Een groot Europees of zelfs wereldwijd hoogspanningsnet kan de hernieuwbare energietransitie in een beslissende stroomversnelling brengen. ‘Dankzij die schaalgrootte kunnen we de schommelingen in de productie van groene energie wereldwijd uitvlakken.’
‘Een van de grootste uitdagingen bij hernieuwbare energie is dat de aanvoer niet altijd even constant is. Wil je dat nadeel wegwerken, dan heb je nood aan een zo breed mogelijk aanbod’, zegt Ronnie Belmans, CEO van EnergyVille en energiespecialist aan de KU Leuven. ‘Daarom is een groot Europees hoogspanningsnet een absolute must. Daarbij worden noord en zuid met elkaar verbonden en kan groene energie over heel Europa worden uitgewisseld. Tegelijk moeten we het laagspanningsnet aanpassen, zodat we ook de lokaal geproduceerde energie op een intelligente wijze kunnen sturen en verdelen. Precies die combinatie van heel veel hernieuwbare energie enerzijds en intelligente sturingssystemen anderzijds maakt de energietransitie mogelijk.’
Een Europees hoogspanningsnet is een absolute must. Daarbij worden noord en zuid met elkaar verbonden en kan groene energie over heel Europa worden uitgewisseld.
Vandaag staan we in ons land nog maar aan het begin van dat proces, als het gaat over de aanpassing van het laagspanningsnet, meent Belmans. Voor de hoogspanningsinfrastructuur rijden we dan weer mee in het Europese koppeloton. ‘Elia heeft een voortrekkersrol gespeeld in Europa, omdat het bedrijf mee aan de basis ligt van het technologische platform waar de nieuwste ontwikkelingen elkaar vinden en versterken. Het heeft de voorbije jaren heel zwaar geïnvesteerd in de uitbouw van dat Europese hoogspanningsnet’, zegt Belmans. ‘Dat vertaalt zich bijvoorbeeld in de verbindingen tussen ons land en onder meer Engeland en Duitsland.’
Belmans is dan ook vrij optimistisch over een volledig geïntegreerd Europees hoogspanningsnet. ‘Er moeten nog een aantal structurele obstakels worden weggewerkt, maar ik vermoed dat dat tegen 2025 haalbaar is. Tegelijk wordt binnen dit en enkele jaren ook de volgende generatie offshore-windmolens op de Noordzee uitgerold, wat de energietransitie dus opnieuw een stuk zal versnellen.’
Global grid
Damien Ernst, energiespecialist aan de Universiteit van Luik, toont zich nog een stuk ambitieuzer. Hij is al jarenlang een fervente pleitbezorger van een wereldwijd elektriciteitsnet voor duurzame energie, het zogenoemde global grid. ‘Wereldwijd is het productiepotentieel aan hernieuwbare energie vandaag al zo groot dat het probleem van de wisselende beschikbaarheid eigenlijk al niet meer bestaat. Met andere woorden: we hangen niet meer af van klimatologische omstandigheden als we alle beschikbare hernieuwbare energie op een wereldwijd hoogspanningsnet kunnen aanbieden. Op termijn kan zo’n infrastructuur de wereld volledig van de fossiele brandstoffen af helpen, omdat ze die buitenspel zal zetten.’
'Op termijn is de consument de grote winnaar van een global grid: hij kan hernieuwbare energie aankopen tegen een bijzonder lage prijs.'
Een groot Europees hoogspanningsnet is in die zin uiteraard een goede zaak, maar er is meer nodig. Ernst denkt niet dat de Europeanen het voortouw zullen nemen. ‘Elia verricht in Europa bijzonder goed werk, maar in China liggen er nu al concrete plannen op tafel voor gigantische hoogspanningsprojecten die werelddelen met elkaar moeten verbinden.’
Ronnie Belmans is het daar niet volledig mee eens. ‘Technologisch staan we vandaag in Europa echt wel een stuk verder dan de Chinezen, die zich overigens maar al te graag inkopen in onze technologie. Natuurlijk heeft China de voorbije jaren een aantal zeer grote hoogspanningslijnen aangelegd, maar puur technologisch breken ze daar geen potten mee.’
Ernst vindt dan weer dat de Europese maakindustrie met onderdelen voor grote elektrische netwerken aan het inzakken is. 'De toekomst is aan Azië, wie dat ontkent is blind.'
Consument wint
Hamvraag blijft: wie zal de enorme investeringen voor zo’n global grid betalen? ‘Niet de consument’, maakt Damien Ernst zich sterk. ‘Ik denk vooral aan heel specifieke investeringsconstructies, waarbij netwerkbeheerders bijvoorbeeld in zee gaan met promotoren en uitbaters van grote windmolenparken om mee die investeringskosten te dragen. Op termijn is de consument net de grote winnaar van zo’n global grid: hij kan hernieuwbare energie aankopen tegen een bijzonder lage prijs.’