Een klimaatneutraal Europa tegen 2050: de nieuwe Europese Green Deal legt de lat bijzonder hoog. Vooralsnog blijft het relatief onduidelijk hoe en in welke domeinen we de energietransitie concreet zullen aanpakken. Over één aspect zijn onze drie gesprekspartners het alvast roerend eens: ‘Europa zal een voortrekkersrol moeten spelen.’
‘Met het oog op de Europese Green Deal zal het aandeel van de hernieuwbare energiebronnen in onze energiemix tegen 2030 moeten stijgen tot 38-40 procent. Het huidige streefcijfer ligt maar op 32 procent’, geeft Riet vijgen aan (Portfolio Manager Leo Stevens & Cie Vermogensbeheer). ‘Dat alles impliceert ook dat in de EU de jaarlijkse investeringen in hernieuwbare energie opgetrokken moeten worden met ongeveer 350 miljard euro per jaar. De kans is zelfs reëel dat de investeringen in hernieuwbare energie dit jaar voor het eerst hoger zijn dan die in fossiele brandstoffen. En dus raken ook investeerders steeds meer geïnteresseerd in wind- en zonne-energieparken, en in infrastructuur voor energieopslag en voor smart grids, het terugwinnen van elektriciteit in slimme netwerken. Investeringen verschuiven dus razendsnel, met het oog op de energietransitie.’
Als we het over die transitie hebben, dan springt doorgaans vooral de nieuwe technologie in het oog. Terwijl de investeringen in de onderliggende infrastructuur minstens zo belangrijk zijn?
Stacey Notteboom (Sales Director BeLux bij M&G International Investments): Inderdaad. Er gaapt een steeds diepere kloof tussen enerzijds de technologische vereisten om die transitie succesvol te realiseren en anderzijds de staat van onze infrastructuur. Hoogdringende infrastructuurinvesteringen werden vaak jarenlang uitgesteld. Anno 2020 is er plots een nieuw momentum, zeker in Europa. Iedereen is het erover eens dat zowel de digitalisering als de vergroening van onze economie onhaalbaar is zonder zware investeringen. Bedrijven die een voortrekkersrol spelen als het op die investeringen aankomt, bieden dus kansen.
Riet Vijgen (Portfolio Manager Leo Stevens & Cie Vermogensbeheer): Het is natuurlijk wel een probleem dat er wereldwijd nog grote regionale verschillen bestaan, omdat niet overal dezelfde prioriteiten worden gesteld. Vandaag lijken bijvoorbeeld de VS nog niet op dezelfde lijn te zitten, maar presidentskandidaat Joe Biden heeft al aangegeven dat ook Amerika tegen 2060 koolstofneutraal moet zijn en dat er ook forse infrastructuurinvesteringen zullen moeten volgen indien hij de verkiezingen wint.
Knut Huys (Senior Fund Manager bij Deutsche Bank): Een andere factor is de aanhoudende groei van de wereldbevolking. Volgens schattingen van de Verenigde Naties zullen we binnen 30 jaar met ruim 2 miljard mensen meer zijn, van wie de grote meerderheid zich in steden zal vestigen. Ook deze trend vraagt enorme investeringen in nieuwe infrastructuur: McKinsey becijferde dat we, om het hoofd hieraan te kunnen bieden, tot 2035 jaarlijks ruim 3.700 miljard dollar moeten investeren. Er wacht ons dus een gigantische inhaalbeweging.
Er is de zeer lange termijn waarbinnen de energietransitie zich zal doorzetten én er zijn de grote regionale verschillen in aanpak en prioriteiten. Schrikken die de beleggers niet af?
Knut Huys: Infrastructuur oogt altijd een stuk minder sexy in vergelijking met pakweg de opmars van artificiële intelligentie of de doorbraak van allerlei digitale technologie. Maar die infrastructuur is nu net de ondersteunende factor die onder meer de energietransitie mede mogelijk zal maken. En dat gaat echt heel breed: afval- en waterbeheer – en de infrastructuur die dat moet optimaliseren – past wat mij betreft ook naadloos in het klimaatverhaal.
Stacey Notteboom: Het klimaatverhaal is geen ver-van-mijn-bedshow meer. Mensen raken daar mee vertrouwd, en ze begrijpen ook perfect wat er op het spel staat. Het is onze taak om de bedrijven te selecteren die in dat verhaal een cruciale rol spelen en die dus ook vanuit het oogpunt van een belegger interessant kunnen zijn.