Het is vijf voor twaalf als je nog een fiscaal gunstige bedrijfswagen met verbrandingsmotor wilt. Die bestel je het best vóór 1 juli 2023 om de komende jaren extra kosten te vermijden. Veel bedrijven schakelen nu al over op elektrische bedrijfswagens en daar zijn goede redenen voor.
Federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) legde eind 2021 de krijtlijnen vast voor de fiscaliteit van bedrijfswagens de komende jaren. Het doel is helder: de bedrijfswagen gebruiken als motor voor de vergroening van het wagenpark. Vanaf 1 januari 2026 zijn niet-emissievrije bedrijfswagens (diesel, benzine, hybride, plug-inhybride, aardgas en lpg) niet langer fiscaal aftrekbaar. Alleen wagens zonder uitstoot (op elektriciteit of waterstof dus) komen vanaf dan nog in aanmerking voor belastingaftrek.
Lagere aftrekbaarheid
Verre toekomstmuziek? Zeker niet. Een eerste – weliswaar kleinere – aanpassing begon al op 1 januari 2023: de fossiele brandstof van plug-inhybrides is nog maar voor 50 procent aftrekbaar, de elektriciteit wel nog voor 100 procent. Over amper enkele weken, op 1 juli 2023, begint het serieuze werk.
De CO2-bijdrage voor niet-emissievrije bedrijfswagens besteld vanaf 1 juli 2023 stijgt fors.
Bedrijfswagens besteld vanaf 1 juli 2023 – de bestelbon of het leasingcontract moet getekend zijn op 30 juni 2023 – belanden in het nieuwe systeem van degressieve aftrekbaarheid. Stap voor stap daalt de maximale aftrekbaarheid voor bedrijfswagens met een verbrandingsmotor. Vanaf 2025 kun je nog maximaal 75 procent aftrekken, in 2026 is dat nog 50 procent, in 2027 wordt dit 25 procent, om in 2028 te landen op 0 procent. Tegelijk vervalt ook de minimumaftrek van 50 procent (of 40 procent voor voertuigen boven 200 g CO2/km).
Pittige CO2-bijdrage
Emissievrije auto’s besteld voor 1 januari 2027 behouden hun aftrekbaarheid van 100 procent voor de rest van de looptijd, zolang de wagen door dezelfde belastingplichtige gebruikt wordt. Dat percentage daalt naar 95 procent voor emissievrije bedrijfswagens besteld in 2027, 90 procent in 2028, 82,5 procent in 2029, 75 procent in 2030 en 67,5 procent in 2031.
Naast de aftrekbaarheid is er nog een belangrijke factor die je beter niet over het hoofd ziet: de CO2- of solidariteitsbijdrage. Als werkgever betaal je deze maandelijkse bijdrage indien een werknemer de bedrijfswagen ook voor privékilometers gebruikt. De CO2-bijdrage voor niet-emissievrije bedrijfswagens besteld vanaf 1 juli 2023 stijgt fors. De berekende bijdrage wordt vanaf 1 juli 2023 en in 2024 vermenigvuldigd met factor 2,25, in 2025 met 2,75, in 2026 met 4,00 en in 2027 met 5,50. Voor zelfstandigen is deze CO2-bijdrage niet van toepassing.
Hoger Voordeel Alle Aard?
Het systeem van het Voordeel Alle Aard (VAA) verandert niet. Toch heeft de nieuwe fiscaliteit ook hier een impact. Het VAA wordt namelijk deels berekend op basis van een referentie-CO2-uitstoot. De CO2-uitstoot van de bedrijfswagen in kwestie wordt vergeleken met de gemiddelde uitstoot van het wagenpark in België, die uiteraard daalt door de elektrificatie. Rijd je nog niet emissievrij, dan stijgt je VAA de komende jaren. Ook met deze verdoken belastingverhoging word je dus fiscaal gestimuleerd om voor een emissievrije bedrijfswagen te kiezen.