De beste plek om te werken in ons land? Dat is Bank van Breda. De private bank ging naar huis met de Best Workplaces Award in de categorie van grote bedrijven. De award werd uitgereikt door Great Place To Work en Vlerick Business School, een certificering die werkgevers krijgen dankzij de positieve feedback van hun werknemers. Kunnen we iets leren van de best scorende bedrijven? ‘Vertrouwen en respect zijn essentieel’, zegt Koen Dewettinck, CEO van Great Place To Work België.
Bank van Breda haalde het in de categorie van de grote bedrijven onder meer van Pauwels Consulting en Schoenen Torfs, die de top 3 vervolledigen. De bank sleepte bovendien nog een tweede award in de wacht, die van ‘sustainable recognition’.
‘Met die prijs zetten we werkgevers in de bloemetjes die over een langere periode hoog scoren bij hun werknemers op vlak van erkenning en waardering’, verduidelijkt Astrid Vandenbroucke, manager bij Great Place To Work.
Het samenvallen van die twee awards is niet toevallig. ‘Trends komen en gaan binnen HR, maar we zien dat de beste werkgevers steevast uitblinken in thema’s als vertrouwen’, zegt CEO Koen Dewettinck. Neem bijvoorbeeld een stelling als ‘het management komt zijn beloftes na’.
De beste werkgevers blinken steevast uit in thema’s als vertrouwen.
Bij de tien beste werkgevers kan gemiddeld 75 procent van de werknemers zich daarin vinden, tegenover een magere 49 procent bij de bedrijven die geen certificering behaalden. ‘Vertouwen is iets krachtig, maar tegelijk vluchtig’, zegt Dewettinck. ‘Een bedrijf kan daar jaren aan werken, maar het op een vingerknip verliezen.’
De sleutel ligt volgens hem bij authenticiteit. ‘Walk the talk, daar komt het op neer. Natuurlijk moet je als werkgever soms moeilijke beslissingen nemen, maar je kunt communicatie wel aftoetsen aan een duidelijk kader met waarden. Zo creëer je, zelfs in een snel veranderende wereld, voorspelbaarheid en vertouwen bij werknemers.’
Nog een thema dat het verschil maakt tussen goede en uitstekende werkgevers: respect. Met de stelling ‘het management vraagt werknemers actief naar suggesties en gaat er vervolgens mee aan de slag’, ging bij de beste werkgevers 84 procent van hun werknemers akkoord. Bij de niet-gecertificeerde bedrijven is dat amper de helft (54%).
Werkgevers die het best scoren zetten veel vaker in op individuele trajecten.
‘Eigenlijk draait het ook daar om communicatie’, zegt Dewettinck. ‘Geef je werknemers het gevoel dat ze betrokken worden? Ben je transparant?’ Opvallend: vooral grote bedrijven lijken daarmee te worstelen. Op de stelling ‘promoties gaan naar de mensen die het het meest verdienen’ scoren bij de winnaars kleine bedrijven opvallend beter dan hun grotere collega’s (79% versus 59%). Ergens is dat logisch, zegt Vandenbroucke. ‘In grotere bedrijven, waar niet iedereen iedereen kent, vormt transparantie een grotere uitdaging.’
Persoonlijke trajecten for the win
Goede werkgevers maken het verschil met vertrouwen en respect, maar er springt ook een relatief nieuwe trend in het oog. ‘We zien dat goed scorende werkgevers gemiddeld veel vaker inzetten op individuele trajecten, zowel rond vaardigheden en carrièreplanning als welzijn’, merkt Vandenbroucke op.
Het gaat dan bijvoorbeeld over individuele coaching, persoonlijke loopbaantrajecten of een proactief beleid rond burn-out. Dewettinck ziet daar een antwoord op de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt. ‘Waar bedrijven vroeger een specifieke vacature uitschreven en vervolgens op zoek gingen naar de perfecte fit, gaan ze nu vaker uit van het individu. Wat zijn haar of zijn sterktes? Wat zijn de ambities?’
Die aanpak-op-maat komt ook met een uitdaging: hoe bewaak je het gevoel dat iedereen een gelijk deel van de koek krijgt? ‘Eigenlijk brengt dat ons terug bij het belang van transparantie’, merkt Dewettinck op.
‘Natuurlijk kun je om privacyredenen niet altijd communiceren over specifieke promoties of persoonlijke trajecten. Maar dat hoeft ook niet. Wees helder over procedures en spelregels en zorg voor een benaderbaar management. Niet toevallig scoren de beste werkgevers bijzonder goed op dat laatste (90%).’