In Gent komt het ambitieuze project Gent-Sint-Pieters op snelheid. Terwijl aannemers AB-Eiffage en Valens (filialen van Eiffage Benelux) de tweede fase van de vernieuwing van het station in goede banen leiden, worden in de omgeving de duurzame keuzes zichtbaar. ‘Dit wordt de grootste fietsenparking van België met plaats voor 17.000 fietsen.’
Project Gent-Sint-Pieters omvat meer dan enkel het gelijknamige station. ‘De aanleiding was de noodzakelijke verbouwing van het station, maar het is uitgegroeid tot de hertekening van een heel stadsdeel’, zegt communicatiecoördinator van het project, Gisèle Rogiest. In totaal gaat het om een gebied van 9 hectare. Naast een volledige vernieuwing en overkapping van de sporen en perrons, omvat het plan ook een nieuw tram- en busstation, ondergrondse fietsenparking en een hertekening van de publieke ruimte van het station, inclusief woningen, tuinen, kantoren, een school en een nagelnieuw plein aan de zuidkant van het station: het Koningin Mathildeplein.
‘De eerste fase van het station is ondertussen afgerond’, zegt senior projectmanager stations bij de NMBS, Bjorn Ceuppens. ‘Sporen 12 tot en met 8 zijn vernieuwd, het eerste deel van de ondergrondse fietsenparking is af en het eerste deel van het nieuwe busstation is al operationeel.’
Dit project is een uitgelezen kans om onze expertise op het vlak van duurzaam bouwen toe te passen
Inclusief, groen en met aandacht voor reizigersbehoeften
Voor de tweede fase heeft AB-Eiffage samen met Valens en EEG de opdracht binnengehaald, zij zijn ook de aannemer die het Diamantgebouw in Gent voor hun rekening nam. ‘De afgelopen maanden hebben we een spoorviaduct gebouwd voor sporen 6 en 7’, zegt projectdirecteur van AB-Eiffage voor de werf, Hendrik Eerens. ‘Aan de hoofdbalken, waartussen de sporen komen, monteren we nu prefab schelpen. Bovenop de schelpen liggen predallen (nvdr dit zijn breedvloerplaten die gebruikt worden als afdek van een constructiebouwlaag) die de latere perronvloer vormen. Vervolgens wordt er een staalstructuur opgetrokken met glazen panelen en geveltextiel, die de reizigers beschermen tegen regen en wind.’ Het is een bijzonder complexe taak, omdat het station ondertussen functioneel blijft, de veiligheid van de reizigers gewaarborgd moet worden en aannemer en stad er alles aan doen om de hinder voor de buurt te beperken. ‘Het vrachtverkeer rijdt aan via een eigen bedding en wanneer werfverkeer toch reizigersstromen moet kruisen, gebeurt dit steeds onder begeleiding’, benadrukt Eerens. ‘Daarbij proberen we nachtwerk zoveel mogelijk te vermijden.’
Of de complexiteit van de werf de aannemer niet afschrikt? ‘Integendeel. Het is een uitgelezen kans om onze expertise inzake duurzaam bouwen toe te passen. Onze ruimte op de werf is heel beperkt. Boven en onder ons bevinden zich reizigerstunnels en ook de naastliggende sporen zijn permanent in dienst. We moeten kranen en materiaal kunnen aanvoeren, het materiaal vervolgens ook monteren en te allen tijde de veiligheid van de reizigers waarborgen. Dat maakt het een complexe oefening. Hoe we dat voor elkaar krijgen? We zetten sterk in op gedetailleerde 3D-modellen. We scannen de omgeving, brengen die in kaart en bepalen vervolgens tot op de centimeter hoe de werf moet worden ingericht en waar de kranen moeten komen.'
De aanleiding voor het project Gent-Sint-Pieters was de noodzakelijke verbouwing van het station, maar het is uitgegroeid tot de hertekening van een heel stadsdeel
Dat laatste is een opvallende rode draad doorheen het plan. Zo wordt de overkapping van het station bedekt met zonnepanelen, wordt alle verlichting in LED uitgevoerd en zijn alle gasketels zo ontworpen dat ze kunnen draaien op waterstof. Maar het gaat verder dan bouwtechnische keuzes. ‘Gent-Sint-Pieters wordt een knooppunt van duurzame mobiliteit’, zegt Rogiest. ‘De uitbouw van een hoofdfietsroute die het stations verbindt met het netwerk van primaire fietsassen in en rond Gent, in combinatie met de bouw van de grootste (!) fietsenparking van België, moet meer fietsers naar het station trekken. Een tramstation onder de treinsporen en het daarop aansluitende busstation, zullen ervoor zorgen dat je naadloos van de bus of tram op de trein kunt stappen. Op die manier stimuleren we het gebruik van duurzame vervoersmiddelen.’ 'Dit project sluit perfect aan bij de missie van AB-Eiffage om meer in te zetten op een koolstofarme maatschappij', benadrukt Eerens. Ook aan inclusiviteit werd gedacht. ‘Het streefdoel is dat iedereen, dus ook reizigers met een beperkte mobiliteit, zich vlot en veilig kunnen verplaatsen.’
Onze overeenkomst werd al gekopieerd in andere steden. Dit is het beste bewijs dat we het juist aanpakken
Hoge betrokkenheid
Een dergelijk ambitieus project realiseren, lukt alleen door de goede samenwerking tussen NMBS, De Lijn, Infrabel, aannemers AB-Eiffage, Valens, EEG en de stad. ‘Bij de start van de werken hebben we een samenwerkingsovereenkomst gesloten en een stuurgroep opgericht’, zegt Rogiest. ‘De neuzen staan in dezelfde richting’, bevestigt Ceuppens. Het beste bewijs dat het werkt? ‘Onze overeenkomst werd al gekopieerd in andere steden.’ Eerens voegt nog toe: 'Ik heb geen glazen bol, maar we zitten op schema. Dat lukt, omdat alle betrokken partijen beseffen hoe belangrijk die vooropgestelde timing is. Het beste voorbeeld? Toen we een tijd terug beseften dat we een termijnwinst konden boeken als we de buitendienststelling van spoor 8 zouden aanpassen, is de NMBS daar in meegegaan. Niet evident, want die buitendienststellingen worden twee jaar op voorhand vastgelegd in een masterplan. Door die constructieve samenwerking kunnen we onze energie investeren waar ze nodig is.'