Tegen volgend jaar moet zowat 10 procent van de Belgische stroomproductie komen van windenergieparken op zee. Met het MOG-project – het eerste “stopcontact op zee” – zet Elia binnenkort een belangrijke stap in de integratie van hernieuwbare energie in het Belgische elektriciteitsnet.
Zes windparken op zee telt ons land vandaag al. Daar komen er binnenkort nog eens drie bij. Om die windenergie van zee te transporteren naar het hoogspanningsnet op het Belgische vasteland, heeft Elia ook de komende jaren nog flink wat nieuwe investeringen gepland. Een van de in het oog springende realisaties is het MOG-project, kort voor Modular Offshore Grid.
‘De eerste windparken op zee waren via een netwerk van kabels rechtstreeks met het vasteland verbonden’, vertelt Tom Pietercil, MOG-projectmanager. ‘Vandaag leggen we de laatste hand aan een efficiëntere aansluiting. Het MOG-project – een investering van net geen 400 miljoen euro - is een schakelplatform waarmee we de vier recentste windparken op zeer efficiënte wijze kunnen aansluiten via één zogenaamd stopcontact op zee. Op termijn komen er twee tot drie extra MOG-platformen waarop we dan nieuwe windparken kunnen aansluiten.’
‘Nieuwe windparken zullen steeds verder uit de kust liggen. En dan stijgt het belang van efficiënte kabelverbindingen.’
‘Zo’n schakelplatform is een heel nieuw concept, waar ook in Nederland mee geëxperimenteerd wordt. Wat ook meespeelt, is dat nieuwe windparken op termijn steeds verder uit de kust zullen liggen. En dus stijgt het belang van efficiënte kabelverbindingen met de kust, die een zo klein mogelijke impact hebben op het milieu. Net zoals de transformatie van de stroom in die nieuwe schakelplatformen op zee.’
Hernieuwbare energie is cruciaal in de klimaattransitie, en offshore-windenergie tekent voor een aanzienlijk deel van die hernieuwbare energieproductie. ‘Als we de parken allemaal aangesloten hebben op ons hoogspanningsnet, dan zitten we tegen volgend jaar al aan een totale offshore-productiecapaciteit van 2,3 gigawatt. Tel daar de windparken bij die nog op stapel staan, en dan komen we wellicht net boven de 4 gigawatt uit. Als je weet dat het piekverbruik in ons land op 14 gigawatt ligt, dan geeft dit wel aan hoe belangrijk die offshore-windenergie wordt.’
Ventilus
De opgewekte stroom zo efficiënt en milieuvriendelijk mogelijk van zee naar het land vervoeren is één ding. Die elektriciteit vervolgens ook overzetten op het Belgische hoogspanningsnet is nog een ander paar mouwen. Daarom investeert Elia in West-Vlaanderen de volgende jaren ook een half miljard euro in het Ventilus-project. ‘Dat bevat een nieuwe en zeer performante hoogspanningslijn van ruim 80 kilometer lang. En die wordt onontbeerlijk, als we onze offshore-capaciteit nog kunnen opdrijven’, zegt Steven Van Muylder, Ventilus-omgevingsmanager.
‘Ons West-Vlaamse netwerk is vandaag niet sterk genoeg om de stroom die opgewekt is op de Noordzee ook over het land te transporteren. De versterking van ons netwerk vraagt een ruimtelijk uitvoeringsplan en flink wat vergunningen. Over de mogelijke tracés die onderzocht zullen worden loopt er nu een publieke consultatie. De overheid maakt zich sterk om de vergunning tegen eind 2022 te kunnen verlenen, waarna we het hele project tegen 2025 hopen af te ronden.’