Onderwijs en opleidingen moeten meer gezien en ervaren worden als een opportuniteit. ‘Want levenslang leren klinkt nu voor veel mensen als een opdracht, zelfs bijna als een straf’, vindt Jeroen Franssen, projectleider ‘Be the change’ en arbeidsmarktexpert bij Agoria.
Beluister de podcastreeks op Spotify | Apple Podcast | Podcast Addict
‘Hoe zetten we meer in op levenslang leren? Enerzijds door jongeren sneller te laten werken. Zo ervaren ze veel vroeger de impact en de resultaten van kennis in de praktijk. Anderzijds moeten we werkenden ook langer laten leren. Maar dan wel op voorwaarde dat ze daarmee kansen creëren, je moet het kunnen zien als een gunst en niet als een verplichting. Bied mensen bijvoorbeeld de mogelijkheid om te experimenteren in een andere rol in de organisatie. Zo kunnen ze al doende leren, en ontdekken of die rol past of niet.
Minder bewuste vormen van leren
We hebben dus minder bewuste vormen van leren nodig. Van elkaar leren is daar een mooi voorbeeld van. Dat gebeurt vandaag veel te weinig. Nochtans is het een schitterende manier om kennis van de ene persoon op de andere, van de ene generatie op de andere vaak, over te brengen, op een menselijke en ervaringsdeskundige manier. Gegamificeerd leren is nog zo’n voorbeeld. Gamification kan de drang stimuleren naar almaar hoger en verder raken. Door een platform te bieden dat mensen spelenderwijs uitdaagt, op manieren die we kennen uit de sport en games.
In deze podcastreeks ‘Be the change’ leggen we enkele prangende stellingen voor aan experten met een buitengewone interesse in het werk van de toekomst. Samen met Jeroen Franssen, expert Talent en Arbeidsmarkt van Agoria, analyseren en bespreken we de visies van Karel Van Eetvelt, Imke Courtois en Ans De Vos.
Beluister de podcastreeks op Spotify | Apple Podcast | Podcast Addict of via de player hieronder.
In onze cultuur wordt niet goed leren nog te veel bestraft. Ons onderwijs hanteert een rode pen om aan te duiden wat niet goed is. Misschien is het beter om met groen te accentueren wat je wél beheerst – en zo dus het durven te experimenteren en ondernemen meer aan te moedigen. We moeten veel meer raakpunten creëren met nieuwe technologie en nieuwe omgevingen in onze leermethodes. Wanneer mensen zich daar een tijdje in onderdompelen, kunnen ze hun inzetbaarheid verhogen – of op z’n minst daar nieuwe zaken uit leren. Hoe dan ook moeten we meer vanuit een appreciërende context naar leren en presteren kijken, dan vanuit een corrigerende.
Samenwerkingen tussen onderwijs en het bedrijfsleven
Er wordt ook vaak gezegd dat het onderwijsaanbod onvoldoende aangepast is aan de actuele noden van de bedrijfswereld. Maar het is onmogelijk om alle nieuwe bedrijfsmodellen, technologie en ontwikkelingen in opleidingen en curricula te proppen. Daarentegen kunnen bedrijfspraktijken in het onderwijs wel interessant zijn om economische context mee te illustreren en om nieuwe technologie mee te demonstreren. Jongeren in contact brengen met bedrijven blijft dus noodzakelijk.
Overal en altijd moeten er ook volop praktijkervaringen uitgewisseld worden. Er is meer kruisbestuiving nodig. Tussen studenten, maar ook tussen leerkrachten. En het onderwijs biedt ook een toegevoegde waarde voor de bedrijfswereld, die vaak de pedagogische competenties mist. Misschien kan het onderwijs bedrijven en organisaties inspireren rond leermethodieken. Ongetwijfeld moeten we meer bedrijfsprojecten aanbieden aan jongeren, of professionals zelf voor de klas laten staan. De kruisbestuiving tussen studenten, leerkrachten en bedrijven zal grenzen doen vervagen en hopelijk definitief uitwissen. Zo ontstaat er één studie- en kenniswereld, met permanente interacties.
Leren in 2030
Volgens mij leren we in 2030 dus vooral vanuit experiment en fun. Maar ook via korte, krachtige hoofdstukken: als een vorm van microleren. Langdurige opleidingstrajecten zullen wellicht plaatsmaken voor een veelheid van confrontaties met hele kleine stukjes leerinhoud. Tegen dan leren we ook hopelijk meer van elkaar. En om hun marktwaarde te behouden, bieden hogescholen en universiteiten wellicht hun diploma’s met een onderhoudscontract aan. Zo kunnen afgestudeerden blijvend hun kennis en ervaring actualiseren.
Waarschijnlijk leren we tegen 2030 ook nog veel meer dan vandaag op basis van de methodiek die het beste bij ons past. Sommige mensen leren beter visueel, anderen auditief, sommigen via het uitvoeren van bewegingen, … Er zullen veel meer leermethodieken op maat toegepast kunnen worden. Daar zal technologie met diverse tools, applicaties en toepassingen ongetwijfeld bij helpen. Zo kan uiteindelijk iedereen op een zo natuurlijk en intuïtief mogelijke manier leren, heel zijn of haar volledige carrière lang.’
Jeroen Franssen, projectleider ‘Be the change’ en arbeidsmarktexpert bij Agoria