Waarom wonen mensen graag op locaties en in buurten waar de andere bewoners sterk op hen lijken? Wat kenmerkt een locatie en wat linkt haar aan een bepaald publiek? Martin Euwema, professor aan de KU Leuven gaat dieper in op de psychologie achter AAA-wonen.
Triple A-wonen staat voor kwaliteit, zowel wat de ligging, de afwerking als het beoogde publiek betreft. Niet verwonderlijk situeren deze vastgoedprojecten zich dan ook in de hogere prijsklasse. Van nature voelen mensen zich sterk aangetrokken tot anderen die op hen lijken, weet Martin Euwema, sociaal psycholoog en professor organisatiepsychologie aan de KU Leuven. ‘Dat gaat van een kledingstijl en uiterlijk tot en met het inkomen en de financiële status die gelijkend zijn.’
My home is my castle
Vervolgens redeneren mensen meestal onbewust dat ze ook diepere waarden delen met anderen die dergelijke oppervlakkige gelijkenissen met hen vertonen. ‘Mensen blijven groepsdieren. Daarom zoeken we voortdurend onderlinge overeenkomsten met mekaar’, verklaart Martin Euwema. Een tweede daaraan gekoppeld psychologisch mechanisme is dat mensen hun eigen kudde verkiezen boven andere bevolkingsgroepen.
Mensen met een economisch sterke status wonen doorgaans het liefst in gemeenschappen waar ook hun directe buren in luxe leven. Hoe meer variatie en verscheidenheid, hoe onveiliger mensen de omgeving ervaren. ‘Dat is niet alleen het geval in België, maar ook in landen met een grotere sociale ongelijkheid’, vertelt Martin Euwema. ‘In Brazilië zijn de superluxe wijken volledig van de buitenwereld afgeschermd met muren en poorten. Hetzelfde geldt voor wijken in Zuid-Afrika met meerdere beveiligingslagen. My home, is my castle: dat is zo’n beetje het gevoel dat de bewoners hebben binnen hun veilige luxeplek.’
‘My home, is my castle: dat is zo’n beetje het gevoel dat de bewoners hebben binnen hun veilige luxeplek’
Sociale woonmix
Toch betekent in onze contreien triple A-wonen niet per definitie afgezonderd op een eiland of ver weg van andere stadsdelen leven. Het is een uitdaging om mensen van verschillende sociale klassen en culturen enthousiast en harmonieus te laten samenwonen, maar het is niet onmogelijk, volgens Martin Euwema. ‘In Rotterdam zijn er verschillende stadsdelen met dat doel ontwikkeld. In de hoofdstraten staan bijvoorbeeld statige en prestigieuze herenhuizen, in de zijstraten prijken huizen voor de middenstand, en in de zijstraten daarvan bevinden zich arbeiderswoningen.’
Het gevolg? Kinderen uit al die verschillende sociale klassen zitten in de buurt samen op school en komen in contact met mekaar. ‘Zo maximaliseer je de kans op sociale cohesie’, meent Martin Euwema. ‘Dat is het tegenovergestelde van isolatie en afscheiding. Want dát versterkt net maatschappelijke ongelijkheden, segregatie en het ontwikkelen van stereotype beelden: van welstellende mensen naar de armere toe, en omgekeerd.’
Honkvaste Belgen
Tot slot wijst Martin Euwema ook op het feit dat veel Belgen honkvast zijn. Ze zoeken op volwassen leeftijd vaak woonplekken dichtbij waar ze opgegroeid zijn of in de nabijheid van hun familie. ‘Allicht omdat België zo’n klein land is, want dat speelt in andere landen veel minder.’ In die zin zullen mensen die opgegroeid zijn in een tripple-A woning op latere leeftijd wellicht ook een eigen exclusieve woning in de buurt verlangen. ‘Een sleutelrol daarbij speelt opnieuw dat samenhorigheidsgevoel, de wens om tot een even succesvolle groep te behoren’, besluit Martin Euwema.