Advertentie
interview

Econoom Gert Peersman: ‘In deze staatsstructuur krijg je de begroting niet op orde’

Econoom Gert Peersman. ©Wouter Van Vooren

‘Al bij al maakt de Europese economie een zachte landing’, zegt econoom Gert Peersman nu het inflatiespook plaatsmaakt voor de vrees voor stijgende rentes. Al kijkt hij bezorgd naar de verkiezingen. ‘Voor moeilijke boodschappen is almaar minder ruimte.’

De federale regering van Alexander De Croo (Open VLD) bokst dit weekend de allerlaatste begroting van deze legislatuur in elkaar. Geen enkele partij heeft nog zin om haar kiezers pijn te doen in het zicht van de meet. Maar met een tekort van bijna 5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en een schuldgraad van 107 procent kan ons land zich geen uitschuivers meer permitteren. Hoe de financiële markten zich vorige week tegen de budgettaire belhamel Italië keerden, roept nare herinneringen op aan rentesneeuwballen en spreads. Maken we de overgang van een tijdperk van nulrente naar hoge rente?

De verkiezingscampagne zal alleen over lastenverlagingen gaan, maar een hogere werkzaamheidsgraad is geen tovermiddel.

Professor economie Gert Peersman vindt die conclusie voorbarig. ‘De rentes zijn in de eerste plaats gestegen omdat we een inflatieschok uitzweten. Dat zou een tijdelijk fenomeen moeten zijn. Bovendien zijn de fundamentele determinatoren van de rente niet veel veranderd tegenover de periode voor de inflatieschok. Dat de rentes het voorbije decennium zo laag waren, heeft niet alleen te maken met het aankoopbeleid van de Europese Centrale Bank, maar ook met de enorme spaaroverschotten door de vergrijzing, de toegenomen ongelijkheid en de lage productiviteitsgroei. Dat is nog altijd zo. De enige veranderingen die ik zie zijn de opkomst van artificiële intelligentie, wat de productiviteit kan aanzwengelen, en dat de begrotingstekorten wereldwijd oplopen.’

Advertentie

Kan dat een gamechanger zijn?

Gert Peersman: ‘Mogelijk. Veel landen lijken van plan hun hoge tekorten aan te houden. In de Verenigde Staten gaat het tekort bij constant beleid de hoogte in. Bij ons ook. Maar zelfs een land als Duitsland heeft de begrotingsdiscipline wat losgelaten. Als al die grote spelers nog meer gaan lenen, kan de markt reageren met een tijdperk van hoge rentes.’

Vanwaar die normalisering van hoge tekorten en schulden?

Peersman: ‘Je moet vaststellen dat veel landen de politieke kracht missen om in te gaan tegen een populistisch discours. Het is perfect mogelijk tekorten af te bouwen, door te besparen of meer te belasten. Maar als het beleid daarvoor afgestraft wordt, is er almaar minder ruimte voor moeilijke boodschappen. De coronacrisis heeft dat verergerd. Sindsdien vinden burgers en politici het bijna vanzelfsprekend dat de overheid voor elk probleem de geldkraan opendraait.’

Was dat verkeerd?

Peersman: ‘Tijdens de coronacrisis niet, omdat het om eenmalige maatregelen ging. Bovendien is de coronafactuur in de staatsschuld gehalveerd door de hoge inflatie en de lage rente waartegen ze gefinancierd werd. Maar het was zo succesvol dat men gelooft dat je dat op alles kan toepassen. Bijvoorbeeld door mensen hun energieverbruik te compenseren, wat absoluut niet verstandig was.’

Italië is nu het mikpunt van de markten. Is België het volgende land in de rij? Ons begrotingstekort zit ook in de buurt van 5 procent van het bbp.

Peersman: ‘Ik zie nog belangrijke verschillen. In Italië heeft de overheid nog meer schulden en is de bevolking minder rijk. De financiële markten kijken daarnaar. Bovendien zit de politiek in Italië nog meer vast dan bij ons. De populisten zijn daar al aan de macht. Bij ons heb je nog altijd traditionele partijen die op een of andere manier hun verantwoordelijkheid zullen nemen als we echt in de problemen komen. Maar als de extremen bij de volgende verkiezingen zo groot worden dat een regering vormen onmogelijk is, zullen de rentes ook bij ons oplopen.’

Doet de ECB aan overshooting met haar aanval op de inflatie?

Peersman: ‘Ik vind van niet. Het is als centrale bank belangrijk te tonen dat je in staat bent een inflatieschok neer te drukken. Inflatie zit in de hoofden van mensen en werkt zelfbevestigend. Als we geloven dat de prijzen zullen stijgen, vragen de werknemers vandaag meer loon en slaan de bedrijven hun prijzen op. Als je dat wilt omdraaien, moet je de economie wat pijn doen. Maar we moeten daar ook niet bang voor zijn. Het is best straf dat de economie door de rentestijgingen geen zwaardere klappen krijgt. Duitsland krimpt een beetje, maar over het algemeen kan je spreken van een zachte landing van de Europese economie. We beleven geen diepe recessie.’

Advertentie

Het komende jaar zal onze koopkracht dalen. De hogere inkomens kunnen dat bufferen via hun spaargeld, de lage niet. En dat in een verkiezingsjaar.

België is uitzonderlijk goed bezig, vindt de federale regering. De groei is hoger dan het Europese gemiddelde en de inflatie is al verdwenen.

Peersman: ‘Dat is een pyrrusoverwinning. Na de financiële crisis hield België op de korte termijn ook beter stand door onze stabilisatoren. Maar we hebben daarna wel tien jaar besparingen en loonmatiging moeten uitzweten. Vandaag gaat het weer zo. De groei is hoger dan in Europa, maar we hebben die zelf betaald via de automatische indexering. Die houdt de koopkracht en de gezinsconsumptie op peil, maar weegt op de competitiviteit van onze bedrijven. Trouwens: de inflatie is helemaal niet weg.  Dat is een misvatting.’

Verklaar u nader.

Peersman: (haalt een grafiek boven) ‘Als je de energieprijzen uit de korf haalt, is de Belgische inflatie vandaag structureel hoger dan het Europese gemiddelde, met name bijna 7 procent. Dat zie je niet in het totale cijfer, omdat sprake is van een meetfout. In de indexkorf worden de energiekosten bepaald op basis van de nieuwe contracten. Toen de prijzen vorig jaar zo fel begonnen te stijgen hadden veel gezinnen nog een vast contract tegen oude, lagere tarieven. De reële kostenstijging werd dus overschat. Nu zien we het omgekeerde. De energiefactuur is volgens de indexkorf met 40 procent gedaald sinds de zomer van vorig jaar, maar voor veel gezinnen is dat niet het geval. Wie een jaar geleden een vast contract had, betaalt vandaag meer voor energie.’

Is die meetfout een probleem als ze het jaar erna wordt tenietgedaan?

Peersman: ‘Ze zou geen probleem zijn mochten de lonen niet automatisch gekoppeld zijn aan een vertekende index. Onze koopkracht is het voorbije jaar fors gestegen, terwijl ze het komende jaar zal dalen. Voor de hogere inkomens is dat geen probleem: ze bufferen dat via hun spaargeld. Maar de lage inkomens gaan plots niet meer toekomen aan het einde van de maand en zullen niet begrijpen waarom. En dat in een verkiezingsjaar.’

De banken zullen dat oplossen als het van de socialisten afhangt. Als de banken hun spaarrentes niet verhogen, moeten ze een extra belasting betalen op hun hoge winsten.

Peersman: ‘Ik zie niet goed in hoe dat de spaarder helpt. De banken hebben zeker boter op hun hoofd in dit debat. De spaarrentes zouden hoger kunnen. Dat heeft zeker te maken met het feit dat er na het opkoopbeleid van de ECB nog steeds een overvloed aan liquiditeit in omloop is. Daardoor zijn de banken minder geneigd zijn te vechten voor spaargeld. Daarnaast is sprake van een zeker pestgedrag. De beste tarieven worden niet online geafficheerd en wie een hoger tarief wil op zijn spaarboekje moet naar het bankkantoor. Maar de overheid is ook verantwoordelijk, met name door het ruime fiscale voordeel op het spaarboekje dat eigenlijk een transfer naar de banken is. Men moet die fiscale korf openstellen naar andere producten, zoals termijnrekeningen of aandelen en obligaties, zodat er meer concurrentie is voor het spaarboekje.’

Als de stijging van de langetermijnrente doorzet, wordt de terugbetaling van de staatsbon een dure grap.

Dat wou Koen Geens (CD&V) al in 2013 doen.

Peersman: ‘Ja, maar het spaarboekje is in België een heilig huisje waar politiek blijkbaar niet aan te raken valt. De banken vinden dat uiteraard dik oké, want het is hun melkkoe.’

Een tweede staatsbon dan maar?

Peersman: ‘Er valt iets voor te zeggen regelmatig een staatsbon uit te geven. Dat de banken de spaarrentes niet hebben opgetrokken, komt net door de eenmaligheid van de staatsbon. De banken hebben pijn geleden doordat zo veel geld is vertrokken. Als ze dan hun rentes verhogen, doen ze zichzelf een tweede keer pijn. Ten vroegste over een jaar, als die 22 miljard euro van de Belgische beleggers vrijkomt, zullen de banken er misschien voor strijden. Maar ze zijn intussen wel een jaar op hun gemak. Tenzij je met een tweede of een derde bon komt. Gezien de enorme respons vraag ik me echter af of de overheidsfinanciën nog zo’n operatie aankunnen. Want als de stijging van de langetermijnrente doorzet, wordt de terugbetaling van die 22 miljard een bijzonder dure grap voor de begroting.’

Hebt u in de staatsbon belegd?

Peersman: ‘Nee, maar hij heeft me er wel toe aangezet mijn spaarboekje leeg te halen en te beleggen in overheidsobligaties. Als je de juiste kiest, heb je een mooier rendement dan met de staatsbon.’

Tien jaar geleden schreef u samen met Koen Schoors het boek ‘De perfecte storm’ over onder andere de vergrijzing. Beleven we die nu?

Peersman: ‘We zitten er middenin en kunnen hem niet aan, want we hebben er veel te weinig aan gedaan. De werkzaamheidsgraad is verhoogd, maar dat is geen tovermiddel. De politiek doet alsof een werkzaamheidsgraad van 80 procent alle problemen zal oplossen, maar dat is helemaal niet zo.’

Hoe komt dat?

Peersman: ‘Ten eerste wordt in alle langetermijnprojecties al rekening gehouden met een stijging van de werkzaamheidsgraad naar 77,5 procent. De potentiële winstmarge is dus klein. Ten tweede overschat men de inkomsten als meer mensen werken. De laatste procentjes inactieven die aan de slag gaan, dat zijn geen ingenieurs hé. Dat zijn mensen die bijna geen belastingen zullen betalen en zelfs nog allerlei subsidies en kortingen zullen krijgen, waardoor ze de staat meer kosten dan dan ze hem opbrengen.’

U vindt het dus niet erg dat Vivaldi geen fiscale hervorming heeft gedaan?

Peersman: ‘Nee. Het plan dat op tafel lag, zou alleen een extra gat in de begroting slagen. De keuze om te werken via de belastingvrije som was niet efficiënt. Je hebt een massa geld nodig om iedereen iets te geven - ook de hogere inkomens - waardoor de extra banen heel duur worden.’

In veel landen ontbreekt de politieke kracht om in te gaan tegen een populistisch discours.

Wat zal dat geven na de verkiezingen van 9 juni 2024? Een politieke impasse tot de markten tegen ons land beginnen te speculeren, zoals bij de geboorte van de regering-Di Rupo?

Peersman: ‘Men zal alleszins onvoorbereid naar de onderhandelingstafel komen. De campagne zal alleen gaan over lastenverlagingen en terugverdieneffecten, terwijl je over het echte vraagstuk niemand zal horen. Hoe kunnen we het begrotingsprobleem in de huidige staatsstructuur oplossen? Ik zie het antwoord niet. Het federale niveau moet alle klappen van het tekort en de vergrijzing opvangen, terwijl de deelstaten enorm gul gefinancierd zijn. Eigenlijk moet je een deel van de vergrijzingskosten, bijvoorbeeld de pensioenen van de regionale ambtenaren, naar de deelstaten overbrengen. Maar de Franstalige partijen zullen weigeren, omdat het Waals en het Brussels Gewest in vieze papieren zitten. En de Vlaamse partijen zullen de federale put niet willen vullen met Vlaamse overschotten, omdat er al genoeg transfers zijn.’

Is er ook een positieve noot om af te sluiten?

Peersman: ‘Wat ons kan redden, is het opkrikken van de productiviteitsgroei. Daarin hebben we het de voorbije tien jaar heel slecht gedaan. De groei was 0,4 procent per jaar, terwijl we naar gemiddeld 1,25 procent moeten gaan om aan de prognoses van de vergrijzingscommissie te voldoen. Doen we beter, dan gaat de begroting er substantieel op vooruit.’

Hoe doe je dat?

Peersman: ‘Dat is niet simpel. In vergelijking met de jaren 50 heeft de productiviteit van de Belgen een enorme boost gekregen door langer te studeren. Maar omdat je geen tien jaar aan de universiteit kan slijten, stuiten we op een plafond. Er is echter hoop en die heet artificiële intelligentie. Als je massaal personeelsleden kan vervangen door een chatbot, is de productiviteitswinst enorm.’

Dan krijg je ook een toename van de werkloosheid?

Peersman: ‘Dat hoeft niet als je erop toeziet dat mensen de skills hebben om vlot over te schakelen naar een andere job, waar ze opnieuw toegevoegde waarde kunnen creëren. We mogen de toekomst niet tegenhouden, zeker niet met de huidige krapte op de arbeidsmarkt.’

Gert Peersman (50)
  • Macro-econoom en hoogleraar aan de Universiteit Gent.
  • Doctoreerde over het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.
  • Schreef samen met collega Koen Schoors het boek 'De perfecte storm'.
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud