Afval- en recyclagesector vecht subsidieknip Demir aan

De minister van Energie verlaagde eind vorig jaar het aantal groenestroomcertificaten dat de overheid aan bio-energieprojecten geeft.

'We zijn niet tegen een aanpassing van de certificaten, maar dat doen voor bestaande contracten is woordbreuk', zegt Stany Vaes, de algemeen directeur van Denuo, de federatie van de afval- en recyclagebedrijven. 'Het is problematisch dat de baten voor bepaalde installaties worden aangepast op basis van theoretische vermoedens, zonder rekening te houden met de kosten in de praktijk.' Wegens de gedane investeringen in installaties en de hoge logistieke kosten voor de aanvoer van het afval zou de aanpassing het voortbestaan van de bedrijven bedreigen.

'Het is een bedreiging voor de lokale bio-energiebedrijven, maar ook voor het vertrouwen van buitenlandse investeerders', zegt Vaes. 'Dat betekent niet alleen dat we in Vlaanderen minder groene energie zullen produceren, ook dat ons biologisch afval een grotere CO2-voetafdruk zal krijgen omdat het meer kilometers zal afleggen tot aan de uiteindelijke verwerkingslocatie.'

De zaak toont opnieuw dat de politieke ambities om oversubsidiëring of overwinsten aan te pakken op de praktijk botsen. Vorige week maakte De Tijd bekend dat energieproducenten de overwinstbelasting van de federale regering aanvechten. Eerder liep de sector van groenestroomproducenten storm tegen de plannen van Demir om de certificaten van grote bedrijven af te nemen. Door verzet van de liberalen gaat die operatie voorlopig niet door.