Start-ups innoveren, maar missen de ervaring en commerciële slagkracht van gevestigde ondernemingen. Die laatste zijn dan weer minder wendbaar en hebben meer moeite met plotse marktwijzigingen. ‘Daarom investeren almaar meer grote en middelgrote ondernemingen in starters. Maar kapitaal investeren is niet voldoende. Corporate venturing moet steunen op cocreatie.’
Fintech, artificiële intelligentie, data-analyse, healthcare, media: het bulkt van de innoverende Belgische starters die de markt bereiken en groeien dankzij de ervaring en investeringen van grote bedrijven. Denk aan Doccle, het digitale documentenplatform dat ondertussen meer dan 1 miljoen gebruikers telt, dankzij de corporate-venturingsamenwerking met Acerta. Of pakjesbezorger Parcify, die inmiddels opging in bpost.
Samenwerkingsmodellen
Bart Walterus: ‘Directe klantenervaringen met grote ondernemingen die een belang nemen, of een verregaande samenwerking aangaan met een start-up liegen er niet om: corporate venturing zit bij ons overduidelijk in de lift.’
‘Corporate venturing kent tal van samenwerkingsmodellen: van preferred partnerships tussen starters en ondernemingen, naar een zitje in de raad van bestuur van de start-up tot de inkoop via aandelen in en zelfs de overname van de beginnende onderneming. Elke samenwerking is anders en vereist optimaal maatwerk. Er bestaat geen standaardoplossing die voor alles en iedereen werkt.’
Cocreatie is cruciaal
Wat wél bij alle samenwerkingsmodellen geldt, is dat ze moet steunen op een geschikte vorm van cocreatie. Beide partijen moeten actief bijdragen aan de samenwerking, én aan kruisbestuiving doen. Bart Walterus: ‘Het volstaat niet dat een groot bedrijf simpelweg kapitaal investeert in een starter. Knowhow delen en het eigen personeel laten samenwerken met dat van de start-up: dat is allemaal minstens even belangrijk.’
‘Een onderneming die wil samenwerken met een start-up maar die deze teveel inkapselt en overspoelt met procedures en vereisten, maakt van de start-up een roeiboot en geen wendbare speedboot.’
Daarbij is het ook cruciaal dat een groot bedrijf een start-up niet overvloedig inkapselt. Dat vormt een rem op de samenwerking, meent Bart Walterus. ‘Een onderneming die té veel procedures eist bij corporate venturing, maakt van de start-up een weerloze roeiboot en geen wendbare speedboot.’
Eigen start-ups
Een groot bedrijf kan zelf een meer innovatieve cultuur opzetten door eigen personeel de mogelijkheid te bieden of sterker nog, te stimuleren om met een start-up beginnen. Dit kan in de eerste plaats, door ruimte te geven om ideeën of nieuwe concepten in functie van de eigen bedrijfsactiviteit om vervolgens de levensvatbaarheid van een nieuw concept of idee snel en wendbaar te ontwikkelen en uit te testen. Het moederbedrijf ondersteunt door de faciliteiten, training en technische bijstand aan te bieden
Bart Walterus: ‘Ook deze vorm van corporate venturing geniet steeds meer aandacht in België. Dat merken we door de stijgende interesse in KPMG Innovation Factory, onze dienst die ideation initiatieven mee op de rails zet.’
Accelerator
Tot slot zijn er ook almaar meer ondernemingen die hun eigen incubator- of acceleratorprogramma opzetten, waarmee ze starters ondersteunen. Die bedrijven gaan dan zelf op zoek naar start-ups en scale-ups om samen te werken. Elk bedrijf wordt vroeg of laat geconfronteerd met disruptie, besluit Bart Walterus. ‘Met een eigen acceleratorplatform kan een groot bedrijf zich hier tegen wapenen. Daarbij is wel de nodige ondersteuning cruciaal. Bedrijven laten zich het best bijstaan door een gespecialiseerde partner, voor bijvoorbeeld juridische ondersteuning, patenten, structurering, alternatieve of fiscaalvriendelijke financieringsvormen: corporate venturing doe je niet alleen.’
Registreer voor 15 oktober 2019 uw project voor deelname aan de Bizon Awards.