Digitale gebruikers worden terecht steeds veeleisender, terwijl het voor bedrijven niet eenvoudig is om hun digitalisering en communicatie te stroomlijnen. In een kluwen aan agencies is er nood aan één aanspreekpunt. Dat zegt Pieter Janssens, oprichter van iO.
Toen Pieter Janssens in 2005 begon met wat toen nog Intracto heette, zag het digitale landschap er volledig anders uit. De eerste iPhone moest nog gelanceerd worden, artificiële intelligentie was een concept uit sciencefictionboeken en weinigen waagden zich aan online advertising. Bijna twee decennia later is Janssens’ bedrijf verveld tot iO en is de digitale consument steeds veeleisender geworden.
‘Waar je vroeger al blij was als een pakje een paar dagen later toekwam, ben je nu gefrustreerd omdat je niet via WhatsApp een vraag kunt stellen aan de aftercare van de koerierdienst die binnen de 24 uur levert. Als bedrijf kun je niet in je eentje omgaan met die veranderende eisen en heb je vaardigheden en inzichten nodig om die totaalbeleving goed neer te zetten en te behouden. Je kunt nooit zelf alle techneuten, creatieven, marketeers en strategen in dienst hebben’, zegt Janssens.
Als bedrijf kun je nooit zelf alle techneuten, creatieven, marketeers en strategen in dienst hebben om oplossing te bieden aan de huidige digitale consument. iO biedt dat volledige plaatje.
Die expertise wordt vaak extern ingewonnen, al loopt dat niet altijd van een leien dakje. ‘Uit onderzoek blijkt dat elk zichzelf respecterend bedrijf dat investeert in communicatie en digitalisering met zes tot vijftien verschillende agencies werkt die hen daarin ondersteunen. Het is niet makkelijk om al die bureaus te laten samenwerken, want ze vechten allemaal voor hun aandeel in het project. Daarnaast zijn het vaak kleine of middelgrote bureaus, waardoor ze beperkt zijn in het aantal puzzelstukjes dat ze op tafel kunnen leggen. Dit gaat niet alleen ten koste van de snelheid en kwaliteit, maar verhoogt ook de investeringskosten aanzienlijk.’
Dertig bedrijven worden één
iO was jarenlang zo’n kleiner bureau, dat voornamelijk focuste op zaken als e-commerce en performance marketing. Vier jaar geleden gooide het agentschap het roer om en kwam het investeringsfonds Waterland aan boord. Het bleek een gouden zet te zijn om het bureau uit te bouwen tot end-to-end agency dat klanten helpt van strategie tot uitvoering bij hun communicatie en digitale transformatie door het samenbrengen van kennis en expertise in technologie, marketing, communicatie, content en data.
Om alle diensten op het hoogste niveau te kunnen aanbieden nam iO in enkele jaren tijd meer dan dertig bedrijven over. Van bij het begin werd nagedacht hoe ze één agentschap kunnen worden. ‘We trekken met één commercieel aanbod naar de markt. Die overnames zijn niet louter economisch, ze moeten voor onze klant de oplossing zijn. Voortaan hoeven zij niet langer zelf de coördinator te zijn tussen verschillende bureaus en hebben ze één aanspreekpunt.’
‘We zijn altijd al een heel pragmatisch bedrijf geweest dat zijn klanten via communicatie en digitalisering succesvol wil laten zijn, en dat willen we ook blijven. Daarom kijken we steeds naar agentschappen die de juiste expertise aan boord hebben en met wie we een klik hebben op het vlak van expertise, maar ook menselijk.’
Stap per stap, land per land
Janssens benadrukt dat iO voor zijn klanten het volledige plaatje kan aanbieden, terwijl er wel veel bedrijven zijn die momenteel voor één specifieke dienst bij komen aankloppen. ‘We merken wel dat bedrijven breder willen gaan eenmaal ze met ons samenwerken. En ons klantenbestand bestaat niet alleen uit grote bedrijven, het leeuwendeel zijn middelgrote kmo’s.’
In België werkt iO vanuit haar campussen in Antwerpen, Brussel, Gent en Herentals. ‘In eerste instantie focussen we nu op de Benelux, daarna Scandinavië en Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Inhoudelijk willen we nog meer verdiepen in data skills en business consultancy. De iO campussen zijn een echte een broedplaats voor talent aan het worden. We zorgen voor professionaliteit in een sector die doorgaans bestaat uit kleinere bureaus. De voedingsbodem die we nu creëren zorgt ervoor dat het talent zal blijven.’