Het aandeel van ouderen in onze maatschappij wordt almaar groter. Toch kennen onze steden nog altijd een uitgesproken heterogeen publiek. Die situatie heeft ook invloed op de vastgoedmarkt.
In de jaren zestig en zeventig ontstonden in België veel stedelijke verkavelingen. Vaak trokken ze mensen van eenzelfde generatie aan. Door de jaren evolueerde de samenstelling meer en meer naar een gemengd publiek, maar die trend lijkt door de vergrijzing opnieuw te keren. Twintig jaar geleden vormden dertigers nog de grootste bevolkingsgroep in ons land, vandaag zijn dat de vijftigers, en over tien jaar zijn de zestigplussers het sterkst vertegenwoordigd. In sommige regio’s aan de kust is dat vandaag al het geval.
De sociale mix van jong en oud in onze steden lijkt dus ietwat af te zwakken. ‘Toch is de samenstelling er doorgaans nog sterk heterogeen’, zegt professor Michael Ryckewaert, docent stedenbouw aan de VUB. ‘Enkele jaren geleden werd er nog van uitgegaan dat ouderen massaal zouden terugkeren naar de stad. En dus hebben sommige projectontwikkelaars volop ingezet op stedelijke woonwijken met veel groen. Maar die terugkeer naar de stad heeft zich niet doorgezet op grote schaal: heel wat oudere mensen wonen nog altijd in hun vertrouwde landelijke omgeving.’
De terugkeer naar de stad van ouderen heeft zich niet doorgezet op grote schaal.
We wonen niet kleiner
De heterogeniteit van de stedelijke bevolking heeft gevolgen voor de vastgoedmarkt. ‘Compacte rijwoningen hebben bijvoorbeeld meer aantrek bij jongere huishoudens’, weet Ryckewaert. ‘Maar we stellen ook vast dat hun aandeel jaar na jaar afneemt, in het voordeel van appartementen en vrijstaande of driegevelwoningen aan de rand van de stad. Zulke suburbane huizen worden vandaag vaak op latere leeftijd gebouwd, bijvoorbeeld als veertiger. In de statistieken zien we dan ook geen afname van deze grote woningtypes.’
Vastgoedontwikkelaars trachten met hun toenemend aanbod aan serviceflats ook de ouderen te bedienen. Maar volgens Michael Ryckewaert bouwen ze opnieuw meer reguliere appartementen met twee of drie slaapkamers. ‘Met zo’n standaardproduct mikken ze op een breder segment van potentiële afnemers’, zegt hij. ‘Dat kunnen senioren zijn, maar ook jonge gezinnen die tijdelijk willen huren of net afgestudeerden die eerst nog een tijdje willen samenwonen. Deze ongedifferentieerde aanpak is niet alleen in opmars in steden, maar ook langs steenwegen en in rurale regio’s.’
Geen drempels of trappen
Om zowel jong als oud zich welkom te laten voelen in de stad, is een correcte invulling van de publieke ruimtes essentieel. ‘Het is niet moeilijk om die levensloopbestendig te maken, zodat elke generatie er de vruchten van kan plukken’, meent Ryckewaert. ‘Door voldoende manoeuvreerruimte te voorzien en drempels of trappen te vermijden, maak je het iedereen makkelijker: jonge moeders met een kinderwagen, kleuters met een kleine fiets én senioren met een looprek of een rolstoel. Ook een veilige, overzichtelijke en begrijpelijke inrichting is een must voor jong en oud.’