De pandemie heeft de digitale gewoonten versneld, ook op het vlak van HR. Dankzij de technologie slagen bedrijven erin om aan betere HR te doen, maar de keerzijde van de medaille mag niet uit het oog verloren worden. Een rondetafelgesprek met Imec, VUB, BekaertDeslee en #ZigZagHR.
Wat waren de gevolgen van de coronacrisis voor jullie organisatie en voor HR in het bijzonder?
Lisbeth Decneut (CHRO imec): ‘Voor de pandemie gebeurde alles grotendeels op kantoor. Plots werden we geconfronteerd met thuiswerk, onze organisatie was dat niet gewoon. Dankzij de technologie zijn we er goed doorgefietst, want onze medewerkers bleven productief en geëngageerd. De technologie zette een versnelling in gang. Door Microsoft Teams bijvoorbeeld, leerden we op afstand samenwerken en vergaderen. Vandaag verloopt de invoering van technologie veel vlotter dan pakweg tien jaar geleden.’
Raf Devos (CHRO public affairs VUB): ‘We maakten een steile leercurve mee voor blended learning. Professoren die gewoon waren om in een aula of tijdens workshops les te geven, zijn overgeschakeld naar digitaal. Voor corona waren we net overgestapt naar het HR-systeem. We hebben ook het gaspedaal ingedrukt voor een ticketing-systeem, waardoor medewerkers met een vraag voor HR niet meer hoefden te bellen en sneller geholpen worden. Het is wel een uitdaging om de technologie af te stemmen op het menselijke.’
Dirk Verly (CHRO BekaertDeslee): ‘Door corona beseffen we dat we niet altijd het vliegtuig naar China moeten nemen, maar ook vanop afstand kunnen vergaderen. En dat we de lokale medewerkers meer kunnen vertrouwen, dan we oorspronkelijk dachten. De tijd van grote logge systemen die alles kunnen, is voorbij. We zien veel applicaties van alle kanten opduiken. Het is belangrijk om onze medewerkers daarin goed op te leiden in plaats van die systemen met elkaar te laten spreken, wat vaak een dure aangelegenheid is.’
Tijdens de coronacrisis hebben we bijvoorbeeld gemerkt dat remote leidinggeven de grootste uitdaging is.
Naast de vele voordelen kan technologie ook angst met zich meebrengen. Moeten we schrik hebben van digitalisering?
Lesley Arens (externe expert, oprichtster #ZigZagHR): ‘Bedrijven zetten technologie in om het gemakkelijker te maken, maar we moeten ons afvragen voor wie: voor de gebruiker of voor het HR-team? Dat is vaak een moeilijke evenwichtsoefening. Schrik en stress kun je wegnemen door opleidingen te organiseren, mensen mee te nemen in het verhaal en naar hen te luisteren zodat die adoptie foutloos verloopt. HR speelt daar een belangrijke rol in, want dit gaat over changemanagement. Ik hoor vaak dat HR betrokken is bij digitale transformaties, maar niet van bij het begin.’
Ervaren jullie dat ook zo? Wordt HR betrokken bij de implementatie van nieuwe tools?
Lisbeth Decneut: ‘Gelukkig wel. Imec zette al heel vroeg in op e-HR, net omdat we een diverse organisatie zijn met verschillende statuten en nationaliteiten. Binnen HR digitaliseren en automatiseren we vooral het transactionele. De basis moet in orde zijn zodat we al onze energie kunnen steken in interactie, goed leiderschap en het luisteren naar de medewerkers. We kijken altijd naar welke impact tools hebben op de medewerkers via proefprojecten, klankborden enzovoort.’
Ik hoor vaak dat HR betrokken is bij digitale transformaties, maar niet van bij het begin.
De gebruikservaring van tools moet intuïtief en eenvoudig zijn, net zoals bij Spotify of Netflix. Is het mogelijk om dit met HR-toepassingen ook zo ver te krijgen?
Dirk Verly: ‘Vertrekken vanuit de gebruiker is een boodschap die we aan de ontwikkelaars van al die applicaties willen geven. Het moet niet alleen sneller en intuïtiever gaan, maar ook mobiel. Soms denk ik dat we hier achteroplopen. Onze medewerkers in China, Indonesië en Mexico zijn soms meer thuis in applicaties en smartphones dan hier. Daar moeten we rekening mee houden.’
Raf Devos: ‘Het is moeilijk omdat de versnelling de verschillen tussen medewerkers groter maakt. Daarnaast moet je de technologie op maat van de mensen maken. Wanneer we met een nieuwe oplossing komen, merken we vaak weerstand bij de medewerkers. Dat is voor mij de essentie: hoe spits je de technologie toe op je interne klant, je medewerker?’
Hoe gaan jullie om met die weerstand bij de medewerkers?
Lisbeth Decneut: ‘Je krijgt niet iedereen altijd even gemakkelijk mee, maar ik heb er goede ervaringen mee. Je moet er van in het begin tijd insteken. Er is een waarheid die zegt: de snelheid van de verandering zit in de traagheid van het begin. Daaraan moet je vasthouden. Als HR willen we het werk van de medewerkers vergemakkelijken, daarom moeten we niet in onze ivoren toren maanden iets ontwikkelen. Je blijft in dialoog met de medewerkers voor wie je het maakt.’
Raf Devos: ‘Ik ben een grote voorstander om de technologie zo eenvoudig mogelijk te maken. En als je het door mensen laat uitleggen of bespreken, dan komt de aanvaarding door de medewerkers heel snel.’
Midden-managers gingen gebukt onder de crisis. Ze hadden geen behoefte aan controle, maar wilden boven op hun eigen werk er ook nog zijn voor hun teams.
Technologie biedt veel voordelen, maar er is ook een keerzijde aan de medaille. Met software monitoren werkgevers hun medewerkers. Hoe ver kunnen werkgevers daarin gaan zonder de privacy te schenden?
Lesley Arens: ‘Naast gebruiksvriendelijk, snel en gemakkelijk moet technologie inderdaad ook veilig zijn. Het is belangrijk dat medewerkers weten wat en wanneer gemonitord wordt en waarom werkgevers dit willen meten.’
Dirk Verly: ‘Wij denken er niet aan om te monitoren. Respect en eerlijkheid zitten in ons DNA. We proberen naar een geëngageerd werknemersveld te gaan en dat is gebaseerd op vertrouwen. We hebben wel prikklokken in onze fabrieken om de transacties en de payroll te vergemakkelijken, maar ik zou liever hebben dat we die niet meer nodig hebben.’
Lisbeth Decneut: ‘Met meer data kun je meer meten, maar we houden dat liever enkel voor het transactionele. Alles wat te maken heeft met het kwalitatieve aspect van HR, zoals het aansturen, managen, coachen, feedback geven of zelfs geven van werkopdrachten, willen we menselijk houden en niet aan technologie uitbesteden. We willen niet zo’n organisatie zijn die mensen controleert. Dat betekent dat we wel actief inzetten op het uittekenen van wat we er willen mee doen, wat wel en wat niet kan. Daar moeten we expliciet in zijn.’
Wij denken er niet aan om te monitoren. Respect en eerlijkheid zitten in ons DNA.
Raf Devos: ‘We zeggen wel dat we mensen autonomie geven, maar is dat ook zo in de praktijk? Tijdens de coronacrisis hebben we bijvoorbeeld gemerkt dat remote leidinggeven de grootste uitdaging is. De ‘command & control’ zit nog in veel hoofden van leidinggevenden. Onder meer door opleidingen te geven rond leiderschap, willen we daar in de toekomst op inzetten.’
Lisbeth Decneut: ‘Dankzij medewerkersbevragingen hebben we tijdens de coronacrisis de vinger aan de pols gehouden. Medewerkers die zich slecht in hun vel voelden, waren niet alleen de jonge buitenlandse doctoraatsstudenten, maar ook de midden-managers, die gebukt gingen onder de crisis. Voor die laatste groep wil ik een lans breken om begrip te tonen hoe moeilijk het voor hen was. Ze hadden geen behoefte aan controle, maar wilden boven op hun eigen werk er ook nog zijn voor hun teams. Ze verzonnen van alles omdat ze wisten hoe moeilijk het voor de medewerkers was, zoals virtuele koffies of een quiz op vrijdagavond. Ik zou hen een standbeeld willen geven voor het voorbije jaar.’