Vlaanderen kan koploper worden in artificiële intelligentie als het inzet op digitaal talent, partnerschappen, en een digitale overheid en infrastructuur. Daarvan is Nicolas Deruytter, CEO van het Gentse AI-bedrijf ML6, overtuigd. ‘Als we fors investeren in toegepast onderzoek, blijft AI niet beperkt tot een theoretische oefening.’
ML6 helpt zijn klanten met advies en implementatie rond artificiële intelligentie, data en machine learning. ‘We zijn een accelerator voor bedrijven die hun digitale intelligentie willen versnellen’, zegt Nicolas Deruytter, CEO van ML6. De onderneming neemt expliciet een maatschappelijke rol op. ‘Het liefst doen we dat via projecten met een maatschappelijke insteek. Onlangs zijn we een traject bij Agentschap Wegen en Verkeer gestart om op een intelligente manier de straatverlichting aan te sturen. We proberen de klanten en projecten te kiezen waarbij we een positieve impact hebben op de maatschappij. Dat geeft voldoening.’
Bij artificiële intelligentie spelen ook morele vragen. ‘Intussen is het bedrijf groot genoeg om te investeren in een interne ethische commissie. We willen de maatschappij vooruit helpen op een positieve manier, zonder ongewenste effecten’, zegt Deruytter. ‘We besteden altijd aandacht bij de implementatie aan het menselijke aspect van technologie. De medewerkers van onze klanten moeten voldoening halen, bijleren en geaccelereerd worden uit een digitaliseringstraject, dat is heel wat anders dan alles gewoon plat te automatiseren.’
Safe spot voor research
ML6 investeert 17 procent van zijn tijd in toegepast onderzoek. ‘De technologie evolueert zo snel dat wij niet anders kunnen’, legt Deruytter uit. ‘We willen mee zijn met de laatste innovatie in AI, goed weten wat kan werken en welke data daarvoor nodig is zodat we relevant blijven voor onze klanten. AI kan snel een theoretische oefening worden. Dat is ook nodig, maar het is onze ambitie om zaken in de praktijk te realiseren.’ ML6 creëert een veilige omgeving voor zijn medewerkers, zodat ze ruimte krijgen voor experimenteel onderzoek. ‘Soms komt daar bruikbare innovatie uit, soms ook niet, maar dat is prima’, zegt Deruytter, die ook chief innovation officer is.
We kiezen de klanten en projecten waardoor we een impact hebben op de maatschappij
Deruytter is tevreden met het investeringsniveau van de Vlaamse en federale overheid, goed voor iets meer dan 3 procent van het bbp. ‘Er zijn ook veel bekwame instanties, zoals Vlaio, maar ook sterke kennisinstellingen zoals Imec, Flanders Make en vele andere. Op dat vlak zijn we verwend.’ Om innovatie en O&O nog meer te stimuleren, moet de bewustwording hoger, vindt hij. ‘Nog niet iedereen is op de hoogte van wat mogelijk is. Daarnaast moeten we de samenwerking tussen bedrijven stimuleren om de juiste investeringskeuzes te maken. Het ligt nog niet genoeg in de Vlaamse mentaliteit om samen te innoveren en te groeien. Onbekend is onbemind. Daarnaast wordt er te weinig uitgepakt met cijfermatige succesverhalen van bedrijven die samen innoveren en een mooi resultaat neerzetten, en dat is belangrijk om de effectiviteit van de steunmaatregelen aan te tonen omdat die een fundament vormen van de concurrentiekracht van ons land.’
Digitaal talent
ML6 is de voorbije jaren sterk gegroeid en heeft nog veel ambities. ‘AI zal een enorme impact hebben op onze maatschappij en ons welzijn. We willen bedrijven vooruit helpen, door bijvoorbeeld kostenefficiënter te werken, minder energie te verbruiken of door nieuwe diensten aan te bieden. Artificiële intelligentie en data moeten onze concurrentiepositie als bedrijf en ook als regio versterken. We willen een katalysator zijn, liefst op een zo groot mogelijke Europese schaal. ML6 is nu al volop actief in Duitsland, Zwitserland en Nederland.’
Er wordt te weinig uitgepakt met succesverhalen van bedrijven die samen innoveren en een mooi resultaat neerzetten
Deruytter is ervan overtuigd dat Vlaanderen tegen 2030 koploper kan worden in artificiële intelligentie. Daarvoor is ten eerste digitaal talent nodig. ‘Dat is niet evident door de krapte op de arbeidsmarkt. Mensen die afstuderen, kijken niet alleen naar Vlaanderen om te werken. Als bedrijf moeten we competitief blijven.’ Een digitale overheid is onontbeerlijk. ‘Er zijn al stappen in de goede richting gezet, maar er is nog werk aan de winkel. We moeten nog meer inzetten op die digitale infrastructuur.’