik te werk?
Als u niet weet waar te beginnen, dan is het energieprestatiecertificaat (epc) een goede eerste leidraad. U vindt er niet alleen het label - van A+ (zeer goed) tot F (zeer slecht) - in terug, maar ook aanbevelingen over de renovaties die u nog moet plannen om uw woning energiezuiniger te maken.
Naast elke aanbeveling staat een visueel icoontje in kleur, gaande van rood over oranje en geel tot lichtgroen. Rood en oranje betekenen dat u aan deze aanbevelingen voorrang moet geven. De gele aanbeveling heeft steeds betrekking op zonne-energie. Hebt u nog geen zonnepanelen of zonnecollectoren, dan krijgt u hiervoor een aanbeveling vanuit de zonnekaart.
De lichtgroene aanbevelingen zijn al energiezuinig en voldoen in principe aan de nieuwbouwnormen van 2006, maar voldoen nog niet helemaal aan de energiedoelstelling voor 2050. Niets om u meteen zorgen over te maken, maar mogelijk wel iets om mee te nemen bij latere renovatiewerken.
U kunt van uw renovatie een totaalproject maken en alle werken onmiddellijk laten uitvoeren. Maar voor heel wat gezinnen is dit geen optie, omdat ze niet zoveel geld tegelijk op tafel kunnen leggen. In dat geval is een meerjarenplanning een alternatief. Maar dan moet er wel een masterplan worden opgesteld en moet er goed worden nagedacht over de volgorde van de werken.
Isolatie krijgt zonder twijfel de hoogste prioriteit. Als u bijvoorbeeld eerst een warmtepomp installeert voordat u isoleert, moet de warmtepomp een grotere capaciteit hebben. Als u later isoleert, hebt u die extra verwarmingscapaciteit niet meer nodig, wat eigenlijk verspilling van geld betekent. Als u eerst de ramen vervangt en later pas muurisolatie toevoegt, kan het erg moeilijk zijn om de isolatie goed op de ramen aan te sluiten.
Hoe verdeel ik de renovatie in stappen?
Van F of E naar D
Een rijwoning zonder isolatie, met oude dubbele beglazing en een verouderde gasketel krijgt doorgaans een epc-label E. Een driegevelwoning of vrijstaand huis in een vergelijkbare situatie wordt meestal gelabeld met een epc-label F. Dit komt doordat dit type woning een groter oppervlak heeft dat warmte verliest via de gevels, in tegenstelling tot een rijwoning, die tussen andere woningen ingeklemd zit.
Als u het epc-label van een rijwoning van E naar D wilt optrekken, dan doet dakisolatie meteen wonderen. Een slecht of helemaal niet geïsoleerd dak kan een warmteverlies tot 30 procent veroorzaken. Met een isolatielaag van 22 centimeter trekt u het epc van een rijwoning meteen op van E naar D.
Voor een driegevelwoning of een vrijstaand huis komt u met alleen dakisolatie nog niet meteen ver genoeg. Doet u verder niets, dan raakt de woning nog altijd niet van haar F-label af. Als u voor de driegevelwoning ook het buitenschrijnwerk aanpakt en een condensatieketel plaatst, dan komt u op een D-label uit. Maar voor de vrijstaande woning volstaat ook dit nog altijd niet en komt u niet verder dan een E-label. Goed nieuws is dan wel dat u bij dit type woning meteen naar een B-label gaat als u ook nog eens de buitenmuren isoleert.
Van D naar A
Om ervoor te zorgen dat uw woning tegen 2050 mogelijk een A-label verdient, zijn er verschillende investeringen nodig. Dit omvat het plaatsen van een condensatieketel, isolatie van de buitenmuren en de vloer, en mogelijk een ventilatiesysteem. In sommige gevallen is een volledig ventilatiesysteem vereist, zoals bij nieuwbouw of ingrijpende energetische renovaties, terwijl bij renovaties toe- en/of afvoervoorzieningen vaak volstaan.
De Nationale Bank berekende dat een woning met label A van 354.000 euro vandaag maar liefst 71.000 euro meer waard is dan dezelfde woning met label F.
Voor een driegevelwoning legt u hetzelfde traject af als voor een tweegevelwoning. Een vrijstaand huis vergt echter nog enkele extra ingrepen om een A-label te bereiken. Naast de isolatie van de vloer en het plaatsen van een ventilatiesysteem zult u ook nog uw verwarmingsinstallatie op gas moeten vervangen door een warmtepomp.
Als u nog geen zonnepanelen op het dak van uw woning gelegd had, dan maakt u daarmee uw energetische renovatie helemaal rond. Het geeft uw huis een A-label met het hoogste epc-kengetal.
Hoeveel zal het kosten?
Het epc geeft u een eerste idee van hoeveel de renovatiewerken zullen kosten. Maar die bedragen moeten toch met de nodige omzichtigheid worden behandeld. Het gaat hier om te beginnen alleen om indicatieve gemiddelden, die automatisch werden berekend en afgerond op 500 euro. U zult met andere woorden de bedragen als ruwe schattingen moeten bekijken en overleggen met een architect of een aannemer om tot een concrete prijs te komen.
Embuild Vlaanderen, de koepelorganisatie van de Vlaamse bouwsector, simuleerde op basis van de bedragen uit het epc de kostprijs voor een stapsgewijze evolutie van label F naar A. In het voorbeeld gaat het om een halfopen bebouwing uit 1965 met 136 m² aan bewoonbare oppervlakte en een energiescore van 580 kilowattuur per vierkante meter (label F). Opeenvolgend worden dakisolatie, nieuw buitenschrijnwerk, gevelisolatie, warmtepomp, ventilatie en zonnepanelen voorzien.
De bedragen die bij elke ingreep horen, moeten met de nodige reserve gelezen worden, omdat achter de basiskosten vaak nog afwerkingskosten verscholen zitten. Interessant is wel dat voor elke ingreep wordt aangegeven hoeveel besparing die op basis van de actuele energieprijzen oplevert.
Op basis van de bedragen uit het epc komt de energetische renovatie uit op een totaalbedrag tussen 75.000 en 112.500 euro. Maar door die investeringen wordt uw huis ook energiezuiniger. In het berekende voorbeeld bespaart u op basis van de huidige energieprijzen 4.969 euro per jaar.
‘Sommige energetische ingrepen, zoals dakisolatie en pv-panelen, verdient u na iets meer dan twee jaar terug’, zegt Caroline Deiteren, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen. ‘Een totale investering van 75.000 euro om van label F naar label A te gaan, verdient u doorgaans terug na 15 jaar dankzij een lagere energiefactuur.’
Bovendien verhoogt de energetische renovatie ook de waarde van uw woning. ‘Volgens de Nationale Bank krikt een energierenovatie de waarde van uw woning aanzienlijk op’, zegt Deiteren. ‘De Nationale Bank berekende dat een woning met label A van 354.000 euro vandaag maar liefst 71.000 euro meer waard is dan dezelfde woning met label F. Bovendien neemt de waarde van een energie-efficiënte woning, en bijgevolg het rendement van uw investering, alleen maar toe.’
Extra kosten
Zoals eerder vermeld, geeft het epc alleen een schatting van de kosten om het energiepeil te verbeteren, zonder rekening te houden met de afwerking van het geheel.
Er kan met andere woorden nog een behoorlijk bedrag boven op de basiskostprijs komen als u bij het isoleren van uw dak bijvoorbeeld ook nieuwe dakpannen moet leggen. En boven op de kostprijs van een warmtepomp zult u er rekening mee moeten houden dat u mogelijk ook nog vloerverwarming zult moeten leggen en de opgebroken vloer zult moeten vernieuwen.
Volgens Jozef Hessel, ondervoorzitter van het Netwerk van Architecten Vlaanderen en gastprofessor architectuur en interieurarchitectuur aan de KU Leuven, is minstens 175.000 euro nodig om een kleine woning zeer grondig - naar label B of label A, mits het gebruik van de juiste technieken - te renoveren. ‘Een rijwoning grondig renoveren kost zo’n 200.000 euro, een halfopen woning 300.000 euro en een vrijstaande woning algauw 400.000 euro’, zegt hij. ‘Die prijs kunt u nog met zo’n 20 procent verlagen door te kiezen voor basisafwerkingen, maar een lager budget is niet realistisch.’
Het epc geeft alleen kostenramingen voor eengezinswoningen. Renovatiewerken aan appartementsgebouwen zijn vaak complex. Meestal gaat het hier om renovaties van de gemeenschappelijke delen. Voor dat soort werken is altijd een goedkeuring vereist van de algemene vergadering.