Beobank
De grondstoffenprijzen zijn nog forser gestegen dan in 2021. Ziet u een einde aan deze stijging komen? Hoe kan een belegger best rekening houden met deze onzekere factor?
Defensieve spelers in de portefeuille winnen aan belang: kwaliteitsbedrijven met stabiele winstgevendheid en pricing power.
Door een structureel onevenwicht in heel wat basisgrondstoffen verdubbelde het koersniveau op de grondstoffenmarkt de afgelopen twee jaar. Toch blijft de huidige waardering aantrekkelijk op middellange termijn gezien de historisch lage voorraden. De oorlog in Oekraïne versterkt die schaarste. Aan de vraagzijde kan groeivertraging een impact hebben. Maar China, verantwoordelijk voor zowat de helft van de wereldwijde vraag naar grondstoffen, blijft op koers met vier tot vijf procent economische groei tegen eind dit jaar. Ook de energietransitie is grondstoffenintensief. Latijns-Amerika en MENA bieden kansen voor aandelen en lokale deviezen van grondstoffenproducerende landen kunnen een bron zijn van rendement in flexibel beheerde obligatiefondsen. Dus in een beleggingsportefeuille blijven grondstoffen een hedge tegen inflatie én geopolitieke spanningen.
Europese aandelen noteren traditioneel goedkoper dan Amerikaanse. Kan die waarderingskloof, in de huidige geopolitieke context, überhaupt nog gedicht worden?
Dat is weinig waarschijnlijk op korte termijn. Amerikaanse bedrijven blijven een hogere rendabiliteit behouden dan Europese bedrijven. Zelfs na de strenge correctie op de groei-georiënteerde Amerikaanse aandelenmarkt begin dit jaar, blijft die markt nog boven de 20-jarige mediaan in forward P/E, terwijl deze in Europa er net onder zit. De US is resistenter tegen stagflatie met een blijvend sterke consumptie en een sterke arbeidsmarkt, en ook onafhankelijker van externe energievoorziening. Bovendien kampt Europa met een groeivertraging, versterkt door de oorlog in Oekraïne. De inflatiepiek is wellicht nog niet bereikt. We verkiezen dus bedrijven die weinig cyclus-afhankelijk zijn: kwalitatieve defensieve bedrijven die stijgende inputkosten kunnen doorrekenen aan de consument en die stabiele inkomstenstromen hebben. Denk bijvoorbeeld aan de gezondheidszorg. Ook sectoren die profiteren van aantrekkende rente en inflatie, zoals banken en energiebedrijven, blijven aantrekkelijk.